イザヤ書 51 – JCB & HTB

Japanese Contemporary Bible

イザヤ書 51:1-23

51

エルサレムの永遠の救い

1-2自由の身となることを願い、主を尋ね求める者よ。

わたしの言うことを聞け。

あなたがたが掘り出された採石場、

切り出された岩を見よ。

先祖アブラハムとサラのことを考えてみよ。

あなたがたは、力がなく数も少ないと思い悩んでいる。

だが、わたしがアブラハムを呼び出したとき、

彼はたった一人ではなかったか。

それが祝福を受けて、大きな国になった。

3わたしは再びイスラエルを祝福し、

荒野を花畑とする。

何も生えなかった荒野は

エデンの園のように美しくなる。

そこは喜びと楽しみにあふれ、

感謝と美しい歌声が絶えない。

4わたしの民イスラエルよ、よく聞け。

わたしは必ず正義が勝つようにする。

5わたしの恵みと正義はすぐに来る。

救いは門口まで来ている。わたしは国々を支配する。

彼らはわたしを待ち望み、

わたしが来るのを待ちこがれている。

6高い空と足もとの地を見よ。

大空は煙のように消えてなくなり、

大地は着物のように古びる。

そこに住む者は、はえのように死ぬ。

だが、わたしの救いはいつまでもすたれることがない。

わたしの公正な支配は、

とだえることも行きづまることもない。

7わたしの言うことを聞け。

正しいことと間違ったことを知り、

わたしの教えを大切に胸にしまっている人よ。

人々のそしりや中傷を恐れてはならない。

8彼らは、虫が衣を食い荒らすように

食い尽くす。

だが、わたしの正義と恵みは

いつまでも続き、

わたしの救いは代々限りなく続く。

9主よ、目を覚ましてください。

立ち上がって、力を奮い起こしてください。

エジプトを打った昔のように、

ナイルの竜を刺し殺した時のように、

どうぞ立ち上がってください。

10あなたは今も、海を干上がらせ、

自ら救い出した民の通り道を

造った時と同じように、

全能の神ではありませんか。

11神に救い出された人たちの帰って来る時がきます。

彼らは喜びと永遠の歓喜にあふれ、

歌いながらエルサレムに帰って来ます。

悲しみと嘆きは消え去っています。

12「あなたを慰め、喜びを与えるのはわたしだ。

だから、草のようにしおれて枯れるただの人間を

恐れてはいけない。

13あなたは、あなたを造った神を恐れず、

星を大空にちりばめ、

地を造ったわたしを忘れてしまった。

人からの圧力に絶えずおびえ、

その怒りを買いはしないかと

一日中心配しているのか。

14奴隷の生活も長くはない。

もうすぐ自由の身になるのだ。

地下牢や飢えや死とは縁がなくなる。

15わたしはあなたの神、主であって、

海を真っ二つにし、とどろく波を壁にして

通り道を造った。

16わたしのことばをあなたの口に入れ、

わたしの手の中にあなたを隠し、守った。

星をそれぞれ決められた場所に置き、

この世界を造った。

わたしこそイスラエルに向かって、

『あなたはわたしのものだ』と言いきれる神だ。」

神の憤りの杯

17エルサレムよ、目を覚ましなさい。

あなたはもう十分に、神の憤りの杯を飲み干しました。

恐怖の杯を最後の一滴まで飲みました。

18力を貸し、相談相手になってくれる息子は、

一人も残っていません。

19荒廃と滅亡、それだけがあなたの分け前です。

ほかには、ききんと剣しかありません。

だれが同情し、慰めてくれるでしょう。

20息子たちは網にかかった大かもしかのように気を失い、

道に転がっています。

主が怒りを燃やしたからです。

21困りはて、酒も飲まないのに

頭がもうろうとしている人たちよ、安心しなさい。

22ご自分の民をかばうあなたの神、主は告げます。

「さあ、あなたの手から恐ろしい杯を取り上げよう。

もう二度とわたしの怒りを飲まなくてよい。

それは過ぎ去った。

23今度はこの恐ろしい杯を、

あなたを苦しめ、あなたのたましいを踏みにじり、

あなたの背中を踏み越えた者の手に渡す。」

Het Boek

Jesaja 51:1-23

De Here zal Israël opnieuw zegenen

1Luister naar Mij, allen die rechtvaardigheid najagen, die de Here zoeken! Denk aan de mijn waaruit u werd gedolven en aan de rots waaruit u werd gehakt! 2Ja, denk aan uw voorouders Abraham en Sara van wie u afstamt. U maakt zich zorgen omdat u met zo weinigen bent, maar Abraham was helemaal alleen toen Ik hem riep. En toen Ik hem zegende, groeide hij uit tot een machtig volk.

