1Prijs de Here!
Hij is een goede God.
Want zijn goedheid en liefde
blijven eeuwig bestaan.
2Laat ieder die door de Here is bevrijd,
dit blijven zeggen.
Hij heeft hen immers bevrijd
uit de macht van de vijand?
3Hij heeft hen teruggehaald
uit alle verre landen,
uit oost en west, uit noord en zuid.
4Er waren mensen
die ronddwaalden in de woestijn,
op eenzame plaatsen.
Zij hadden geen plek om te wonen.
5Door honger en dorst waren zij
aan het eind van hun krachten.
6Toen riepen zij in hun ellende tot de Here
en Hij redde hen uit al hun angst.
7Hij liet hen lopen
op een goed begaanbare weg
die leidde naar een stad
waar ook voor hen een huis was.
8Laten zij de goedheid en liefde van de Here prijzen
en Hem ook eren om alle wonderen
die Hij voor de mensen heeft gedaan.
9Maar ook omdat Hij
de dorstige mensen te drinken heeft gegeven
en de hongerigen heeft voorzien van voedsel.
10Er waren ook mensen
die in de duisternis moesten leven.
Zij zaten, lichamelijk of geestelijk, vastgebonden.
11Dat kwam doordat zij
niet wilden luisteren naar wat God zei.
Zij wisten het zelf beter!
Zij sloegen de raadgevingen van God,
de Allerhoogste, in de wind.
12Daarom had Hij hen in de moeilijkheden gebracht.
Toen zij vielen,
was er niemand die hen hielp.
13Toen riepen zij in hun ellende tot de Here
en Hij redde hen uit al hun angst.
14Hij leidde hen uit die diepe duisternis
waarin zij leefden,
en verbrak alles
waarmee zij zaten vastgebonden.
15Laten zij de goedheid en liefde van de Here prijzen
en Hem ook eren om alle wonderen
die Hij voor de mensen heeft gedaan.
16Maar ook omdat Hij
de koperen deuren heeft opengebroken
en de metalen sloten ervan heeft vernietigd.
17Ook waren er mensen
die dwaas handelden.
Wegens hun zondige leven en hun oneerlijkheid
werden zij gemarteld.
18Zij walgden bij het zien van eten
en stonden al met één been in het graf.
19Toen riepen zij in hun ellende tot de Here
en Hij redde hen uit al hun angst.
20Hij kwam en sprak met hen,
Hij maakte hen beter
en rukte hen weg voor de kaken van de dood.
21Laten zij de goedheid en liefde van de Here prijzen
en Hem ook eren om alle wonderen
die Hij voor de mensen heeft gedaan.
22Maar laten zij Hem ook lofoffers brengen
en juichend over zijn werk vertellen.
23Er waren ook mensen
die met hun schepen alle zeeën bevoeren
en overal handel dreven.
24Zij zagen het machtige scheppingswerk van de Here
en wat Hij in de zeeën had gemaakt.
25Soms, als Hij sprak,
stak er een storm op die de golven hoog opzweepte.
26Dan gingen zij met schip en al
omhoog met de golven
en even later weer diep naar beneden,
zij waren dan doodsbang.
27Zij vielen om en liepen als dronkemannen.
Er bleef van al hun fiere stoerheid niets meer over.
28Toen riepen zij in hun ellende tot de Here
en Hij redde hen uit al hun angst.
29Hij zwakte de storm af
tot een zacht ruisende wind
en de golven kalmeerden.
30Zij waren blij omdat alles weer tot rust kwam.
God Zelf bracht hen veilig naar de haven van bestemming.
31Laten zij de goedheid en liefde van de Here prijzen
en Hem ook eren om alle wonderen
die Hij voor de mensen heeft gedaan.
32Maar laten zij Hem ook prijzen
tegenover de leiders van het volk
en Hem de eer geven wanneer zij later alles vertellen.
33Hij bepaalt of een waterrijk gebied
een woestijn wordt
en bronnen opdrogen
en tot droog land worden.
34Of dat vruchtbaar land
zoute grond wordt,
omdat de bewoners slecht zijn.
35Maar Hij maakt ook woestijnen
tot vruchtbare streken
en in droge, gebarsten grond
laat Hij bronnen ontspringen.
36Daar laat Hij hongerige mensen wonen
en zij bouwen daar een stad.
37Zij zaaien akkers in
en leggen wijngaarden aan.
De opbrengst dient als voedsel.
38God zegent hen
en laat hen uitgroeien tot een groot volk.
Ook het vee neemt aanzienlijk toe.
39Maar als er rampen en slechte tijden komen,
wordt dat volk weer kleiner en verdwijnt.
40Er komt schande over de machthebbers,
zij dwalen rond zonder doel.
41God beschermt echter de armen,
Hij behoedt hen voor verdrukking
en breidt hun families uit.
42De oprechte mensen zijn blij als zij dit zien.
Oneerlijkheid trekt toch altijd aan het kortste eind.
