Lucas 1 – HTB & TNCV

Het Boek

Lucas 1:1-80

De geboorte van Johannes de Doper aangekondigd

1Beste Theofilus, er zijn al verscheidene boeken over het leven van Jezus Christus geschreven. 2Men is daarbij steeds uitgegaan van wat de eerste leerlingen en andere ooggetuigen hebben verteld. 3Toch dacht ik dat het nuttig zou zijn alles nog eens nauwkeurig na te gaan en u daarvan een geordend verslag uit te brengen. 4U zult zien dat het volledig overeenstemt met wat u is geleerd.

5Mijn verhaal begint bij de Joodse priester Zacharias, die leefde in de tijd dat Herodes koning van Judea was. Hij behoorde tot de priesterafdeling van Abia. Zijn vrouw Elisabeth kwam net als hijzelf uit het priestergeslacht van Aäron. 6Zacharias en Elisabeth waren goede mensen, die zich stipt aan Gods wetten hielden. 7Zij hadden geen kinderen, omdat Elisabeth onvruchtbaar was. Op het moment dat dit verhaal begint, waren zij allebei al erg oud.

8Op een dag had Zacharias dienst in de tempel, omdat zijn afdeling aan de beurt was. 9Er werd altijd om geloot wie het heiligdom van God zou binnengaan om wierook te branden. Deze keer was het lot op Zacharias gevallen. 10Terwijl hij in het heiligdom bezig was, stonden op het tempelplein vele mensen te bidden. 11Plotseling zag Zacharias een engel van de Here staan, rechts van het altaar waarop de wierook werd gebrand. 12Hij wist niet wat hem overkwam en werd bang. 13De engel zei: ‘Wees niet bang, Zacharias. Ik ben gekomen om u te vertellen dat God uw gebed heeft verhoord. Uw vrouw Elisabeth zal een zoon krijgen en u moet hem Johannes noemen. 14Hij zal u en vele andere mensen heel erg blij maken. 15Uw zoon zal een groot man zijn in de ogen van de Here. Hij mag geen druppel wijn of sterke drank drinken en al voor zijn geboorte zal hij vol zijn van de Heilige Geest. 16Hij zal vele Joden ervan overtuigen dat zij moeten terugkeren tot de Here, hun God. 17Hij zal een bijzondere man zijn, een boodschapper met dezelfde geest en kracht als de profeet Elia. Hij zal ouders en kinderen verzoenen en de ongehoorzamen weer op het pad van de rechtvaardigheid brengen. Zo vormt hij een volk dat gereedstaat voor God.’ 18Zacharias zei tegen de engel: ‘Moet ik dat zomaar geloven? Ik ben immers al oud en mijn vrouw ook!’

19Toen zei de engel: ‘Ik ben Gabriël en leef heel dicht bij God. Hij heeft mij naar u toegestuurd om u dit te vertellen, maar u wilt mij niet geloven. 20Daarom zult u vanaf nu niet meer kunnen spreken. Pas als het kind geboren is, zult u weer kunnen spreken. Want wat ik heb gezegd, zal precies op tijd uitkomen.’ 21Ondertussen stonden de mensen buiten op Zacharias te wachten. Zij vroegen zich af waarom hij zo lang in het heiligdom bleef. 22Eindelijk kwam hij naar buiten, maar hij zei niets. Hij kon geen woord uitbrengen. Uit zijn gebaren konden zij opmaken dat hij in het heiligdom een engel had gezien. 23Zacharias bleef in de tempel tot zijn dienst voorbij was en ging toen naar huis terug. 24Kort daarna werd Elisabeth zwanger. Vijf maanden lang kwam zij niet onder de mensen. 25‘Wat is de Here goed voor mij!’ juichte zij. ‘Hij heeft de schande van mij weggenomen dat ik geen kinderen had.’

