Nehemia 12 – HTB & CCBT

Het Boek

Nehemia 12:1-47

De inwijding van de stadsmuur

1Hier volgen de namen van de priesters die waren meegekomen met Zerubbabel, de zoon van Sealtiël, en Jesua: Seraja, Jeremia, 2-7Ezra, Amarja, Malluch, Hattus, Sechanja, Rehum, Meremoth, Iddo, Ginnethoi, Abia, Miamin, Maädja, Bilga, Semaja, Jojarib, Jedaja, Sallu, Amok, Hilkia en Jedaja. 8De Levieten die meegingen, waren Jesua, Binnuï, Kadmiël, Serebja, Juda en Mattanja. Mattanja en zijn broers leidden de zangkoren. 9Bakbukja en Unni, ook familie van hen, vormden het koor dat de antwoorden zong. 10-11 Jesua was de vader van Jojakim; Jojakim was de vader van Eljasib; Eljasib was de vader van Jojada; Jojada was de vader van Jonathan; Jonathan was de vader van Jaddua.

12-21Dit zijn de namen van de familiehoofden van de priesters die dienst deden onder de hogepriester Jojakim: Meraja, leider van de familie Seraja; Hananja, leider van de familie Jeremia; Mesullam, leider van de familie Ezra; Johanan, leider van de familie Amarja; Jonathan, leider van de familie Melichu; Jozef, leider van de familie Sebanja; Adna, leider van de familie Harim; Helkai, leider van de familie Merajoth; Zacharia, leider van de familie Iddo; Mesullam, leider van de familie Ginnethon; Zichri, leider van de familie Abia; Piltai, leider van de families Minjamin en Moadja; Sammua, leider van de familie Bilga; Jonathan, leider van de familie Semaja; Mattenai, leider van de familie Jojarib; Uzzi, leider van de familie Jedaja; Kallai, leider van de familie Sallai; Eber, leider van de familie Amok; Hasabja, leider van de familie Hilkia; Netanel, leider van de familie Jedaja.

22Van de familiehoofden van de priesters en Levieten werd tijdens de regering van koning Darius van Perzië een geslachtsregister opgesteld. Dat viel dus samen met de tijd van Eljasib, Jojada, Johanan en Jaddua, allemaal Levieten. 23In ‘Het Boek der Kronieken’ werden de namen van de Levitische familiehoofden genoteerd. Het werd bijgehouden tot de tijd van Johanan, de zoon van Eljasib. 24De leiders van de Levieten in die tijd waren Hasabja, Serebja en Jesua, de zoon van Kadmiël. Hun familieleden hielpen hen bij de lofdiensten en de dankdiensten zoals David, de man van God, had bevolen. 25De poortwachters die de wacht hielden bij de voorraadkamers bij de poorten, waren Mattanja, Bakbukja, Obadja, Mesullam, Talmon en Akkub. 26Deze mensen waren tijdgenoten van Jojakim, de zoon van Jesua, de zoon van Jozadak, en van mij, gouverneur Nehemia, en van de priester en geestelijk leider Ezra.

27De tijd brak aan waarin Jeruzalems nieuwe stadsmuur zou worden ingewijd. Alle Levieten kwamen naar Jeruzalem om te helpen bij de plechtigheden. Zij droegen bij aan de feestelijkheden door lofliederen te zingen, zichzelf begeleidend met bekkens, harpen en citers. 28Vanuit de omringende dorpen en de dorpen bij Netofa kwamen ook de zangers naar Jeruzalem. 29Anderen waren afkomstig uit Bet-Hagilgal en het gebied bij Gibea en Azmaveth, want zij hadden hun eigen dorpen rondom Jeruzalem gebouwd. 30De priesters en Levieten reinigden niet alleen zichzelf, maar ook het volk en de muur met zijn poorten.

