Hosea 12 – NIVUK & HTB

New International Version – UK

Hosea 12:1-14

In Hebrew texts 12:1-14 is numbered 12:2-15. 1Ephraim feeds on the wind;

he pursues the east wind all day

and multiplies lies and violence.

He makes a treaty with Assyria

and sends olive oil to Egypt.

2The Lord has a charge to bring against Judah;

he will punish Jacob12:2 Jacob means he grasps the heel, a Hebrew idiom for he takes advantage of or he deceives. according to his ways

and repay him according to his deeds.

3In the womb he grasped his brother’s heel;

as a man he struggled with God.

4He struggled with the angel and overcame him;

he wept and begged for his favour.

He found him at Bethel

and talked with him there –

5the Lord God Almighty,

the Lord is his name!

6But you must return to your God;

maintain love and justice,

and wait for your God always.

7The merchant uses dishonest scales

and loves to defraud.

8Ephraim boasts,

‘I am very rich; I have become wealthy.

With all my wealth they will not find in me

any iniquity or sin.’

9‘I have been the Lord your God

ever since you came out of Egypt;

I will make you live in tents again,

as in the days of your appointed festivals.

10I spoke to the prophets,

gave them many visions

and told parables through them.’

11Is Gilead wicked?

Its people are worthless!

Do they sacrifice bulls in Gilgal?

Their altars will be like piles of stones

on a ploughed field.

12Jacob fled to the country of Aram12:12 That is, North-west Mesopotamia;

Israel served to get a wife,

and to pay for her he tended sheep.

13The Lord used a prophet to bring Israel up from Egypt,

by a prophet he cared for him.

14But Ephraim has aroused his bitter anger;

his Lord will leave on him the guilt of his bloodshed

and will repay him for his contempt.

Het Boek

Hosea 12:1-15

Israël al vele malen door God gewaarschuwd

1‘Israël heeft Mij omringd met leugens en Mij bedrogen. Maar Juda heeft nog een band met Mij en blijft Mij, de Heilige, nog trouw. 2Israël hoedt de wind en jaagt de hele dag de droge oostenwind na. Om hulp te krijgen, geeft zij geschenken aan Assyrië en Egypte, maar in ruil daarvoor ontvangt zij alleen maar waardeloze beloften.

3Maar de Here gaat ook tegen Juda een proces beginnen. Jakob zal eveneens een terechte straf krijgen voor zijn wandaden. 4Bij zijn geboorte vocht hij met zijn broer en als volwassen man streed hij tegen God. 5Ja, hij worstelde met de Engel en won. Onder tranen smeekte hij Hem om zijn zegen. Daar in Betel heeft hij God ontmoet. En God sprak met hem. 6De Here, de God van de hemelse legers die Here heet, sprak met hem. 7Ga toch terug naar God. Laat uw leven leiden door het principe van de liefde en rechtvaardigheid. En verwacht altijd veel van Hem die uw God is.

8Maar, nee, mijn volk gedraagt zich als een slimme handelaar die valse gewichten gebruikt. Afpersen is hun lust en leven. 9Israël verklaart trots: “Kijk eens hoe rijk ik ben! Allemaal eigenhandig verdiend!” Maar rijkdom kan geen tegenwicht vormen voor uw zonden.

10Ik ben dezelfde Here, dezelfde God die u verloste uit de slavernij in Egypte. En Ik zal u weer in tenten laten wonen, zoals u elk jaar doet tijdens het Loofhuttenfeest. 11Ik stuurde mijn profeten om u te waarschuwen door visioenen en gelijkenissen.’ 12Maar de zonde van Gilgal tiert nog welig. Lange rijen altaren, opgesteld als voren in een veld, worden gebruikt om te offeren aan de afgoden. En ook Gilead is vol dwazen die afgoden aanbidden.

13Jakob vluchtte naar Aram en kreeg zijn vrouw door te werken als schapenhoeder. 14Daarna leidde de Here zijn volk uit Egypte door een profeet die hen aanvoerde en beschermde.

15Israël heeft de Here diep gekrenkt en daarom zal de Here haar bloedschuld niet wegnemen, als vergelding voor haar zonden.