De geboorte van Jezus aangekondigd

26Toen Elisabeth in haar zesde maand was, stuurde God de engel Gabriël naar Nazareth, een stad in Galilea. 27Hij moest bij Maria zijn, een jonge vrouw die verloofd was met een zekere Jozef, die nog van koning David afstamde. 28Gabriël kwam bij haar binnen en zei: ‘Ik wens u vrede toe! U bent een gelukkige vrouw. De Here zij met u!’ 29Maria raakte daardoor in de war en werd bang. Zij vroeg zich af wat hij bedoelde. 30‘Wees niet bang, Maria,’ zei de engel, ‘want God heeft besloten u heel bijzonder te zegenen. 31U zult zwanger worden en een zoon krijgen, die u de naam Jezus moet geven. 32Hij zal een groot man zijn en Zoon van de Allerhoogste worden genoemd. God, de Here, zal Hem de troon van zijn voorvader David geven. 33Hij zal voor altijd over het volk Israël regeren en aan zijn regering zal geen einde komen.’

34‘Maar hoe kan ik een kind krijgen?’ vroeg Maria. ‘Ik ben nog maagd.’ 35De engel antwoordde: ‘De Heilige Geest zal over u komen. U zult zwanger worden door de kracht van God. Daarom zal uw Kind heilig zijn en de Zoon van God worden genoemd. 36Ik heb nog meer nieuws. Het is over uw oude tante Elisabeth. U weet dat zij geen kinderen kon krijgen, maar nu verwacht zij een zoon. Zij is al in haar zesde maand. 37Voor God is niets onmogelijk. Wat Hij zegt, gebeurt.’

38‘Goed,’ zei Maria, ‘de Here mag met mij doen wat Hij wil. Ik hoop dat het zo zal gaan als u mij hebt gezegd.’ Daarop ging de engel weg.

39Kort daarop reisde Maria zo vlug zij kon naar het bergland van Judea om Elisabeth te bezoeken. 40Zij ging het huis van Zacharias binnen en groette Elisabeth. 41Toen Elisabeth de groet van Maria hoorde, begon het kind in haar buik te trappelen. En Elisabeth zelf werd vol van de Heilige Geest. 42Zij jubelde het uit en zei tegen Maria: ‘Jij bent de meest gezegende vrouw van de hele wereld en jouw kind draagt Gods zegen.

43Wat een eer dat de moeder van mijn Here bij mij op bezoek komt. 44Want toen je binnenkwam en ik je stem hoorde, begon het kind in mijn buik te trappelen van blijdschap. 45Jij hebt geloofd dat God zou doen wat Hij zei. Wat een geluk!’

46Maria antwoordde: ‘Ik prijs de Here met mijn hele hart! 47Ik kan mijn blijdschap niet op! 48God, mijn Redder, heeft aan mij gedacht. En ik ben maar een gewone vrouw. Nu zullen de mensen altijd en overal zeggen dat ik bevoorrecht ben, 49want de machtige, heilige God heeft grote dingen voor mij gedaan. 50Hij is altijd goed voor mensen, die ontzag voor Hem hebben. 51Hij heeft laten zien hoe groot en machtig Hij is. Hij heeft hoogmoedige mensen in verwarring gebracht 52en vorsten van hun troon gestoten. Maar gewone mensen zijn door Hem op een voetstuk gezet. 53Hij heeft hongerigen overladen met het goede en rijken met lege handen weggestuurd. 54Hij heeft zijn knecht Israël geholpen. 55Hij is zijn belofte niet vergeten, want hij had Abraham en zijn kinderen beloofd altijd goed voor hen te zijn.’

