2พงศาวดาร 8 – TNCV & HTB

Thai New Contemporary Bible

2พงศาวดาร 8:1-18

พระราชกิจอื่นๆ ของโซโลมอน

(1พกษ.9:10-28)

1ในตอนปลายของช่วงยี่สิบปีที่โซโลมอนทรงก่อสร้างพระวิหารขององค์พระผู้เป็นเจ้าและพระราชวังของพระองค์เอง 2โซโลมอนทรงบูรณะหมู่บ้านต่างๆ ซึ่งกษัตริย์ฮีราม8:2 ภาษาฮีบรูว่าหุรามเป็นอีกรูปหนึ่งของฮีรามเช่นเดียวกับข้อ 18ได้มอบให้ และให้ชาวอิสราเอลไปตั้งถิ่นฐานอยู่ที่นั่น 3แล้วโซโลมอนเสด็จไปยังเมืองฮามัทโศบาห์ และยึดเมืองนั้นได้ 4พระองค์ทรงบูรณะเมืองทัดโมร์ในถิ่นกันดาร และเมืองคลังเสบียงทั้งหมดที่พระองค์เคยสร้างไว้ในฮามัทให้แข็งแกร่งขึ้น 5พระองค์ทรงสร้างเมืองเบธโฮโรนบนและเบธโฮโรนล่างขึ้นใหม่ให้เป็นเมืองป้อมปราการ ทรงเสริมกำแพงและเครื่องป้องกันที่ประตู 6ทั้งทรงสร้างเมืองบาอาลัทและหัวเมืองคลังทั้งหมด ตลอดจนทุกหัวเมืองที่เก็บรถม้าศึกและม้า8:6 หรือพลรถรบ ทุกสิ่งที่พระองค์ทรงปรารถนาจะสร้างในกรุงเยรูซาเล็ม เลบานอน และทั่วราชอาณาจักรที่พระองค์ทรงปกครอง

7ส่วนบรรดาคนที่เหลืออยู่ที่เป็นชาวฮิตไทต์ ชาวอาโมไรต์ ชาวเปริสซี ชาวฮีไวต์ และชาวเยบุส (คนเหล่านี้ไม่ใช่ชาวอิสราเอล) 8คือลูกหลานที่เหลืออยู่ของคนเหล่านี้ซึ่งชนอิสราเอลไม่ได้กวาดล้างไปให้หมด โซโลมอนทรงเกณฑ์คนเหล่านี้มาเป็นแรงงานทาสจนถึงทุกวันนี้ 9แต่โซโลมอนไม่ได้ทรงเกณฑ์ให้พลเมืองอิสราเอลคนใดเป็นทาส แต่ให้เป็นพลรบ นายทัพ ผู้บัญชาการรถรบและพลรถรบ 10และมีหัวหน้าข้าราชการของกษัตริย์โซโลมอนอีก 250 คน เป็นผู้ดูแลสั่งการคนเหล่านี้

11โซโลมอนทรงพาราชธิดาของฟาโรห์จากเมืองดาวิดมาประทับที่พระราชวังซึ่งทรงสร้างขึ้นเพื่อพระนาง เพราะพระองค์ตรัสว่า “อย่าให้มเหสีของเราอยู่ในพระราชวังของกษัตริย์ดาวิดแห่งอิสราเอล เนื่องจากสถานที่ทั้งหลายซึ่งหีบพันธสัญญาขององค์พระผู้เป็นเจ้าผ่านเข้ามานั้นบริสุทธิ์”

12โซโลมอนทรงถวายเครื่องเผาบูชาแด่องค์พระผู้เป็นเจ้าบนแท่นบูชาขององค์พระผู้เป็นเจ้าที่สร้างขึ้นตรงหน้ามุขของพระวิหาร 13ตามระเบียบกำหนดสำหรับของถวายประจำวันซึ่งโมเสสสั่งไว้สำหรับวันสะบาโต วันขึ้นหนึ่งค่ำ และสามเทศกาลประจำปีอันได้แก่ เทศกาลขนมปังไม่ใส่เชื้อ เทศกาลแห่งสัปดาห์ และเทศกาลอยู่เพิง 14โซโลมอนทรงดำเนินตามข้อปฏิบัติของดาวิดราชบิดาในการมอบหมายหน้าที่ให้ปุโรหิตแต่ละหมู่เหล่า และให้คนเลวีนำการร้องเพลงสรรเสริญและช่วยเหลือปุโรหิตตามหน้าที่ประจำวัน ทั้งทรงกำหนดเวรยามตามหมู่เหล่าให้เฝ้าประตูต่างๆ ของพระวิหารตามที่ดาวิดคนของพระเจ้าได้สั่งไว้ 15พวกเขาปฏิบัติตามพระบัญชาของกษัตริย์อย่างเคร่งครัด ทั้งปุโรหิตและคนเลวี ไม่ว่าในเรื่องใด รวมทั้งเรื่องคลังต่างๆ

