出エジプト記 39 – JCB & HTB

Japanese Contemporary Bible

出エジプト記 39:1-43

39

祭司の装束を作る

1次に、青、紫、緋色の撚り糸で、祭司用の式服を作りました。同じ生地で、アロンの聖なる装束も作りました。すべて、主がモーセに命じたとおりです。 2エポデ(祭司が着用する、ひざ下までのそでなしの上着)も、同じ亜麻布と、金、青、紫、緋色の撚り糸で作りました。 3ベツァルエルは金の板を薄く延ばし、細く切って金糸を作りました。それを青、紫、緋色の糸に撚り込み、布に織ると、実に精巧な美しい布ができ上がりました。

4-5エポデには肩当てをつけ、両端を留めるようにしました。上に締める帯も織りました。生地はエポデと同じく、金、青、紫、緋色の細い撚り糸を織り込んだ亜麻布で、たいへん美しいものでした。主がモーセに指示したとおりです。

6-7二個のしまめのうを金の台にはめ、エポデの肩当てに縫いつけましたが、石には印章を彫るようにして、イスラエルの全部族の名を彫りました。この石を見て、神がイスラエルの民を絶えず思い起こせるようにしたのです。すべて主がモーセに指示したとおりです。

8胸当てもエポデと同じように、金、青、紫、緋色の撚り糸で織った上質の亜麻布で作りました。 9これは一あたり(約二十二センチ)四方の布で、二つに折って袋状にしました。 10そこには宝石を四列に並べました。最初の列はルビー、トパーズ、エメラルド。 11二列目はトルコ玉、サファイヤ、ダイヤモンド。 12三列目はヒヤシンス石、めのう、紫水晶。 13四列目は緑柱石、しまめのう、碧玉。これらはみな金の台にはめました。 14石には、イスラエルの十二部族の名を、印章と同じように彫りつけました。

15-18胸当てをエポデに結びつけるために、エポデの肩当てに金の環をつけました。この環と、胸当ての上部の金の留め金とを金の鎖でつなぐのです。 19ほかに、胸当ての下のへり、ちょうどエポデと接するところの内側にも、金の環を二個つけました。 20別の金の環を、エポデの肩当ての下部につけました。エポデの上から、美しく織った帯を締めるあたりです。 21胸当ての環とエポデの環とを青いひもでしばり、胸当てを、帯の上にしっかり結びつけました。すべて主の命じたとおりです。

22エポデの下に着る服は青糸で織りました。 23真ん中に、ちょうどよろいの首の部分のように頭を通す穴を開け、ほつれないようにかがりました。 24長服のすそには、青と紫と緋色の撚り糸で作ったざくろをつけました。 25-26ざくろとざくろの間には、純金の鈴もつけました。服のすそに鈴とざくろが交互に並ぶわけです。この長服は、アロンが祭司の務めをするときに着ます。主がモーセにそう命じたのです。

27細い撚り糸で織った亜麻布で、アロンと息子たちのために上着を作りました。 28-29美しいターバン、帽子、下着もみな同じ布で作り、帯には青、紫、緋色の糸で美しい刺しゅうをしました。主がモーセに命じたとおりです。

30最後に、ターバンの正面につける聖なるプレートを純金で作りました。その上には、「神のために特別に選ばれた者」ということばを彫り、 31青いひもでターバンに結びつけました。これも主が教えたとおりです。

32こうしてついに、主がモーセに指示したいっさいの作業が終わりました。 33-40そこで担当者は、でき上がった幕屋と付属品を全部、モーセのもとに運んで来ました。調度品、留め金、わく組みの板、横木、柱、土台、屋根と側面用の赤く染めた雄羊のなめし皮、特別になめしたじゅごんの皮、仕切り用の垂れ幕、十戒を納めた契約の箱、かつぎ棒、「恵みの座」、供えのパンのテーブルと付属品、供えのパン、純金の燭台とともしび皿、付属品、油、金の香の祭壇、注ぎの油、香りの高い香、天幕の入口用の垂れ幕、青銅の祭壇、青銅の格子、かつぎ棒と付属品、洗い鉢とその台、庭を仕切る引き幕とそれを支える柱、柱の土台と庭の入口に下げる幕、ひも類と釘、幕屋で使うあらゆる用具類です。 41そのほか、美しく仕立てた祭司用の式服も、モーセに点検してもらいました。つまり大祭司アロンの聖なる装束と、彼の息子たちが公式に着る衣装などです。

42このようにしてイスラエルの民は、主がモーセに指示したことを全部、そのとおりに行いました。 43モーセはでき上がったものを見て、すべての仕事が主の指示どおりにされていたので、彼らを祝福しました。

Het Boek

Exodus 39:1-43

Ambtskleding voor de priesters

1Van blauwpurper, roodpurper en scharlaken maakte het volk de ambtskleding voor de priesters, die zij droegen bij hun dienst in de tabernakel. Dezelfde stof werd gebruikt voor Aärons heilige kleren, zoals de Here Mozes had opgedragen.