56Maria bleef ongeveer drie maanden bij Elisabeth. Toen ging zij terug naar huis. 57De dag kwam dat Elisabeths kind geboren werd en het was een jongen. 58Natuurlijk kwamen haar buren en familieleden het al gauw te weten. Iedereen was blij omdat de Here zo goed voor haar was geweest. 59Toen het kind acht dagen oud was, werd naar Joods gebruik zijn voorhuid weggesneden en kreeg hij zijn naam. Ieder die bij deze plechtigheid aanwezig was, dacht dat het kind net als zijn vader Zacharias zou heten. 60Maar Elisabeth zei: ‘Nee! Hij moet Johannes heten.’ 61‘Johannes? Er is toch niemand in de hele familie die zo heet!’ zei men. 62Ze vroegen de vader wat hij ervan vond. 63Hij maakte hun duidelijk dat hij iets wilde hebben om op te schrijven. 64Tot ieders verbazing schreef hij: ‘Zijn naam is Johannes.’ Op hetzelfde moment kon hij weer spreken en begon hij God te prijzen. 65Dit maakte diepe indruk op de mensen. Overal in het bergland van Judea werd erover gesproken. 66Ieder die het nieuws hoorde, nam het ter harte en zei: ‘Wat zal er van dat kind worden?’ Want het was duidelijk dat de Here iets bijzonders met hem voorhad. 67Zacharias werd vol van de Heilige Geest, die hem liet zeggen: 68‘Prijs de Here, de God van Israël. Hij heeft zijn volk bezocht en gered. 69Hij heeft ons een machtige Redder gestuurd uit het geslacht van zijn dienaar David, 70zoals Hij lang geleden door zijn heilige profeten had beloofd. 71Hij heeft ons iemand gestuurd die ons zal redden uit de handen van onze vijanden, van allen die ons haten. 72Hij is goed voor onze voorouders geweest. 73Hij heeft zijn plechtige belofte aan Abraham niet vergeten. 74Hij heeft ons het voorrecht gegeven Hem te dienen zonder angst, bevrijd uit de handen van onze vijanden. 75Wij mogen bij Hem horen en doen wat Hij zegt, heel ons leven lang.

76En jij, kind, jij zult een profeet van de Allerhoogste God worden genoemd. Jij zult voor de Redder uitgaan om zijn volk voor te bereiden op zijn komst. 77Jij zult hun vertellen dat zij gered kunnen worden door de vergeving van hun zonden. 78Want het hart van onze God loopt over van liefde en goedheid. Een hemels licht zal op ons schijnen, 79zodat de mensen die in het donker en de schaduw van de dood zitten, weer kunnen zien en wij op de weg van de vrede worden gebracht.’

80De jonge Johannes groeide op en werd sterk gemaakt door de Heilige Geest. Hij hield zich op in dorre streken en bleef daar tot de dag dat hij in het openbaar in Israël optrad.

Thai New Contemporary Bible

ลูกา 1:1-80

บทนำ

1หลายคนได้ประมวลเรื่องราวต่างๆ ที่ได้สำเร็จ1:1 หรือได้เป็นที่เชื่อถืออย่างมั่นคงท่ามกลางพวกเรา 2ตามที่สืบทอดมาถึงเราจากบรรดาผู้ที่ได้เห็นกับตาตั้งแต่ต้นและเป็นผู้รับใช้แห่งพระวจนะ 3เนื่องจากข้าพเจ้าเองได้สืบสวนทุกสิ่งอย่างถี่ถ้วนมาตั้งแต่ต้น จึงเห็นควรที่จะบันทึกสิ่งเหล่านี้ให้เป็นเรื่องเป็นราวเพื่อท่านเธโอฟีลัสที่เคารพยิ่ง 4จะได้ทราบแน่ชัดว่าเรื่องต่างๆ ที่เรียนรู้มานั้นจริงแท้แน่นอน

พยากรณ์ถึงการกำเนิดของยอห์นผู้ให้บัพติศมา

5ในรัชสมัยของกษัตริย์เฮโรดแห่งยูเดียมีปุโรหิตคนหนึ่งชื่อเศคาริยาห์ อยู่ในสังกัดกองเวรปุโรหิตอาบียาห์ เอลีซาเบธภรรยาของเขาก็สืบเชื้อสายมาจากอาโรนด้วย 6ทั้งคู่เป็นคนชอบธรรมในสายพระเนตรของพระเจ้า ยึดถือบทบัญญัติและกฎเกณฑ์ทั้งปวงขององค์พระผู้เป็นเจ้าอย่างไม่มีที่ติ 7แต่พวกเขาไม่มีบุตรเพราะเอลีซาเบธเป็นหมันและทั้งสองก็ชราแล้ว