43Wie denkt dat hij wijs is,
moet goed op deze dingen letten,
en vooral nooit de goedheid en zegeningen van de Here
over het hoofd zien.
제 5 권
(107-150)
여호와의 사랑에 대한 감사
1여호와께 감사하라.
그는 선하시고
그의 사랑은 영원하다.
2여호와의 구원을 받은 자들아,
이 찬송을 계속하라.
여호와께서 너희를
대적의 손에서 구출하여
3동서남북 사방에서
불러모으셨다.
4그들이 길 없는 사막에서
방황하며
살 성을 찾지 못하고
5굶주리고 목말라 시들어 갈 때에
6그들이 고통 가운데서
여호와께 부르짖자
여호와께서 그들을
그 고통에서 건지시고
7그들을 바른 길로 인도하여
정착할 성에 이르게 하셨다.
8그들은 여호와의 한결같은 사랑과
그가 행하신 놀라운 일에 대하여
그에게 감사해야 하리라.
9그가 갈망하는 심령을
만족하게 하시며
굶주린 심령에게
좋은 것으로 채워 주신다.
10사람이 흑암과
죽음의 그늘에서 살며
쇠사슬에 매여
고통하는 죄수처럼 되었으니
11그들이 하나님의 말씀을 거역하며
가장 높으신 분의 가르침을
거절하였음이라.
12그러므로 그가 고된 노동으로
그들의 기를 꺾어 버렸으니
그들이 엎드러져도
도와주는 자가 없었다.
13그때 그들이 고통 가운데서
여호와께 부르짖으므로
저가 그들을
그 고통에서 구해 내시고
14흑암과 죽음의 그늘에서
그들을 끌어내며
그 쇠사슬을 끊어 버렸다.
15그들은 여호와의 한결같은 사랑과
그가 행하신 놀라운 일에 대하여
그에게 감사해야 하리라.
16그가 놋문을 부수며
쇠빗장을 꺾으셨다.
17미련한 자들이
자기 죄 때문에 고통을 당하며
18식욕을 잃고
죽음의 문턱에 이르렀다.
19그때 그들이 고통 가운데서
여호와께 부르짖으므로
저가 그들을
그 고통에서 구해 내시고
20자기 말씀을 보내
그들을 고치시며
107:20 또는 ‘위경에서’파멸에서 그들을 건지셨다.
21그들은 여호와의 한결같은 사랑과
그가 행하신
놀라운 일에 대하여 감사하고
22그에게 감사제를 드리며
즐거운 노래로
그가 행한 모든 일을
선포해야 하리라.
23배를 타고 바다에서
무역하는 자들이
24여호와께서 행하시는
놀라운 일을 보았다.
25여호와께서 명령하시므로
광풍이 일어나
바다 물결을 일으켰다.
26그 배들이 높이 솟아올랐다가
물 속 깊이 들어가니
그들이 무서워
107:26 또는 ‘영혼이 녹는도다’간이 콩알만하였다.
27그들은 술 취한 사람처럼
이리저리 구르며 비틀거리고
어쩔 줄 몰랐다.
28그때 그들이 그 고통 가운데서
여호와께 부르짖으므로
그가 위험에서 그들을 구해 내시고
29광풍을 그치게 하여
물결을 잠잠하게 하셨다.
30바다가 잔잔하므로
그들이 기뻐하였으니
여호와께서 그들을
고대하던 항구로
안전하게 인도하셨다.
31그들은 여호와의 한결같은 사랑과
그가 행하신
놀라운 일에 대하여 감사하고
32백성의 모임에서 그를 높이며
지도자들이 모인 자리에서
그를 찬양해야 하리라.
33여호와께서는 강을 말려
광야가 되게 하시고
흐르는 샘을 마른 땅이 되게 하시며
34좋은 땅을
그 주민들의 죄악 때문에
소금밭이 되게 하시고
35광야도 연못이 되게 하시며
마른 땅도 물이 흐르는
샘이 되게 하셨다.
36그가 굶주린 자들을
그 곳에 정착하게 하시므로
그들이 살 성을 건설하고
37밭에 씨를 뿌리며 포도원을 만들고
풍성한 수확을 거두었다.
38그는 자기 백성을 축복하셔서
크게 번성하게 하시고
그들의 가축이 줄지 않게 하셨다.
39그들이 잔인한 학대와 고통으로
인구수가 줄어들고
비천하게 되었을 때
40여호와께서 그들의
탄압자들을 멸시하시고
그들을 길 없는 광야에서
방황하게 하셨다.
41그러나 그는 가난한 자들을
그 고통에서 구하시고
그 가족을 양떼처럼
많게 하셨다.
42의로운 자들은
이것을 보고 기뻐하는데
악한 자들은
입을 다물고 침묵을 지키는구나.
43지혜로운 자가 누구냐?
내가 하는 말을 듣고
여호와의 크신 사랑을 생각하라.