Zacharia 5 – HTB & JCB

Het Boek

Zacharia 5:1-11

De vliegende boekrol

1Ik keek weer op en zag een boekrol die door de lucht vloog. 2‘Wat ziet u?’ vroeg hij. ‘Een vliegende boekrol!’ antwoordde ik. ‘Van ongeveer negen meter lang en vier en een halve meter breed.’ 3‘Deze boekrol,’ zei hij, ‘bevat de woorden van Gods vervloeking die over het hele land gaan. Daarin staat dat iedereen die steelt of liegt, ter dood veroordeeld is.’ 4‘Met deze vervloeking tref Ik het huis van iedere dief of van ieder die vals zweert bij mijn naam,’ zegt de Here van de hemelse legers. ‘Mijn vloek zal op dat huis rusten en het volkomen vernietigen, met houtwerk, stenen en al.’

Het vliegende vat

5De engel die met mij sprak, kwam dichterbij en zei: ‘Kijk eens! Daar komt iets aanvliegen door de lucht!’ 6‘Wat is het?’ vroeg ik. Hij antwoordde: ‘Het is een groot vat, gevuld met de zonden uit het hele land.’ 7Toen werd het loden deksel van het vat opgelicht en ik zag er een vrouw in zitten. 8De engel zei: ‘Zij stelt de goddeloosheid voor.’ Hij duwde haar terug in het vat en liet het zware deksel weer vallen. 9Toen zag ik twee vrouwen die naar ons toe vlogen, met vleugels als van een ooievaar. Zij pakten het grote vat op en vlogen hoog in de lucht ermee weg. 10‘Waar brengen zij het vat naartoe?’ vroeg ik de engel. 11‘Naar Babel,’ antwoordde hij. ‘Daar bouwen ze een huis voor de vrouw en als dat klaar is, zal ze daar op een voetstuk gezet worden.’

Japanese Contemporary Bible

ゼカリヤ書 5:1-11

5

空中を飛ぶ巻物(第六の幻)

1また目を上げると、空中を飛んでいる巻物が見えました。 2「何が見えるか。」「飛んでいる巻物です。長さが二十キュビト(約九メートル)、幅が十キュビトくらいあるようです。」 3「巻物は、全地に及ぶ神ののろいのことばを示している。盗みをしたり、うそをついたりする者はみなさばかれ、死刑の宣告を受けたと書いてある。」 4全能の主は言います。「こののろいを、すべての盗人の家と、わたしの名によって偽りの誓いをするすべての者の家に送る。わたしののろいはその家にとどまり、徹底的に滅ぼす。」

かごの中の女性(第七の幻)

5それから御使いは、しばらく私を置き去りにしていましたが、戻って来てこう言いました。「上を見よ。何かが空を通って行く。」 6「何ですか、あれは。」「全地にはびこる罪でいっぱいの大きなかごだ。」 7突然、かごの重い鉛のふたが開きました。かごの中に一人の女が座っているではありませんか。 8御使いは「この女は罪悪を表している」と言い、女をかごに押し込め、重いふたをしっかりかぶせました。 9続けて見ていると、こうのとりのような翼を持った二人の女が、こちらに飛んで来ました。二人は大きなかごを持つと、空高く舞い上がりました。 10「かごの中の女を、どこへ連れて行くのですか」と私は尋ねました。 11「バビロンだ。そこにかごのために神殿を建て、それを拝むことになる。」