8ครั้งหนึ่งเมื่อกองเวรของเศคาริยาห์เข้าประจำการและเขากำลังปฏิบัติหน้าที่ปุโรหิตต่อหน้าพระเจ้า 9เขาได้รับเลือกโดยการจับฉลากตามธรรมเนียมของปุโรหิตที่จะเข้าไปเผาเครื่องหอมบูชาในพระวิหารขององค์พระผู้เป็นเจ้า 10และเมื่อถึงเวลาเผาเครื่องหอม ผู้นมัสการทั้งปวงที่ชุมนุมกันก็กำลังอธิษฐานอยู่ข้างนอก

11แล้วทูตองค์หนึ่งขององค์พระผู้เป็นเจ้ามาปรากฏแก่เขาโดยยืนอยู่ด้านขวาของแท่นเผาเครื่องหอม 12เมื่อเศคาริยาห์เห็นก็ตกใจกลัว 13แต่ทูตนั้นกล่าวกับเขาว่า “เศคาริยาห์เอ๋ย อย่ากลัวเลย พระเจ้าทรงได้ยินคำอธิษฐานของท่านแล้ว เอลีซาเบธภรรยาของท่านจะคลอดบุตรชาย จงตั้งชื่อเขาว่ายอห์น 14เขาจะเป็นความชื่นชมยินดีและความสุขใจแก่ท่านและคนทั้งหลายจะปีติยินดีที่เขาเกิดมา 15เพราะเขาจะยิ่งใหญ่ในสายพระเนตรขององค์พระผู้เป็นเจ้า เขาจะไม่ดื่มเหล้าองุ่นและของมึนเมาเลย และเขาจะเปี่ยมด้วยพระวิญญาณบริสุทธิ์ตั้งแต่เกิด1:15 หรืออยู่ในครรภ์มารดา 16เขาจะนำชนอิสราเอลมากมายกลับมาหาองค์พระผู้เป็นเจ้าพระเจ้าของพวกเขา 17และเขาจะนำหน้าองค์พระผู้เป็นเจ้าด้วยจิตใจและฤทธิ์อำนาจของเอลียาห์ เพื่อให้จิตใจของบิดาหันมาหาบุตรและให้คนดื้อด้านหันมาสู่สติปัญญาของผู้ชอบธรรม เพื่อจัดเตรียมชนชาติหนึ่งไว้สำหรับองค์พระผู้เป็นเจ้า”

18เศคาริยาห์ถามทูตนั้นว่า “ข้าพเจ้าจะแน่ใจในเรื่องนี้ได้อย่างไร? ตัวข้าพเจ้าก็ชราและภรรยาก็อายุมากแล้ว”

19ทูตนั้นตอบว่า “เราคือกาเบรียล เรายืนอยู่ต่อหน้าพระเจ้า พระองค์ทรงใช้เรามาพูดกับท่านและให้มาบอกข่าวดีนี้แก่ท่าน 20บัดนี้ท่านจะเป็นใบ้ตราบจนวันที่สิ่งนี้เกิดขึ้นเพราะท่านไม่เชื่อคำของเราซึ่งจะเป็นจริงเมื่อถึงเวลาที่กำหนด”

21ขณะเดียวกันนั้นผู้คนกำลังรอเศคาริยาห์และสงสัยว่าทำไมเขาจึงอยู่ในพระวิหารนานนัก 22เมื่อเขาออกมาก็พูดกับใครไม่ได้ และเนื่องจากเขาพยายามแสดงท่าทางต่างๆ แก่พวกเขาแต่ก็ยังคงพูดไม่ได้ คนทั้งหลายจึงตระหนักว่าเขาได้เห็นนิมิตในพระวิหาร

