1Wat zijn de ongelovige volken toch dwaas
om tegen de Here op te staan!
Het is onbegrijpelijk dat deze mensen proberen
God te slim af te zijn!
2De machthebbers van deze wereld
hebben hun hoofden bijeen gestoken
en de leiders
spannen samen tegen de Here en zijn gezalfde.
3‘Kom op,’ zeggen zij,
‘laten wij onze boeien verbreken
en onszelf bevrijden uit deze slavernij van God.’
4Maar God in de hemel lacht wanneer Hij hen hoort.
De Here bespot hun dwaze plannen.
5Hij zal hen in zijn toorn aanspreken.
Zij zullen van angst voor Hem ineenkrimpen.
6‘Dit is de Koning die Ik heb aangesteld,’
verklaart de Here dan,
‘en Ik heb Hem in Jeruzalem, mijn heilige stad,
een troon gegeven.’
7De Uitverkorene van de Here antwoordt vervolgens:
‘Ik zal de eeuwige bedoeling van de Here bekendmaken,
want Hij heeft tegen Mij gezegd:
“Jij bent mijn Zoon,
Ik heb Je vandaag het leven gegeven.
8Vraag Mij wat Je wilt
en Ik zal Je alle volken in bezit geven.
9Heers over hen met een ijzeren vuist,
verbrijzel hen alsof het potten van aardewerk zijn.” ’
10Wees daarom verstandig,
koningen en heersers van deze aarde,
en luister nu het nog kan!
11Dien de Here met eerbied en ontzag,
verheug u in Hem met een bevend hart.
12Val voor zijn Zoon op uw knieën.
Kus Hem,
want als binnenkort zijn toorn ontbrandt,
bent u verloren.
Zij die hun vertrouwen op Hem stellen,
zijn gelukkige en gezegende mensen!
Psalm 2
1Why do the nations conspire2:1 Hebrew; Septuagint rage
and the peoples plot in vain?
2The kings of the earth rise up
and the rulers band together
against the Lord and against his anointed, saying,
3‘Let us break their chains
and throw off their shackles.’
4The One enthroned in heaven laughs;
the Lord scoffs at them.
5He rebukes them in his anger
and terrifies them in his wrath, saying,
6‘I have installed my king
on Zion, my holy mountain.’
7I will proclaim the Lord’s decree:
He said to me, ‘You are my son;
today I have become your father.
8Ask me,
and I will make the nations your inheritance,
the ends of the earth your possession.
9You will break them with a rod of iron2:9 Or will rule them with an iron sceptre (see Septuagint and Syriac);
you will dash them to pieces like pottery.’
10Therefore, you kings, be wise;
be warned, you rulers of the earth.
11Serve the Lord with fear
and celebrate his rule with trembling.
12Kiss his son, or he will be angry
and your way will lead to your destruction,
for his wrath can flare up in a moment.
Blessed are all who take refuge in him.