31Toen klom ik met de leiders van Juda op de muur. Ik verdeelde de aanwezigen in twee koorgroepen, die elk in tegenovergestelde richting over de muur moesten lopen. Tijdens het lopen moesten zij lofliederen zingen. De eerste koorgroep trok rechtsom, in de richting van de Aspoort. 32-34Deze groep bestond uit de helft van de leiders van Juda plus Hosaja, Azarja, Ezra, Mesullam, Juda, Benjamin, Semaja en Jeremia. 35-36 De priesters die op de trompetten bliezen, heetten Zacharia, de zoon van Jonathan, de zoon van Semaja, de zoon van Mattanja, de zoon van Micha, de zoon van Zakkur, de zoon van Asaf, Semaja, Azareël, Milalai, Gilalai, Maäi, Netanel, Juda en Hanani. Zij gebruikten de muziekinstrumenten van koning David. De geestelijk leider Ezra liep aan het hoofd van deze stoet. 37Toen zij bij de Bronpoort kwamen, liepen zij rechtdoor en beklommen de trappen die langs Davids paleis omhoog leidden naar de Stad van David. Vandaar trokken zij naar de Waterpoort aan de oostkant van de stad.

38Ondertussen was de andere koorgroep, die waarin ik meeliep, in tegenovergestelde richting gegaan om hen te ontmoeten. We liepen van de Bakoventoren tot de Brede Muur 39en verder langs de Efraïmpoort, de Oude Poort, de Vispoort, de Hananeëltoren en de Meatoren naar de Schaapspoort. Wij hielden halt bij de Gevangenpoort. 40-41 De beide koren vervolgden hun weg tot op het tempelplein. Bij ons, dat wil zeggen bij de helft van de leiders en mijzelf, voegden zich de trompetspelende priesters Eljakim, Maäsja, Minjamin, Michaja, Eljoënai, Zacharia en Hananja, 42en de zangers Maäseja, Semaja, Eleazar, Uzzi, Johanan, Malkia, Elam en Ezer. Zij zongen luid en duidelijk onder leiding van koorleider Jizrahja. 43Op die vreugdevolle dag werden heel veel offers gebracht, want God had ons grote blijdschap geschonken. Ook de vrouwen en kinderen deelden in de feestvreugde. Het feestgedruis in Jeruzalem was tot in de verre omtrek te horen!

44Op die dag werden er mannen aangesteld die de verantwoordelijkheid kregen voor de voorraadkamers. Daarin werden de bijdragen voor de priesters en Levieten, de opbrengst van de eerste oogst en de tienden bijeengebracht. Deze mannen moesten daarin de wettelijk vastgestelde bijdragen van de akkers bij de steden opbergen, deze bijdragen waren bestemd voor de priesters en de Levieten, want het volk van Juda waardeerde hen en hun werk enorm. 45De mensen hadden ook grote achting voor de zangers en poortwachters. Deze hielpen de priesters en Levieten bij de erediensten en het nakomen van de reinigingsvoorschriften, zoals David en zijn zoon Salomo hadden bepaald. 46In de tijd van David en Asaf ligt de oorsprong van de dienst van de zangers die God met liederen eer en dank brengen. 47In de tijd van Zerubbabel en Nehemia, bracht het volk dagelijks voedsel naar de zangers, poortwachters en Levieten. De Levieten gaven op hun beurt een deel van wat zij hadden ontvangen aan de priesters, de nakomelingen van Aäron.

Chinese Contemporary Bible (Traditional)

尼希米記 12:1-47

祭司和利未人的名單

1以下是與撒拉鐵的兒子所羅巴伯耶書亞一起回來的祭司和利未人:

祭司有西萊雅耶利米以斯拉2亞瑪利雅瑪鹿哈突3示迦尼利宏米利末4易多近頓亞比雅5米雅民瑪底雅璧迦6示瑪雅約雅立耶大雅7撒路亞木希勒迦耶大雅。這些人在耶書亞的時代是祭司和他們弟兄的首領。

8利未人有耶書亞賓內甲篾示利比猶大瑪他尼瑪他尼及其弟兄負責感恩詩歌。 9他們的弟兄八布迦烏尼站在他們對面供職。

耶書亞大祭司的後代

10耶書亞約雅金約雅金以利亞實以利亞實耶何耶大11耶何耶大約拿單約拿單押杜亞

做族長的祭司

12約雅金時代,祭司家族的族長有西萊雅家族的米拉雅耶利米家族的哈拿尼雅13以斯拉家族的米書蘭亞瑪利雅家族的約哈難14米利古家族的約拿單示巴尼家族的約瑟15哈琳家族的押拿米拉約家族的希勒愷16易多家族的撒迦利亞近頓家族的米書蘭17亞比雅家族的細基利米拿民家族的無名氏,摩亞底家族的毗勒太18璧迦家族的沙姆亞示瑪雅家族的約拿單19約雅立家族的瑪特乃耶大雅家族的烏西20撒來家族的加萊亞木家族的希伯21希勒迦家族的哈沙比雅耶大雅家族的拿坦業