2Het priesterkleed werd gemaakt van dezelfde stof, geweven met getwijnd fijn linnen. 3Besaleël bewerkte het goud tot dunne platen en sneed die daarna tot dunne draden die werden verwerkt tussen het blauwpurper, roodpurper, scharlaken en fijn linnen. Toen het klaar was, hadden zij een prachtig priesterkleed, een echt kunstwerk. 4-5 Het priesterkleed werd van boven bij elkaar gehouden door schouderstukken en onderaan vastgemaakt met een riem die een geheel vormde met de rest van het priesterkleed en uit dezelfde stof was vervaardigd, precies zoals de Here Mozes had opgedragen. 6-7 De onyxstenen, die op de schouderstukken moesten komen, werden in goud gezet en op de stenen werden de namen van de stammen van Israël gegraveerd, op dezelfde manier als initialen op een zegelring worden aangebracht. Deze stenen moesten de Here voortdurend herinneren aan het volk Israël. Ook dit werk werd precies zo uitgevoerd als de Here Mozes had opgedragen.

8De borsttas was een waar kunstwerk, net als het priesterkleed gemaakt van gouddraad, blauwpurper, roodpurper, scharlaken en getwijnd fijn linnen. 9Deze was 23 cm in het vierkant en dubbel, zodat een buidel ontstond. 10Daarin kwamen vier rijen stenen: op de eerste rij sardis, topaas en smaragd; 11op de tweede rij hematiet, saffier en diamant; 12op de derde rij opaal, agaat en amethist en 13op de vierde rij chrysoliet, onyx en jaspis. Alle stenen waren in een gouden zetting gevat. 14De stenen waren gegraveerd als een zegel, met op elke steen de naam van een van de twaalf stammen van Israël. 15-18Om de borsttas aan het priesterkleed te bevestigen, werd aan elk schouderstuk van het priesterkleed een gouden ring gemaakt. Twee gevlochten gouden kettinkjes liepen van die ringen naar twee ringen aan de bovenste rand van de borsttas. 19Twee andere gouden ringen werden vastgemaakt aan de onderste rand van de borsttas, bij het priesterkleed. 20Laag op de schouderstukken van het priesterkleed werden ook twee gouden ringen bevestigd, vlak boven de geweven riem. 21De ringen werden verbonden met behulp van een blauwpurperen koord, zodat de borsttas vastzat op de riem van het priesterkleed en niet kon wegschuiven. Er werd precies zo gewerkt als de Here het Mozes had bevolen.

22De mantel die onder het priesterkleed werd gedragen, werd geweven van blauwpurper, 23met een halsopening in het midden. Rond de halsopening zat een stevige rand, zodat hij niet kon inscheuren. 24De zomen van de mantel werden versierd met granaatappels in blauwpurper, roodpurper en scharlaken, alles getwijnd. 25-26 Ze maakten gouden belletjes en zetten die tussen de granaatappels, om en om, op de zoom van de mantel die Aäron bij zijn dienst droeg. Precies zoals de Here Mozes had bevolen.

27De onderkleden voor Aäron en zijn zonen werden geweven van fijn linnen. 28-29 Van hetzelfde fijne linnen werden de tulband, de hoofddoeken en de broeken gemaakt. De gordel werd geweven van blauwpurper, roodpurper en scharlaken, zoals de Here Mozes had opgedragen. 30Als laatste maakten zij de gouden plaat die op de voorkant van de tulband moest worden gedragen en graveerden daarin de woorden: ‘De heiligheid van de Here.’ 31Met een blauwpurperen koord werd de plaat aan de tulband bevestigd, zoals de Here Mozes had opgedragen.

32Zo werd dan de bouw van de tabernakel, de tent van ontmoeting, voltooid, precies volgens de instructies die de Here Mozes had gegeven. 33-40Toen brachten zij de tabernakel bij Mozes: al het toebehoren, de haken, panelen en dwarsbalken, de pilaren, de voetstukken, het dekkleed van het dak—een kleed van roodgeverfde ramsvellen en een kleed van dassenvellen—, het gordijn dat voor de ark moest komen te hangen, de ark met de Tien Geboden erin, de draagstokken, het verzoendeksel, de tafel en alle toebehoren, de toonbroden, de gouden kandelaar met de lampen, toebehoren en olie, het gouden altaar, de zalfolie, het reukwerk, het gordijn voor de ingang van de tabernakel, het koperen altaar, het koperen rooster, de draagstokken en het toebehoren, het wasvat en zijn voetstuk, de gordijnen van de voorhof en de pilaren die hen steunden, de voetstukken en de gordijnen bij de ingang van de voorhof, de scheerlijnen en grondpennen en al het andere toebehoren voor de dienst in de tabernakel. 41Ook de ambtskleding van de priesters voor de dienst in het heiligdom en de heilige kleding van Aäron de priester en de kleding voor zijn zonen werden bij Mozes gebracht. 42Zo voerde het volk Israël alle opdrachten uit die de Here Mozes had gegeven. 43Mozes inspecteerde hun werk en zegende hen, omdat alles precies volgens de opdrachten van de Here was uitgevoerd.