1Zorgt U voor mijn recht, God,
en voert U mijn verdediging tegen een goddeloos volk,
laat mij niet in de handen van oneerlijke mensen vallen.
2U bent immers de God tot wie ik kan vluchten?
Waarom helpt U mij niet?
Waarom moet ik terneergeslagen rondlopen,
onderdrukt door mijn tegenstanders?
3Stuur uw licht en uw waarheid om mij te begeleiden.
Laten zij mij naar uw heiligdom en naar uw woningen brengen.
4Want dan kan ik weer naar uw altaar gaan,
naar U, die de God van mijn vreugde bent.
Ik wil U lofzingen met mijn citer.
U bent mijn God!
5Waarom ben ik toch zo onrustig en terneergeslagen?
Ik wil op God vertrouwen,
Hem wil ik lofprijzen,
want Hij is mijn bevrijder en mijn God!
Salmo 43
1Faz-me justiça, ó Deus;
defende-me das acusações desta gente ímpia.
Livra-me do homem enganador e perverso.
2Pois tu, meu Deus, és o lugar onde me abrigo.
Porque me pões de lado?
Porque hei de viver assim triste,
com a opressão dos meus inimigos?
3Envia-me a tua luz e a tua verdade,
para que me guiem e me levem
à tua santa habitação, ao teu santo monte.
4Então chegar-me-ei ao altar de Deus,
do Deus que é a minha grande alegria.
Eu te louvarei com a minha harpa, meu Deus!
5Porque estás abatida, ó minha alma?
Porque estás perturbada?
Confia em Deus, pois ainda o louvarei.
Ele é a minha salvação! Ele é o meu Deus!
