ヨブ 記 13 – JCB & HTB

Japanese Contemporary Bible

ヨブ 記 13:1-28

13

1あなたが引き合いに出したような例を

私は山ほど見てきた。

言いたいことはよくわかる。

2私はあなたと同じくらい

道理はわきまえているつもりだ。

3ああ、全能者とじかに話してみたい。

この問題を直接、話し合ってみたい。

4あなたたちは、あらゆることを誤解している。

藪医者もいいとこだ。

5頼むから、黙っていてくれ。

それが最高の知恵というものだ。

6さあ、聞いてくれ。

私の考えの背景にある道理と訴えに耳を貸してくれ。

7神は一度だって

あなたたちの言っているようなことを

口になさらないのに、

それでもなお、神の代弁者を気取るつもりか。

8真理を曲げるような、あなたたちの助けを

神は求めるだろうか。

9化けの皮がはがれないように注意することだ。

それとも人間同様に、

神も手玉にとれるとでも考えているのか。

10とんでもないことだ。

神を楯にとってうそ偽りを並べ立てると、

ひどい目に会うことになる。

11神の威厳に、あなたたちは恐れを覚えないのか。

そんなことがよくできたものだ。

12せっかくだが、これまでのご託宣は、

灰ひと握りの値打ちもない。

あなたたちは神を弁護しているつもりだろうが、

そんなものは土器のようにもろいのだ。

13余計な口出しはしないで、ほっておいてくれ。

私に話させてくれ。

結果がどうなろうと、私が責任をとる。

14こうなったら、いのちをかけてもいい。

思っていることを洗いざらいしゃべろう。

15そのため神に殺されるなら、それでもいい。

たとえ殺されても、私はやめない。

16私が不敬虔な者ではないので、

神の前から即刻立ち退きを命じられないことが、

せめてもの頼みの綱だ。

17これから言うことを、最後までよく聞いてほしい。

18私は自分が正しいことはわかっている。

これが私の言い分だ。

19このことで私と議論できる者がいるか。

もし、あなたたちが私の間違いを証明できるなら、

私は自分の弁護をやめ、いさぎよく死んでみせる。

20ああ神よ、お願いです。

二つのことだけはしないでください。

そうすれば、私は神と顔を合わせることができます。

21私を見捨てないでください。

あなたご自身の存在によって、

私をおびえさせないでください。

22来なさい、と声をかけてくだされば、

すぐにお答えします。

でなければ、私の質問に答えてください。

23私がどんな悪いことをしたか教えてください。

どこがいけないのか、はっきり示してください。

24なぜ御顔をそむけて、私を敵の手に渡すのですか。

25なぜ、風に吹き飛ばされた木の葉のような私を責め、

乾いた役立たずのわらのような私を追い回すのですか。

26あなたは、私を痛烈に批判し、

若いころの過ちを一つもらさず責め立てます。

27-28壁に囲まれた牢獄にぶち込まれ、

私は朽ちた木のようになり、

虫に食われた着物のようになります。

Het Boek

Job 13:1-28

Jobs rechtvaardigheid

1‘Veel van de dingen die jullie beschreven, heb ik met eigen ogen zien gebeuren, met mijn oren heb ik ervan gehoord.

2Ik weet evenveel als jullie. Ik kan mij met jullie meten.

3Och, wat verlang ik ernaar rechtstreeks met de Almachtige te spreken. Ik wil dit alles met God Zelf bespreken.

4Want jullie proberen mij leugens aan te praten. Jullie zijn een stelletje kwakzalvers.

5Houd je alsjeblieft stil! Dat zou meer getuigen van wijsheid.

6Luister nu maar eens naar mij, naar mijn argumenten en pleidooi.

7Blijven jullie net doen alsof jullie namens God spreken, hoewel Hij nooit de dingen heeft gezegd die jullie Hem in de mond leggen?

8Zou God willen dat jullie Hem helpen door de waarheid voor Hem te verdraaien?

9Dachten jullie dat hij jullie niet doorheeft? Of denken jullie soms dat God net zo gemakkelijk te bedriegen is als de mensen?

10Hij zal jullie zeker terechtwijzen als je stiekem partijdig bent.

11Geeft zijn majesteit je geen angstig gevoel in het hart? Maakt zijn grootheid jullie niet heel klein?

12Die prachtige uitspraken die jullie deden, hebben evenveel waarde als as. Jullie verdediging is zo breekbaar als aardewerk!

13Wees nu eens stil en laat mij eens wat zeggen, wat de gevolgen van mijn uitspraken ook mogen zijn.

14Waarom denken jullie dat ik mijn leven in eigen hand neem en zeg wat ik denk?

15God zou mij kunnen doden om wat ik zeg en eigenlijk verwacht ik ook dat Hij dat zal doen. Toch wil ik mijn zaak met Hem bespreken.

16Ik heb daarbij het voordeel dat ik niet goddeloos ben, anders zou ik niet eens in zijn nabijheid kunnen komen.

17Luister goed naar wat ik ga zeggen en laat mij uitspreken.

18Mijn rechtszaak is zo goed als geregeld: ik weet dat ik in mijn recht sta.

19Wie is dat niet met mij eens? Als je zou kunnen aantonen dat ik mij vergis, zou ik mijzelf niet verder verdedigen en liever meteen sterven.

20O God, ik smeek U om twee dingen, alleen dan zal ik in staat zijn U onder ogen te komen.

21Trek uw hand van mij terug en jaag mij geen angst aan voor uw oordeel.

22Roep mij bij U en U zult zien hoe snel ik zal antwoorden. Of laat mij met U praten en U een antwoord geven.

23Zeg mij toch wat ik precies verkeerd heb gedaan. Maak mij duidelijk wat mijn zonde is!

24Waarom verbergt U Zich voor mij? Waarom houdt U mij voor een vijand?

25Wilt U een weggewaaid blad opjagen of een droge strohalm vervolgen?

26U beschuldigt mij van kwade dingen en haalt alle zonden uit mijn jeugd weer naar boven.

27-28 U sluit mij op, U gaat al mijn gangen na en beperkt mij in mijn bewegingsvrijheid. En dat bij iemand die toch al van binnen rot is en vergaat als een door motten aangevreten mantel.’