2 Фессалоникийцам 1 – NRT & HTB

New Russian Translation

2 Фессалоникийцам 1:1-12

1От Павла, Силуана1:1 Силуан – по всей вероятности, Силуан и Сила (см. Деян. 15:22) – одно и то же лицо. и Тимофея – церкви фессалоникийцев в Боге, нашем Отце, и Господе Иисусе Христе.

2Благодать и мир вам от Бога Отца и от Господа Иисуса Христа!

В ожидании дня возвращения Господа

3Мы всегда должны благодарить Бога за вас, братья, и это правильно, потому что ваша вера растет все больше и больше, увеличивается и любовь каждого из вас друг к другу. 4Мы с гордостью говорим в Божьих церквах о вашей стойкости и о вере, которую вы проявили во всех преследованиях и несчастьях, переносимых вами.

5Все это – свидетельство тому, что Бог судит справедливо и что в конце концов вы будете признаны достойными Божьего Царства, за которое вы и страдаете. 6Бог справедлив, и Он отплатит несчастьями тем, кто причиняет несчастья вам, 7а нам с вами, перенесшим такие несчастья, Он даст покой. Это произойдет тогда, когда Господь Иисус придет с небес с могущественными ангелами 8в пламени огня, чтобы наказать всех тех, кто не познал Бога1:8 См. Пс. 78:6; Ис. 66:15; Иер. 10:25. и остался непослушным Радостной Вести нашего Господа Иисуса Христа. 9Они будут наказаны вечной гибелью: будут навсегда отделены от Господа и от славы Его могущества. 10Это произойдет в тот День, когда Он придет, чтобы быть прославленным среди Своего святого народа и вызвать восхищение у всех верующих. И вы тоже будете среди них, потому что вы поверили нашему свидетельству.

11Поэтому мы постоянно молимся о вас, чтобы Бог наш счел вас достойными вашего призвания, и просим, чтобы Своей силой Он исполнил каждое ваше доброе начинание и дело веры. 12Мы молимся о том, чтобы по благодати нашего Бога и Господа Иисуса Христа было прославлено благодаря вам имя нашего Господа Иисуса, и чтобы вы были прославлены вместе с Ним.

Het Boek

2 Thessalonicenzen 1:1-12

Het geloof en de liefde van de Thessalonicenzen

1Van: Paulus, Silvanus en Timotheüs. Aan: de gemeente in de stad Thessalonica, die toebehoort aan God, onze Vader, en aan de Here Jezus Christus.

2Wij wensen u de genade en vrede van God, onze Vader, en van de Here Jezus Christus toe. 3Broeders en zusters, wij moeten God altijd voor u danken, omdat daar alle reden toe is. Want uw geloof wordt steeds sterker en de liefde die u voor elkaar hebt, neemt dag aan dag toe. 4Wij vertellen de andere gemeenten van God vol trots hoe geweldig u volhoudt en hoe sterk uw geloof is, ondanks alle vervolgingen en moeilijkheden die u te verduren krijgt.

5Daaruit blijkt dat God rechtvaardig in zijn oordeel is, want u die ter wille van Hem lijdt, zult zeker in zijn Koninkrijk komen. 6Hij zal de mensen straffen voor wat zij u aandoen. Dat is rechtvaardig. 7En het is ook rechtvaardig dat Hij u, die het nu moeilijk hebt, uit de nood zal helpen, net als ons. Dat zal gebeuren wanneer de Here Jezus met zijn sterke engelen uit de hemel komt 8en in een laaiend vuur laat zien wie Hij is. Dan zal Hij allen straffen die niets van God willen weten en hun oren dichthouden voor het goede nieuws van onze Here Jezus. 9Hun straf zal de eeuwige veroordeling zijn. Zij zullen voorgoed van de Here en zijn ontzagwekkende macht gescheiden worden. 10Dat zal gebeuren op de grote dag, waarop Hij komt om geëerd te worden te midden van hen die Hem toebehoren en bewonderd te worden te midden van hen die op Hem vertrouwd hebben. En u zult daarbij zijn, omdat u hebt geloofd wat wij u over Hem hebben verteld.

11Daarom blijven wij voor u bidden dat u het waard zult zijn dat God u geroepen heeft. Wij bidden dat Hij u zijn kracht schenkt zodat u al uw goede voornemens kunt uitvoeren en u alles wat u in geloof onderneemt tot een goed einde kunt brengen. 12Daardoor zal in u onze Here Jezus geëerd en geprezen worden, en u zelf ook, omdat u één met Hem bent. Dit alles is mogelijk door de genade van God en van onze Here Jezus Christus.