23เมื่อเขาทำหน้าที่จนครบกำหนดเวลาแล้ว เขาก็กลับบ้าน 24หลังจากนั้นเอลีซาเบธภรรยาของเขาตั้งครรภ์และเก็บตัวอยู่ห้าเดือน 25นางกล่าวว่า “องค์พระผู้เป็นเจ้าทรงกระทำการนี้เพื่อข้าพเจ้า บัดนี้พระองค์ทรงสำแดงความโปรดปรานและทรงขจัดความอดสูของข้าพเจ้าในหมู่ผู้คนไป”

พยากรณ์ถึงการประสูติของพระเยซู

26ในเดือนที่หกพระเจ้าทรงส่งทูตสวรรค์กาเบรียลมายังเมืองนาซาเร็ธในแคว้นกาลิลี 27ให้มาหาหญิงพรหมจารีชื่อมารีย์คู่หมั้นของโยเซฟผู้สืบเชื้อสายมาจากดาวิด 28ทูตสวรรค์นั้นไปหามารีย์และกล่าวว่า “หญิงเอ๋ย พระเจ้าทรงโปรดปรานเธอยิ่งนัก! องค์พระผู้เป็นเจ้าสถิตกับเธอ”

29มารีย์ฟังคำนี้แล้วก็วุ่นวายใจนักและสงสัยว่าการทักทายเช่นนี้หมายถึงอะไร 30แต่ทูตนั้นกล่าวว่า “มารีย์เอ๋ย อย่ากลัวเลย เธอเป็นที่โปรดปรานของพระเจ้า 31เธอจะตั้งครรภ์และคลอดบุตรชาย จงตั้งชื่อบุตรนั้นว่าเยซู 32พระองค์จะทรงยิ่งใหญ่และได้ชื่อว่าพระบุตรของพระเจ้าสูงสุด พระเจ้าจะประทานบัลลังก์ของดาวิดบรรพบุรุษของพระองค์แก่พระองค์ 33และพระองค์จะทรงครอบครองพงศ์พันธุ์ของยาโคบตลอดไป อาณาจักรของพระองค์จะไม่มีวันสิ้นสุดเลย”

34มารีย์ถามทูตสวรรค์นั้นว่า “จะเป็นเช่นนั้นได้อย่างไรในเมื่อข้าพเจ้าเป็นสาวพรหมจารี?”

35ทูตนั้นตอบว่า “พระวิญญาณบริสุทธิ์จะเสด็จลงมาเหนือเธอและฤทธิ์อำนาจขององค์ผู้สูงสุดจะปกคลุมเธอ ดังนั้นองค์บริสุทธิ์ที่ประสูติมาจะได้ชื่อว่า พระบุตรของพระเจ้า1:35 หรือดังนั้นทารกที่ประสูติมาจะได้ชื่อว่า พระบุตรผู้บริสุทธิ์ของพระเจ้า 36แม้แต่เอลีซาเบธญาติของเธอยังจะได้บุตรชายทั้งๆ ที่ชราแล้ว และนางซึ่งใครๆ ว่าเป็นหมันก็ตั้งครรภ์ได้หกเดือนแล้ว 37เพราะไม่มีสิ่งใดเป็นไปไม่ได้สำหรับพระเจ้า”

38มารีย์กล่าวว่า “ข้าพเจ้าเป็นผู้รับใช้ขององค์พระผู้เป็นเจ้า ขอให้เกิดขึ้นแก่ข้าพเจ้าตามที่ท่านกล่าวเถิด” แล้วทูตสวรรค์นั้นก็จากนางไป

