Psalmen 57 – HTB & NVI

Het Boek

Psalmen 57:1-12

1Een lied van David voor de koordirigent. Te zingen op de wijs van: ‘Vernietig niet.’ Een waardevol lied, dat hij schreef nadat hij voor Saul vluchtte in de grot.

2Wees mij nabij, o God,

en geef mij uw genade,

mijn ziel vindt alleen maar bescherming bij U.

Ik schuil in de schaduw van uw vleugels,

tot het gevaar is geweken.

3Ik roep tot God, de Allerhoogste,

die mij bevrijden zal.

4Hij zal mij hulp sturen vanuit de hemel

en mij verlossen.

Hij zal de man die mij naar het leven staat,

tot een mikpunt van spot maken.

God zal de waarheid aan het licht brengen

en zijn goedheid en liefde tonen.

5Ik voel mij als voor de leeuwen gegooid,

ik ben omringd door mensen

die mijn bloed willen zien.

Hun tanden zien er uit als speren en scherpe pijlen.

Hun tong is een scherp zwaard.

6Laat uw grootheid zien tot boven de hemelen, o God,

toon de hele aarde uw geweldige majesteit.

7Zij hebben een val voor mij gezet

om mij levend te vangen.

Zij hebben een kuil voor mij gegraven,

maar zijn er zelf in gevallen.

8O mijn God, U stelt mij gerust,

mijn hart is weer tot rust gekomen.

Ik zal liederen en psalmen voor U zingen.

9Word wakker, mijn ziel!

Word wakker, harp en citer!

Samen zullen wij de nieuwe dag tegemoettreden.

10Here, ik zal U de lof en eer brengen onder alle volken.

De hele wereld zal mijn lofpsalmen horen tot uw eer.

11Uw goedheid en liefde zijn onmetelijk,

verder dan de hemel reiken zij.

Uw trouw is niet te vatten,

die reikt verder dan de wolken.

12Laat uw grootheid zien tot boven de hemelen,

o God, toon de hele aarde uw geweldige majesteit.

Nueva Versión Internacional

Salmo 57:1-11

Salmo 57Sal 57 En el texto hebreo 57:1-11 se numera 57:2-12.

57:7-11Sal 108:1-5

Al director musical. Sígase la tonada de «No destruyas». Mictam de David, cuando David había huido de Saúl y estaba en una cueva.

1Ten piedad de mí, oh Dios;

ten piedad de mí, pues en ti me refugio.

A la sombra de tus alas me refugiaré,

hasta que haya pasado el peligro.

2Clamo al Dios Altísimo,

al Dios que me brinda su apoyo.

3Desde el cielo me envía la salvación

y reprende a mis perseguidores. Selah

¡Dios me envía su gran amor y su verdad!

4Me encuentro en medio de leones,

rodeado de gente rapaz.

Sus dientes son lanzas y flechas;

su lengua, una espada afilada.

5¡Sé exaltado, oh Dios, sobre los cielos!

¡Alza tu gloria sobre toda la tierra!

6Tendieron una red en mi camino

y mi ánimo quedó por los suelos.

En mi senda cavaron una fosa,

pero ellos mismos cayeron en ella. Selah

7Firme está, oh Dios, mi corazón;

firme está mi corazón.

¡Voy a cantarte y entonarte salmos!

8¡Despierta, alma mía!

¡Despierten, lira y arpa!

¡Haré despertar al nuevo día!

9Te alabaré, Señor, entre los pueblos;

te cantaré salmos entre las naciones.

10Pues tu gran amor se eleva hasta los cielos

y tu verdad llega hasta las nubes.

11¡Sé exaltado, oh Dios, sobre los cielos!

¡Alza tu gloria sobre toda la tierra!