16พระราชกิจทั้งปวงของโซโลมอนสำเร็จลุล่วง นับแต่วันที่วางฐานรากพระวิหารขององค์พระผู้เป็นเจ้าตราบจนสำเร็จครบถ้วน เป็นอันว่าพระวิหารขององค์พระผู้เป็นเจ้าสำเร็จเรียบร้อย

17จากนั้นโซโลมอนเสด็จไปยังเอซีโอนเกเบอร์ และเอลัทบนชายฝั่งของเอโดม 18ฮีรามทรงส่งเรือมาให้พร้อมเจ้าหน้าที่ซึ่งรู้จักทะเลดี คนเหล่านี้กับคนของโซโลมอนเดินเรือไปยังโอฟีร์ และนำทองคำหนักประมาณ 16 ตัน8:18 ภาษาฮีบรูว่า 450 ตะลันต์กลับมาถวายกษัตริย์โซโลมอน

Het Boek

2 Kronieken 8:1-18

Diverse bouwprojekten van Salomo

1Het was inmiddels twintig jaar geleden dat Salomo de bouw van de tempel van de Here en van zijn eigen koninklijk paleis had voltooid. 2Hij begon zich nu in te zetten voor de versterking van de steden die koning Churam van Tyrus hem had gegeven, waarna hij groepen Israëlieten naar die steden liet verhuizen. 3In die tijd bond Salomo de strijd aan tegen de stad Hamath-Zoba en nam haar in. 4In het woestijngebied bouwde hij de stad Tadmor en hij vestigde steden in Hamath als voorraadplaatsen. 5Verder versterkte hij de steden Hoog-Bet-Horon en Laag-Bet-Horon door hen te ommuren en de toegangen af te sluiten met zware, goed vergrendelde poorten. 6Ook bouwde hij in die tijd Baälath en andere voorraadplaatsen en bovendien speciale steden voor zijn strijdwagens en paarden. Hij bouwde naar hartelust in Jeruzalem, de Libanon en alle andere gebieden waar hij het voor het zeggen had. 7-8 De Hethieten, Amorieten, Perizzieten, Chiwwieten en de Jebusieten, de nakomelingen van de volken die niet volledig door de Israëlieten waren uitgeroeid, werden tot dwangarbeid verplicht. 9De Israëlitische burgers maakte hij echter niet tot slaven. Hij stelde hen te werk als soldaten, officieren en ruiters. 10Tevens waren tweehonderdvijftig van hen regeringsambtenaren die hielpen bij het besturen van het land.

11Salomo liet zijn vrouw, de dochter van de farao, verhuizen van de Stad van David naar het nieuwe paleis dat hij voor haar had gebouwd. ‘Want,’ zei hij, ‘zij kan niet in het paleis van koning David blijven wonen, want de ark van de Here heeft daar in de buurt gestaan en het is dus heilige grond.’ 12Daarna bracht Salomo brandoffers aan de Here op het altaar dat hij een plaats had gegeven voor de voorhal van de tempel. 13De hoeveelheid offers varieerde van dag tot dag, in overeenstemming met de aanwijzingen die Mozes daarvoor had gegeven, op de sabbatten, de vieringen van de nieuwe maan en bij de drie jaarlijkse feesten: Pesach, Wekenfeest en Loofhuttenfeest. 14Bij de aanwijzing van de priesters voor de taken in de tempel, volgde hij de voorschriften die zijn vader David hem had gegeven. De Levieten kregen opdracht de Here te loven en de priesters bij hun dagelijkse werk te helpen. De poortwachters kregen hun taak bij de poorten toegewezen. Alles gebeurde precies volgens de aanwijzingen van koning David. 15Er werd in geen enkel opzicht afgeweken van de aanwijzingen omtrent deze zaken en het beheer van de schatkamers. 16Op die manier bracht Salomo de bouw van de tempel tot een goed einde, vanaf de dag dat de eerste steen van de tempel van de Here werd gelegd tot op de dag van de voltooiing.

17-18 Toen begaf hij zich naar de zeehavens Esjon-Geber en Elat aan de zuidkust van Edom om een vloot uit te rusten van schepen die koning Churam hem ter beschikking had gesteld. Deze schepen, bemand door de ervaren zeelui van koning Churam en Salomoʼs eigen mensen, voeren naar Ofir en kwamen terug met 13,5 ton goud.