詩篇 36 – JCB & HTB

Japanese Contemporary Bible

詩篇 36:1-12

36

1罪は悪者どもの心に巣くい、

いつも悪事へとけしかけます。

彼らには、神を恐れて

悪事から遠ざかろうとする気持ちなどありません。

2それどころか、知らないふりをして押し通せば、

どんな不正行為も隠し続けることができ、

捕まることはないと、自分に言い聞かせています。

3彼らのことばにはみな裏があり、

一かけらの真実もありません。

知恵や善行とは無縁の連中です。

4夜通し悪事を企む彼らには、

悪事から遠ざかろうという気持ちなど、

みじんもないのです。

5ああ主よ。あなたの揺るがぬ愛は天のように高く、

あなたの真実は雲にまで達します。

6あなたの正義は神の山のように不動で、その判断は、

満ち潮の海のように知恵であふれています。

神は人にも獣にも心をお配りになります。

7ああ神よ。

尽きることのない愛を、心から感謝します。

あらゆる人が御翼の陰に身を隠します。

8その人々はあなたの祝福を豊かに受けて養われ、

喜びの川の水を心ゆくまで飲ませていただけるのです。

9あなたはいのちの泉です。

私たちはあなたの光を反映しているにすぎません。

10あなたを信じる人々に、

変わらない愛を注いでください。

どうか、お心にかなった生き方をしようとする人々を

お救いください。

11あの高慢な連中が私を踏みにじるのを、

許さないでください。

私が不正を行う者たちの手で、

もてあそばれることがないようにしてください。

12ごらんください。

彼らは投げ倒され、二度と立ち上がれません。

Het Boek

Psalmen 36:1-13

1Van David, de dienaar van de Here, voor de koordirigent.

2De zonde beïnvloedt de goddelozen,

ze hebben geen enkel ontzag voor God.

3De goddeloze denkt heel wat van zichzelf,

totdat het zover is dat zijn zonden aan het licht komen.

Dan wordt hij een gehaat man.

4Alles wat hij zegt, is slecht en bedrieglijk.

Verstandig en goed handelen is er niet bij.

5Zelfs in bed bedenkt hij nog allerlei kwaad,

hij bevindt zich op de verkeerde weg

en stelt zich open voor alles wat slecht is.

6Here, uw goedheid en liefde zijn zo groot,

uw trouw is oneindig, niet te meten.

7Uw rechtsgevoel is als de bergen

die U Zelf hebt gemaakt.

Uw oordeel is als een grote overstroming.

U bevrijdt mensen zowel als dieren, Here.

8Wat is het geweldig

om uw goedheid en liefde te mogen ervaren, Here!

Daarom komen talloze mensen bij U schuilen.

9Zij genieten van al het goede dat U hun biedt

en U overspoelt hen met uw zegeningen.

10Want U bent de bron van al het leven:

als wij in uw licht staan, zien wij de dingen duidelijk.

11Laten uw volgelingen

voortdurend uw goedheid en liefde mogen ervaren

en laten de eerlijke mensen

mogen delen in uw rechtsgevoel.

12Zorg toch dat

de hoogmoedige geen vat op mij krijgt

en de goddeloze mij niet opjaagt.

13De mensen die slechte dingen doen, zijn gevallen,

zij zijn neergeslagen en kunnen nooit meer opstaan!