Psalmen 46 – HTB & CARST

Het Boek

Psalmen 46:1-12

1Een lied van de Korachieten voor de koordirigent. Te zingen op de wijs van ‘De Jonkvrouwen.’

2Bij God vinden wij bescherming,

Hij is onze kracht.

In de moeilijkste omstandigheden

bleek steeds weer dat Hij ons te hulp komt.

3Daarom kennen wij ook geen angst,

al nam de aarde een andere positie in

en al scheurden de bergen die op de zeebodem staan.

4Laat het water maar bruisen en kolken,

laten de bergen maar wankelen

door de kracht van het water.

5Jeruzalem verblijdt zich over haar rivier,

de stad van God

die het heiligste huis van God, de Allerhoogste, is.

6God woont in haar,

zij zal niet snel ten onder gaan.

Elke dag opnieuw helpt God haar.

7Volken voeren oorlogen

en koninkrijken wankelen,

maar wanneer God zijn stem verheft,

krimpt zelfs de aarde ineen.

8De Almachtige Here is met ons.

De God van Jakob beschermt ons.

9Kom maar

en kijk naar alles wat de Here heeft gedaan.

Hij richt verwoestingen aan op aarde.

10Hij laat overal de oorlogen ophouden,

breekt de wapens doormidden

en verbrandt de strijdwagens.

11‘Word rustig en weet dat Ik God ben.

Ik ben de Hoogste onder alle volken,

de Grootste op de hele aarde.’

12De Almachtige Here is met ons,

de God van Jakob beschermt ons.

Священное Писание (Восточный перевод), версия для Таджикистана

Забур 46:1-10

Песнь 46

1Дирижёру хора. Песнь потомков Кораха.

2Рукоплещите, все народы,

вознесите Всевышнему крик радости.

3Как грозен Вечный, Высочайший,

великий Царь над всей землёй!

4Он покорил нам народы,

ногами мы попираем племена.

5Он избрал нам наследие –

гордость Якуба, которого Он возлюбил. Пауза

6Всевышний вознёсся под крики радости;

Вечный вознёсся под звуки рогов.

7Пойте Всевышнему хвалу, пойте!

Пойте хвалу нашему Царю, пойте!

8Всевышний – Царь над всей землёй;

пойте Ему искусную песнь.

9Всевышний царит над народами;

Всевышний восседает на святом престоле Своём.

10Собираются вожди народов

вместе с народом Бога Иброхима,

ведь земные правители46:10 Букв.: «щиты». принадлежат Всевышнему;

Он высоко превознесён над ними.