De nutteloze wijnstokken
1Toen kreeg ik de volgende boodschap van de Here: 2‘Mensenzoon, is het hout van een wijnstok beter dan ander hout uit het bos? Is het net zo bruikbaar als hout van bomen? 3Nee, want hout van een wijnstok kan zelfs niet worden gebruikt voor een rek waaraan potten en pannen worden opgehangen! 4Het kan alleen maar dienen als brandhout, het is nergens anders geschikt voor. 5-6 Daarom is het zowel vóór als na het verbranden waardeloos. Dit bedoel Ik,’ zegt de Oppermachtige Here, ‘de inwoners van Jeruzalem lijken op wijnstokken uit het bos. Nutteloos voordat zij worden verbrand en nog nuttelozer na het verbranden! 7Ik zal Mij tegen hen keren en ervoor zorgen dat als zij aan het ene vuur ontsnappen, zij in het volgende vuur zullen vallen, en dan zult u weten dat Ik de Here ben. 8Ik zal het land tot een woestenij maken, omdat zij Mij ontrouw zijn geworden,’ zegt de Oppermachtige Here.
Jerusalem Is Like a Useless Vine
1A message from the Lord came to me. Here is what the Lord said. 2“Son of man, how is the wood of a vine different from the wood of any tree in the forest? 3Can its wood ever be made into anything useful? Can pegs be made from it to hang things on? 4Suppose it is thrown in the fire to be burned. And the fire burns both ends and blackens the middle. Then is the wood useful for anything? 5It was not useful when it was whole. So how can it be made into something useful now? The fire has burned it and blackened it.”
6Here is what the Lord and King says. “Instead of the wood of any tree in the forest, I have given the vine to burn in the fire. I will treat the people who live in Jerusalem the same way. 7I will turn against them. They might have come out of the fire. But the fire will destroy them anyway. I will turn against them. Then you will know that I am the Lord. 8I will make the land a dry and empty desert. My people have not been faithful to me,” announces the Lord and King.
