Exodus 23 – HTB & CCB

Het Boek

Exodus 23:1-33

Andere wetten

1‘U mag geen valse geruchten verspreiden. Help een schuldige niet door als getuige iets te verklaren, waarvan u weet dat het niet waar is. 2-3 Als alle mensen het slechte pad opgaan, moet u zich niet bij hen voegen. Doe dat ook niet als u in een rechtszaak moet getuigen, want dan doet u het recht geweld aan. Getuig ook niet in het voordeel van iemand, alleen omdat hij arm is.

4Als u ergens een verdwaald rund of een verdwaalde ezel van uw vijand ziet lopen, breng het dier dan terug bij zijn eigenaar. 5Als u ziet dat de ezel van uw vijand onder een zware lading is bezweken, laat die man dan niet in zijn eentje zwoegen, maar help hem de vracht af te laden en de ezel weer overeind te krijgen.

6U mag iemand in een rechtszaak niet benadelen, omdat hij arm is. 7Werk nooit mee aan een valse beschuldiging van iemand, laat nooit een onschuldige ter dood veroordelen, want Ik weet precies wie wel en wie niet schuldig is. 8Neem geen steekpenningen aan, want steekpenningen staan een eerlijk oordeel in de weg en kunnen een onschuldige benadelen. 9Buit vreemdelingen niet uit, want u weet wat het is om vreemdeling te zijn, omdat u zelf vreemdelingen in Egypte bent geweest.

10Zes jaar achtereen kunt u uw land inzaaien en de oogst binnenhalen, 11maar het zevende jaar moet u het land met rust laten en braak laten liggen. De armen kunnen eventuele gewassen oogsten en de rest is voor de dieren. Datzelfde geldt voor uw wijngaarden en olijfbomen. 12Zes dagen mag u werken, maar op de zevende dag moet u rusten, zodat ook uw runderen en ezels op adem kunnen komen en de leden van uw huishouding—de slaven en bezoekers—kunnen uitrusten.

13Doe uw best u aan al deze regels te houden, roep nooit een andere god aan.

14Driemaal per jaar moet u feest vieren ter ere van Mij. 15Het eerste is het Feest van de Ongezuurde Broden, zeven dagen lang moet u ongezuurde broden eten, zoals Ik heb bevolen. Dit feest wordt elk jaar gevierd in de maand Abib, de maand waarin u Egypte verliet. Op dat feest moet iedereen Mij een offer brengen. 16Het tweede is het Oogstfeest of Pinksterfeest, waarbij u Mij de eerste opbrengst van uw oogst aanbiedt. Het derde feest is het Inzamelingsfeest of Loofhuttenfeest, dat u viert wanneer de hele oogst binnen is. 17Op deze drie jaarlijkse feesten moeten alle mannen van Israël verschijnen voor de Oppermachtige Here.

18Het bloed van een offerdier mag niet samen met iets gezuurds worden geofferd, het vet van mijn feestoffer mag niet blijven liggen tot de volgende morgen. 19Bij het begin van de oogst moet u het beste deel daarvan bij de Here, uw God, brengen. U mag een jong bokje niet koken in de melk van zijn moeder.

20Ik stuur een Engel voor u uit om u veilig naar het land te brengen dat Ik voor u heb bestemd. 21Houd Hem in ere, gehoorzaam Hem en spreek Hem niet tegen, want Hij zal u dat niet vergeven, Hij is mijn vertegenwoordiger en draagt mijn naam. 22Maar als u goed naar Hem luistert, Hem gehoorzaamt en alles doet wat Ik zeg, dan zal Ik de vijand van uw vijanden zijn en allen die u verdrukten zal Ik in verdrukking brengen. 23Want mijn Engel zal vóór u uit gaan en u brengen in het land van de Amorieten, Hethieten, Perizzieten, Kanaänieten, Chiwwieten en Jebusieten. Ik zal die volken vernietigen.

24U mag de goden van die volken niet aanbidden noch een offer brengen. Volg niet het voorbeeld van deze heidense volken, u moet hen tot het bittere einde bestrijden en hun afgodsbeelden aan stukken slaan. 25U zult alleen de Here, uw God, vereren. Als u dat doet, zal Ik u zegenen met brood en water en de ziekten bij u wegnemen. 26Geen enkele vrouw in uw land zal een miskraam krijgen of onvruchtbaar zijn en u zult een lang leven hebben.

