Zabbuli 75 – LCB & HTB

Luganda Contemporary Bible

Zabbuli 75:1-10

Zabbuli 75

Ya Mukulu wa Bayimbi. Ku ddoboozi, “Tozikiriza.” Zabbuli ya Asafu. Oluyimba.

175:1 a Zab 145:18 b Zab 44:1; 71:16Tukwebaza, Ayi Katonda.

Tukwebaza, kubanga Erinnya lyo liri kumpi.

Abantu boogera ku bikolwa byo eby’ekyewuunyo.

2Mukama Katonda oyogera nti, “Neerondera ekiseera kye neetegekera

era nsala omusango gwa bwenkanya.

375:3 a Is 24:19 b 1Sa 2:8Kyokka newaakubadde ng’ensi eyuuguuma abantu ne beeraliikirira,

naye nze nywezezza empagi zaayo.”

475:4 Zek 1:21Nalabula ab’amalala bagaleke,

n’ababi bakomye okuyimusa ejjembe lyabwe ng’ery’embogo.

5Mukomye okuyimusa ejjembe lyammwe eri eggulu

n’okwogera nga muduula.

6Kubanga okugulumizibwa tekuva mu ddungu

era n’obuyinza tebuva buvanjuba wadde obugwanjuba bw’ensi,

775:7 a Zab 50:6 b 1Sa 2:7; Zab 147:6; Dan 2:21wabula biva eri Katonda;

era ye y’agulumiza omu ate n’atoowaza omulala.

875:8 a Nge 23:30 b Yob 21:20; Yer 25:15Mukama akutte mu mukono gwe ekikompe eky’obusungu bwe

ekijjudde omwenge ogutabuddwamu ebirungo era kijjudde ejjovu;

akifuka, aboonoonyi bonna ku nsi

ne bakinywa ne bakimaliramu ddala.

975:9 Zab 40:10Naye nze nnaatendanga obulungi bwa Mukama;

nnaatenderezanga Katonda wa Yakobo ennaku zonna.

1075:10 Zab 89:17; 92:10; 148:14Mukama ayogera nti, Ababi ndibamalamu amaanyi,

naye abatuukirivu nnaabongeranga amaanyi.

Het Boek

Psalmen 75:1-11

1Een psalm van Asaf. Een lied voor de koordirigent. Te zingen op de wijs van: ‘Verderf niet.’

2Wij loven en prijzen uw naam, o God,

want uw naam is onder ons.

Er wordt veel gesproken

over alle wonderen die U doet.

3Wanneer Ik de tijd daarvoor gekomen acht,

zal Ik volmaakt rechtspreken.

4Al schudt de aarde op haar grondvesten

en wankelen alle mensen,

toch heb Ik haar vast neergezet op haar pilaren.

5Ik heb de trotse mensen gewaarschuwd:

‘Wees niet hoogmoedig’

en zei tegen de ongelovigen:

‘Wees niet koppig,

6gedraag u niet weerbarstig tegenover Mij

en wees niet trots.’

7Want uw waarde wordt niet bepaald

door een invloed van deze aarde,

niet uit dit of dat land of uit die woestijn.

8God is de Rechter.

De een wordt door Hem teruggewezen

en op zijn plaats gezet,

de ander wordt door Hem geprezen

en hooggeacht.

9In de hand van de Here bevindt zich een beker.

Daarin bruist de rijk gemengde wijn.

God schenkt die beker helemaal leeg,

tot op de bodem toe.

Alle ongelovigen op deze aarde moeten daaruit drinken.

10Maar ik?

Ik wil alles wat ik over God weet, bekendmaken.

Ik wil lofliederen zingen voor de God van Jakob.

11Alle koppigheid en hoogmoed van de ongelovigen

doe ik ver van mij.

Maar oprechte mensen

zullen in ere worden hersteld.