祭司和利未家族的記錄

22以利亞實耶何耶大約哈難押杜亞的時代,利未人的族長都列入名冊;在波斯大流士執政期間,祭司的族長也都列入名冊。 23做族長的利未子孫的名字都記錄在歷代志上,直到以利亞實的兒子約哈難的時代。

聖殿供職的班次

24哈沙比雅示利比甲篾的兒子耶書亞利未人的首領。他們的弟兄站在他們對面,照上帝僕人大衛的吩咐一班一班地讚美、稱頌上帝。 25負責守衛庫房的是瑪他尼八布迦俄巴底亞米書蘭達們亞谷26他們任職時正值約撒達的孫子、耶書亞的兒子約雅金尼希米省長和律法教師以斯拉祭司的時代。

尼希米奉獻新城牆

27耶路撒冷的城牆典禮之際,民眾把各處的利未人請到耶路撒冷,來稱頌、歌唱、敲鈸、鼓瑟、彈琴,歡慶典禮。 28歌樂手的子孫從耶路撒冷周圍地區,尼陀法的村莊, 29伯·吉甲,以及迦巴押瑪弗地區被招聚起來,因為歌樂手已在耶路撒冷周圍為自己建立了村莊。 30祭司和利未人自潔,然後潔淨民眾、城門和城牆。

31我率猶大的首領上到城牆上,使稱頌的歌樂手分成兩大隊,一隊從城牆上向右前往糞廠門, 32跟在他們後面的有何沙雅和半數的猶大首領, 33還有亞撒利雅以斯拉米書蘭34猶大便雅憫示瑪雅耶利米35還有一些吹號的祭司,包括約拿單的兒子撒迦利亞——約拿單示瑪雅的兒子,示瑪雅瑪他尼的兒子,瑪他尼米該亞的兒子,米該亞撒刻的兒子,撒刻亞薩的兒子—— 36還有撒迦利亞的弟兄示瑪雅亞撒利米拉萊基拉萊瑪艾拿坦業猶大哈拿尼,他們都拿著上帝僕人大衛的樂器。隊伍由律法教師以斯拉帶領。 37他們經過泉門,沿大衛城的臺階,順城牆的地勢而上,經過大衛的宮殿,走到東面的水門。

38第二隊稱頌的歌樂手向左走,我和半數的民眾在城牆上跟著他們,經過爐樓一直走到寬牆, 39然後又經過以法蓮門、古門、魚門、哈楠業樓、哈米亞樓,遠至羊門,之後停在護衛門。 40這兩隊稱頌的歌樂手站在上帝的殿裡,我和半數的首領也站在那裡, 41同時還有吹號的祭司以利亞金瑪西雅米拿民米該雅以利約乃撒迦利亞哈楠尼亞42以及瑪西雅示瑪雅以利亞撒烏西約哈難瑪基雅以攔以謝。歌樂手在伊斯拉希雅的領導下高聲歌唱。 43那天,眾人獻上許多祭物,滿心歡喜,因為上帝賜給他們極大的喜樂,連婦孺也都歡喜,以致耶路撒冷的歡聲遠處可聞。

預備聖殿的需要

44那天,有人被委派管理庫房,把舉祭、初熟之物和十一奉獻收集在庫房裡。他們要照律法的規定從各城田地收集祭司和利未人當得的份,因為猶大人對祭司和利未人的供職很滿意。 45祭司和利未人遵行上帝的吩咐,遵守潔淨的禮。歌樂手和殿門守衛也遵照大衛和他兒子所羅門的命令行事。 46遠在大衛亞薩的時代就有歌樂手,並有讚美、稱頌上帝的詩歌。 47所羅巴伯尼希米的時代,全體以色列人供應歌樂手和殿門守衛的日常需用,並分出一份給利未人,利未人又分出一份給亞倫的子孫。