มารีย์ไปเยี่ยมเอลีซาเบธ

39ในเวลานั้นมารีย์เตรียมตัวและรีบรุดไปยังเมืองหนึ่งในแดนเทือกเขาแห่งยูเดีย 40นางเข้าไปในบ้านของเศคาริยาห์และกล่าวทักทายเอลีซาเบธ 41เมื่อเอลีซาเบธได้ยินคำทักทายของมารีย์ ทารกในครรภ์ของนางก็ดิ้น และนางเอลีซาเบธเปี่ยมด้วยพระวิญญาณบริสุทธิ์ 42จึงร้องเสียงดังว่า “ในหมู่สตรีท่านได้รับพระพรและลูกที่ท่านจะคลอดออกมาก็ได้รับพระพร! 43แต่เหตุใดข้าพเจ้าจึงได้รับความโปรดปรานถึงเพียงนี้ที่มารดาขององค์พระผู้เป็นเจ้าของข้าพเจ้ามาเยี่ยมข้าพเจ้า? 44ทันทีที่ข้าพเจ้าได้ยินเสียงทักทายของท่าน ทารกในครรภ์ของข้าพเจ้าก็ดิ้นด้วยความชื่นชมยินดี 45ความสุขมีแก่หญิงที่เชื่อว่าสิ่งที่องค์พระผู้เป็นเจ้าตรัสกับนางนั้นจะสำเร็จ!”

บทเพลงของมารีย์

(1ซมอ.2:1-10)

46มารีย์จึงกล่าวว่า

“จิตใจของข้าพเจ้าสรรเสริญยกย่องพระเจ้า

47และจิตวิญญาณของข้าพเจ้าชื่นชมยินดีในพระเจ้าพระผู้ช่วยให้รอดของข้าพเจ้า

48เพราะพระองค์ทรงเอาพระทัยใส่

ฐานะอันต่ำต้อยของผู้รับใช้ของพระองค์

นับแต่นี้ไปคนทุกชั่วอายุจะเรียกข้าพเจ้าว่าผู้ได้รับพร

49เพราะว่าองค์ทรงฤทธิ์ได้ทรงกระทำสิ่งที่ยิ่งใหญ่เพื่อข้าพเจ้า

พระนามของพระองค์บริสุทธิ์

50พระเมตตาของพระองค์แผ่มาถึงบรรดาผู้ที่ยำเกรงพระองค์

ทุกชั่วอายุสืบไป

51พระองค์ทรงประกอบกิจอันยิ่งใหญ่ด้วยพระกรของพระองค์

พระองค์ทรงกระทำให้ผู้ที่ผยองอยู่ในส่วนลึกของความคิดกระจัดกระจายไป

52พระองค์ทรงปลดเจ้านายลงจากบัลลังก์

แต่ทรงยกผู้ต่ำต้อยขึ้น

53พระองค์ทรงให้ผู้หิวโหยอิ่มเอมด้วยสิ่งดี

แต่ทรงส่งคนมั่งมีไปมือเปล่า

54พระองค์ทรงช่วยอิสราเอลผู้รับใช้ของพระองค์

ทรงไม่ลืมที่จะเมตตา

55ต่ออับราฮัมและวงศ์วานของเขาตลอดไป

ตามที่พระองค์ได้ตรัสไว้กับบรรพบุรุษของเรา”

56มารีย์พักอยู่กับเอลีซาเบธราวสามเดือนแล้วจึงกลับบ้าน

กำเนิดของยอห์นผู้ให้บัพติศมา

57เมื่อถึงกำหนดคลอด เอลีซาเบธก็ให้กำเนิดบุตรชาย 58ญาติพี่น้องและเพื่อนบ้านได้ยินว่าองค์พระผู้เป็นเจ้าทรงสำแดงความเมตตายิ่งใหญ่แก่นาง พวกเขาก็มาร่วมยินดี

59ในวันที่แปดพวกเขามาร่วมพิธีเข้าสุหนัตของทารกนั้น และพวกเขากำลังจะตั้งชื่อให้ทารกนั้นว่าเศคาริยาห์ตามบิดา 60แต่มารดาของเขาท้วงติงว่า “ไม่ได้! จะต้องเรียกเด็กคนนี้ว่ายอห์น”