3Want de Here zal Israël opnieuw zegenen en haar woestijnen laten bloeien. Haar troosteloze wildernis zal mooi worden als de tuin van Eden. Vreugde en blijdschap, dankbaarheid en heerlijke liederen zullen daar de boventoon voeren. 4Luister naar Mij, mijn volk, luister, Israël, want van Mij gaat onderwijzing uit en de waarheid die Ik doe kennen, verlicht de volken. 5Mijn heil en gerechtigheid zijn in aantocht, uw redding is nabij. Ik zal de volken regeren, zelfs de eilanden verwachten Mij en verlangen naar mijn krachtig optreden. 6Kijk omhoog naar de hemel en naar de aarde onder uw voeten, want de hemel zal als rook verdwijnen, de aarde verslijt als een kledingstuk en de aardbewoners zullen als vliegen sterven. Maar mijn redding geldt voor eeuwig, mijn rechtvaardig bewind zal nooit sterven of eindigen. 7Luister naar Mij, u die het verschil tussen goed en kwaad kent en die mijn wet in uw hart draagt. Wees niet bang voor verachting door de mensen of voor hun bespottingen. 8Want de mot zal hen vernietigen als kledingstukken, de worm zal hen opeten als wol, maar mijn gerechtigheid en heil zullen eeuwig duren, mijn reddend heil van generatie op generatie.

9Toon op dit moment uw kracht, o Here. Laat U zien als in de dagen van weleer toen U Egypte, de draak van de Nijl, versloeg. 10Bent U vandaag niet dezelfde machtige God die de zee drooglegde en er een pad doorheen maakte voor hen die U had bevrijd? 11Zo zullen al de vrijgekochten van de Here naar Sion huiswaarts kunnen gaan, liederen van eeuwige vreugde zingend. In de stad zullen zorgen en verdriet tot het verleden behoren, alleen vreugde en blijdschap zullen daar heersen.

12Ik, Ik ben het die u troost en deze vreugde geeft. Waarom bent u bang voor gewone stervelingen? Die verdorren als gras en verdwijnen. 13Dat komt omdat u de Here, uw maker, vergeet. Hij heeft de sterren over de hemel verspreid en de aarde gemaakt. Blijft u bang voor onderdrukking door mensen en leeft u de hele dag in angst voor hun woede? Waar zijn die belagers en hun woede dan? 14Binnenkort, al heel snel, zult u, gevangenen, worden vrijgelaten. De kerker, verhongering en dood zullen uw lot niet zijn. 15Want Ik ben de Here uw God, de Here van de hemelse legers, die dwars door de zee voor u een pad maakte, een droge doorgang tussen de hoge golven. 16En Ik heb mijn woorden in uw mond gelegd en Ik bracht u in veiligheid, geborgen in de holte van mijn hand. Ik plantte de hemelen op hun plaats en vormde de hele aarde. Ik zeg tegen Israël: ‘U bent mijn volk!’ 17Word wakker, word wakker, Jeruzalem! U hebt genoeg gedronken uit de beker van Gods toorn. U hebt hem tot de laatste druppel leeggedronken en raakte geheel bedwelmd. 18Geen van haar zonen heeft het overleefd om haar te helpen of te vertellen wat zij moet doen. 19Deze twee dingen troffen u: vertwijfeling en verwoesting. Ja, honger en het zwaard. Wie van uw vrienden is overgebleven? Wie zal u nu nog troosten? 20Want uw zonen zijn bezweken en liggen in de straten, hulpeloos als wilde geiten die in een valkuil zijn gelopen. De Here heeft zijn toorn en bestraffing over hen uitgegoten. 21Maar luister, onderdrukten—vol zorgen en wankelend, maar niet van de sterke drank— 22want dit zegt de Here uw God, die voor zijn volk zorgt: ‘Kijk, Ik neem de vreselijke beker uit uw handen, u hoeft niet langer van mijn toorn te drinken, het is voorbij. 23Maar Ik zal die beker in handen geven van hen die u martelden en uw zielen in het stof vertrapten en die over u heen liepen.’