Psalmen 34 – HTB & LCB

Het Boek

Psalmen 34:1-23

1Een lied van David, gemaakt nadat hij zich bij Abimelech gedroeg als een krankzinnige, waardoor deze hem wegstuurde en hij ontkwam.

2Ik wil de Here voortdurend prijzen,

mijn mond moet steeds overlopen van zijn eer.

3Mijn hele wezen beroemt zich op Hem,

laten allen die bij Hem horen, zich met mij verheugen.

4Laten wij samen de Here grootmaken

en zijn naam eren en prijzen.

5Toen ik de Here zocht,

heeft Hij mij geantwoord.

Hij heeft mij uit mijn vreselijke kwelling gered.

6Wie naar Hem opziet,

straalt van vreugde

en kan Hem met blijdschap aanzien.

7Ik was er zo ellendig aan toe,

maar toen ik naar de Here riep,

heeft Hij naar mij geluisterd.

Hij verloste mij uit alle ellende.

8De Engel van de Here

staat hen die ontzag voor Hem hebben, altijd bij

en verlost hen.

9Probeer het maar,

dan zult u ontdekken hoe goed de Here is.

Gelukkig is degene die bij Hem bescherming zoekt.

10Heb diep ontzag voor de Here, alle gelovigen!

Want wie Hem dienen,

zullen nooit gebrek lijden.

11Zelfs sterke jonge leeuwen

komen wel eens om van de honger,

maar wie de Here zoekt,

komt niets tekort.

12Kom maar, kinderen,

en luister goed naar mij:

ik zal u leren wat het betekent

ontzag te hebben voor de Here.

13Wie van u houdt van het leven

en wil graag gelukkig zijn?

14Houd dan uw tong in bedwang

en laat geen leugen over uw lippen komen.

15Keer het kwaad de rug toe

en doe wat goed is.

Probeer in vrede te leven,

streef daarnaar met heel uw hart.

16De Here laat voortdurend

zijn oog rusten op zijn volgelingen,

zijn oren horen elk hulpgeroep.

17Maar de Here keert Zich

tegen hen die zondigen,

van hen wil Hij niets meer weten.

18Wanneer zijn kinderen roepen,

luistert de Here,

Hij bevrijdt hen uit elke moeilijke situatie.

19De Here is heel dicht bij mensen met groot verdriet,

Hij helpt hen die terneergeslagen zijn.

20Vele zorgen en problemen kunnen de gelovige treffen,

maar de Here zal altijd voor uitredding zorgen.

21Hij beschermt zijn gebeente,

er zal geen bot worden gebroken.

22De ongelovige zal sterven door het onheil

en wie Gods kinderen haten, zullen daarvoor boeten.

23De Here bevrijdt zijn volgelingen

en iemand die bij Hem bescherming zoekt,

zal niet worden gestraft.

Luganda Contemporary Bible

Zabbuli 34:1-22

Zabbuli 34

Ya Dawudi. Bwe yeefuula okuba omugu w’eddalu mu maaso ga Abimereki, oluvannyuma eyamugoba, era naye n’amuviira.

134:1 Zab 71:6; Bef 5:20Nnaagulumizanga Mukama buli kiseera,

akamwa kange kanaamutenderezanga bulijjo.

234:2 a Yer 9:24; 1Ko 1:31 b Zab 119:74Omwoyo gwange guneenyumiririzanga mu Mukama;

ababonyaabonyezebwa bawulire bajaguzenga.

334:3 Luk 1:46Kale tutendereze Mukama,

ffenna tugulumizenga erinnya lye.

434:4 Mat 7:7Nanoonya Mukama, n’annyanukula;

n’ammalamu okutya kwonna.

534:5 a Zab 36:9 b Zab 25:3Abamwesiga banajjulanga essanyu,

era tebaaswalenga.

6Omunaku ono yakoowoola Mukama n’amwanukula,

n’amumalako ebyali bimuteganya byonna.

734:7 2Bk 6:17; Dan 6:22Malayika wa Mukama yeebungulula abo abatya Mukama,

n’abawonya.

834:8 a 1Pe 2:3 b Zab 2:12Mulegeeko mulabe nga Mukama bw’ali omulungi!

Balina omukisa abaddukira gy’ali.

934:9 Zab 23:1Musseemu Mukama ekitiibwa mmwe abatukuvu be,

kubanga abamutya tebaajulenga.

1034:10 Zab 84:11Empologoma zirumwa enjala ne ziggwaamu amaanyi;

naye abo abanoonya Mukama, ebirungi tebiibaggwengako.

1134:11 Zab 32:8Mujje wano baana bange, mumpulirize;

mbayigirize okutya Mukama.

1234:12 1Pe 3:10Oyagala okuwangaala mu bulamu obulungi,

okuba mu ssanyu emyaka emingi?

1334:13 1Pe 2:22Olulimi lwo lukuumenga luleme okwogera ebitasaana,

n’akamwa ko kaleme okwogera eby’obulimba.

1434:14 a Zab 37:27 b Beb 12:14Lekeraawo okukola ebibi, okolenga ebirungi;

noonya emirembe era ogigobererenga.

1534:15 a Zab 33:18 b Yob 36:7Amaaso ga Mukama gatunuulira abo abatuukirivu,

n’amatu ge gawulira okukaaba kwabwe.

1634:16 a Lv 17:10; Yer 44:11 b 1Pe 3:10-12* c Nge 10:7Mukama amaliridde okumalawo abakola ebibi,

okubasaanyizaawo ddala n’obutaddayo kujjukirwa ku nsi.

1734:17 Zab 145:19Abatuukirivu bakoowoola Mukama n’abawulira

n’abawonya mu byonna ebiba bibateganya.

1834:18 a Zab 145:18 b Is 57:15Mukama abeera kumpi n’abalina emitima egimenyese, era alokola abo abalina emyoyo egyennyise.

1934:19 a nny 17 b nny 4, 6; Nge 24:16Omuntu omutuukirivu ayinza n’okuba n’ebizibu bingi,

naye byonna Mukama abimuyisaamu.

2034:20 Yk 19:36*Amagumba ge gonna Mukama agakuuma,

ne watabaawo na limu limenyeka.

2134:21 Zab 94:23Ekibi kiritta abakola ebibi,

n’abalabe b’abatuukirivu balibonerezebwa.

2234:22 1Bk 1:29; Zab 71:23Mukama anunula abaweereza be;

so tewali n’omu ku abo abaddukira gy’ali alibonerezebwa.