61พวกเขาบอกนางว่า “ในหมู่ญาติของท่านไม่มีใครใช้ชื่อนั้น”

62แล้วพวกเขาทำท่าทางถามบิดาของทารกว่าต้องการตั้งชื่อลูกว่าอะไร 63เขาจึงขอแผ่นกระดานมาเขียนลงไปว่า “ชื่อของเขาคือยอห์น” สร้างความประหลาดใจแก่คนทั้งหลาย 64ทันใดนั้นปากของเขาก็เปิด ลิ้นของเขาก็หายติดขัด แล้วเขาก็เริ่มกล่าวสรรเสริญพระเจ้า 65เพื่อนบ้านของเขาล้วนเต็มไปด้วยความเกรงกลัวและผู้คนพากันโจษจันเรื่องนี้ทั่วแดนเทือกเขาแห่งยูเดีย 66ทุกคนที่ได้ยินเรื่องนี้ก็ประหลาดใจและถามกันว่า “ต่อไปทารกนี้จะเป็นอย่างไรหนอ?” เพราะพระหัตถ์ขององค์พระผู้เป็นเจ้าอยู่กับเขา

บทเพลงของเศคาริยาห์

67ฝ่ายเศคาริยาห์ผู้เป็นบิดาก็เปี่ยมด้วยพระวิญญาณบริสุทธิ์และกล่าวพยากรณ์ว่า

68“สรรเสริญองค์พระผู้เป็นเจ้า พระเจ้าแห่งอิสราเอล

เพราะพระองค์เสด็จมาไถ่ประชากรของพระองค์

69พระองค์ทรงชูเขาสัตว์1:69 เขาสัตว์ในที่นี้เป็นสัญลักษณ์ของพลังแห่งความรอดสำหรับเรา

ในพงศ์พันธุ์ดาวิดผู้รับใช้ของพระองค์

70(ตามที่พระองค์ได้ตรัสไว้ผ่านเหล่าผู้เผยพระวจนะผู้บริสุทธิ์ในโบราณกาล)

71เป็นความรอดจากเหล่าศัตรู

และจากเงื้อมมือของคนทั้งปวงผู้ชิงชังเรา

72เพื่อทรงสำแดงพระเมตตาแก่บรรพบุรุษของเรา

และเป็นการรำลึกถึงพันธสัญญาอันบริสุทธิ์ของพระองค์

73คือคำปฏิญาณที่ทรงให้ไว้แก่อับราฮัมบรรพบุรุษของเรา

74เพื่อช่วยเราให้พ้นจากเงื้อมมือของเหล่าศัตรู

และให้เราสามารถรับใช้พระองค์โดยปราศจากความกลัว

75ในความบริสุทธิ์และความชอบธรรมต่อหน้าพระองค์ตลอดวันคืนของเรา

76“ส่วนเจ้า ลูกของพ่อ เจ้าจะได้ชื่อว่าผู้เผยพระวจนะขององค์ผู้สูงสุด

เพราะเจ้าจะนำหน้าองค์พระผู้เป็นเจ้าเพื่อเตรียมทางสำหรับพระองค์

77เพื่อให้ประชากรของพระองค์รู้ถึงความรอด

ผ่านการทรงอภัยบาปของพวกเขา

78เพราะโดยพระเมตตาอันอ่อนโยนของพระเจ้าของเรา

รุ่งอรุณจากฟ้าสวรรค์จึงมาเยือนเรา

79ส่องสว่างแก่บรรดาผู้อยู่ในความมืด

และในเงาของความตาย

เพื่อนำย่างเท้าของเราสู่ทางแห่งสันติสุข”

80ฝ่ายทารกนั้นก็เติบโตขึ้นมีความเข้มแข็งด้านจิตวิญญาณ และเขาอาศัยอยู่ในถิ่นกันดารจวบจนมาปรากฏตัวแก่สาธารณชนอิสราเอล