1Een bedevaartslied.
Als de Here de ballingen laat terugkomen in Jeruzalem,
zal het net zijn of wij dromen.
2Dan breken wij uit in gejuich
en iedereen lacht van blijdschap.
Dan zullen zelfs de ongelovige volken rondom ons zeggen
dat de Here wonderen bij ons doet.
3De Here heeft inderdaad grote wonderen onder ons gedaan.
Wat waren wij blij!
4Here, wilt U een ommekeer geven in onze situatie?
5Wie met verdriet in het hart huilend hun akkers inzaaien,
ervaren tegen de oogsttijd vaak grote vreugde.
6Ook al huilt iemand terwijl hij op pad is om te zaaien,
zeker is dat hij blij lachend de rijke schoven zal wegdragen.
126
1主が、捕虜となっていた人々を
エルサレムへ連れ戻された時、
私たちは、まるで夢でも見ているようでした。
2笑いが込み上げ、ひとりでに歌ったものです。
他国の人々も言いました。
「主は彼らのために、驚くべきことをなさった。」
3確かにすばらしいことでした。
信じられないことでした。
どれほどうれしかったことか。
4旅人が砂漠でオアシスを見つけたときのように、
私たちが元気を取り戻すことができますように。
5涙を蒔く人は、やがて喜びを刈り取ります。
6種を手にし、泣きながら出て行った人々が、
やがて収穫の束をかかえ、
歌いながら帰って来るのです。