27Het ontzag voor God zal Ik voor u doen uitgaan en dat zal paniek zaaien onder de volken door wiens landen u trekt. Zij zullen zelfs op de vlucht slaan! 28Bovendien stuur Ik horzels voor u uit die de Chiwwieten, Kanaänieten en Hethieten op de vlucht zullen jagen. 29Dat zal Ik niet in één jaar doen, anders wordt het land een woestenij en komen er te veel wilde dieren. 30Stukje bij beetje zal Ik hen voor u uitdrijven, net zolang tot uw volk groot genoeg is om het land in bezit te nemen. 31De grenzen van uw land zullen van de Rietzee tot aan de zee bij de Filistijnen lopen en van de zuidelijke woestijn tot aan de Eufraat. U zult de inwoners van dat land in uw macht krijgen en uit het land verdrijven. 32U mag geen verbond met hen of met hun afgoden sluiten. 33En laat hen vooral niet bij u blijven! Hun heidense gewoonten en hun afgoden mogen u niet besmetten, zodat u tegen Mij gaat zondigen. Denk niet dat u daartegen wel bestand bent, want dat is niet zo. Het is een sluipend gevaar.’

Chinese Contemporary Bible (Simplified)

出埃及记 23:1-33

公义与怜悯

1“不可散布谣言,也不可与恶人一起作伪证陷害别人。 2不可随众行恶。在法庭作证时不可附和多数人,颠倒是非。 3在诉讼的事上不可偏袒穷人。

4“倘若看见仇人的牛或驴走迷了路,总要牵回去交给他。 5倘若遇见仇人的驴被驮的重物压倒,不可径自走开,总要帮助仇人抬开重物。

6“不可在诉讼案中冤枉穷人。 7不可诬告别人,不可杀害正直无辜的人,因为我必惩罚作恶之人。 8不可收受贿赂,因为贿赂蒙蔽人的眼目,使人颠倒是非。 9不可欺凌在你们中间寄居的人,因为你们也曾经在埃及寄居,知道身在异乡的滋味。

安息年和安息日

10“六年之内你要耕种收割, 11第七年要让土地休息,不耕不种,你们当中的穷人可以吃田中长出来的,剩下的可以留给动物吃。你也要这样耕作葡萄园和橄榄园。 12六天之内,你要工作,但第七天要休息。这样,牛、驴可以歇息,你家里的奴仆和寄居的也可以休息。 13你们要谨慎遵从我对你们说的话。不可提其他神明的名字,不可从你口中听到它们的名字。

三大节期

14“你每年要向我守三个节期。 15要守除酵节,照我的吩咐在每年亚笔月所定的日期连续吃七天的无酵饼,因为你是在这个月离开了埃及。谁也不可空手来朝拜我。 16要在耕种后、收取初熟之物的时候守收割节。要在年终从田间收取劳动成果时守收藏节。 17以色列所有的男子都要在这三个节期上来朝见主耶和华。

18“不可把祭牲的血和有酵的饼一起献给我,也不可把祭牲的脂肪留到第二天早晨。 19要把田中最好的初熟之物送到你们的上帝耶和华的殿中。不可用母山羊的奶煮它的小羊羔。

应许赐迦南

20“看啊,我要差遣天使走在你前面,在路上保护你,带领你平安地到达我为你预备的地方。 21他是奉我的名来的,你们要谨遵他的话,不可悖逆,不然他必不赦免你们的过犯。

22“你若认真听从他的吩咐,遵行我的话,我就与你的仇敌为敌,与你的对头作对。 23我的天使要走在你前面,带领你去亚摩利人、人、比利洗人、迦南人、希未人和耶布斯人所住的地方,我会把他们全部消灭。 24不可叩拜他们的神明,不可供奉它们,也不可效法他们的行为,要彻底拆毁神像,打碎他们的神柱。 25你们要事奉你们的上帝耶和华,我必赐给你日用的饮食,使你们身体健康,不受疾病的侵害, 26在你境内必没有人流产或不育,我会使你寿终正寝。 27你所到之处,我必使那里的人惶恐不安,使你一切的仇敌都在你面前转身逃跑。 28我要派黄蜂做你的先锋,赶走那些希未人、迦南人和人。 29我不会在一年之内把这些人全部赶走,免得土地荒凉,野兽肆虐。 30我会逐渐地赶走他们,直到你们人丁兴旺,可以占据那片土地。 31我给你定下国界,从红海到非利士海岸,从旷野到幼发拉底河。我要把其中所有的人都交在你手中,你要把他们全部赶出去。 32不可跟这些民族及其神明立约, 33也不可让这些民族住在你的土地上,免得他们使你得罪我,你若供奉他们的神明,必因此而陷入网罗。”