1 Kronieken 18 – HTB & CARS

Het Boek

1 Kronieken 18:1-17

Vele vijanden door David verslagen

1Uiteindelijk versloeg David de Filistijnen en nam de stad Gath en de daarbij behorende dorpen in. 2Tevens veroverde hij Moab en liet de bevolking voor hem werken en elk jaar een groot bedrag aan belasting betalen. 3Verder veroverde hij het gebied van koning Hadadezer van Zoba tot aan Hamath, nadat Hadadezer eropuit getrokken was om zijn greep op het gebied langs de Eufraat te verstevigen. 4David kreeg daarbij duizend strijdwagens met zevenduizend wagenmenners en twintigduizend man voetvolk in handen. Op honderd na maakte hij alle paarden kreupel. Die honderd paarden bewaarde hij voor zijn eigen strijdwagens.

5Toen de Syriërs vanuit Damascus arriveerden om koning Hadadezer te helpen, doodde David tweeëntwintigduizend man van hen. 6Daarna stationeerde hij een garnizoen in de Syrische hoofdstad Damascus. Zo werden ook de Syriërs gedwongen voor hem te werken en elk jaar grote geldbedragen te betalen. Overal waar hij kwam, gaf de Here David grote overwinningen. 7Hij bracht de gouden schilden van koning Hadadezer naar Jeruzalem, 8samen met een grote hoeveelheid koper, die hij had buitgemaakt in Hadadezers steden Tibhath en Kun. Later smolt koning Salomo dat koper en gebruikte het voor de tempel. Hij maakte er het grote koperen vat, de pilaren en de instrumenten van, die werden gebruikt bij het offeren op het altaar.

9Koning Toü van Hamath hoorde dat koning David het leger van Hadadezer had verslagen 10en stuurde zijn zoon Hadoram om koning David te groeten en te feliciteren met zijn succes. Hij bracht geschenken van goud, zilver en koper mee in een poging een bondgenootschap te sluiten. Hadadezer en Toü waren namelijk vijanden en voerden al jaren oorlog. 11Koning David wijdde deze geschenken aan de Here. Datzelfde deed hij met het zilver en het goud dat hij buitmaakte op Edom, Moab, Ammon, Amalek en de Filistijnen.

12Absai, de zoon van Zeruja, versloeg daarna achttienduizend Edomieten in het Zoutdal. 13Hij plaatste garnizoenen in Edom en dwong de Edomieten voor David te werken en jaarlijks aanzienlijke bedragen aan David te betalen. Ook dit is weer een voorbeeld van hoe de Here David overwinning op overwinning gaf.

14David regeerde over heel Israël en deed dat op rechtvaardige wijze. 15Joab, de zoon van Zeruja, was opperbevelhebber van het leger; Josafat, de zoon van Ahilud, was kanselier. 16Zadok, de zoon van Ahitub, en Abimelech, de zoon van Abjathar, waren de opperpriesters; Sausa was de secretaris van de koning; 17Benaja, de zoon van Jojada, was het hoofd van de koninklijke lijfwacht—de Krethi en de Plethi—en Davids zonen waren zijn voornaamste adviseurs.

Священное Писание

1 Летопись 18:1-17

Победы Давуда

(2 Цар. 8:1-14)

1Некоторое время спустя Давуд разбил филистимлян, покорил их и захватил город Гат с окрестными поселениями из рук филистимлян.

2Ещё Давуд разбил моавитян. Так моавитяне покорились Давуду и стали платить ему дань.

3Ещё Давуд разбил Ададезера, царя Цовы, нанося ему поражение до самого Хамата, когда тот шёл утвердить свою власть у реки Евфрат. 4Давуд захватил тысячу его колесниц, семь тысяч всадников и двадцать тысяч пеших воинов. Он подрезал сухожилия всем колесничным коням, оставив из них лишь сотню.

5Когда на помощь Ададезеру, царю Цовы, пришли сирийцы Дамаска, Давуд поразил из них двадцать две тысячи человек. 6Он разместил войска в сирийском царстве Дамаска, и сирийцы стали его рабами и платили ему дань. Вечный давал Давуду победу, куда бы тот ни ходил.

7Давуд взял золотые щиты, которые принадлежали приближённым Ададезера, и принёс их в Иерусалим. 8А из Теваха и Куна, городов, принадлежавших Ададезеру, Давуд взял очень много бронзы, из которой Сулейман сделал бронзовое «море»18:8 Море – большой бронзовый бассейн, находившийся во дворе храма и предназначавшийся для ритуальных омываний священнослужителей (см. 3 Цар. 7:23-26; 2 Лет. 4:6)., столбы и разную бронзовую утварь для храма.

9Когда Тоу, царь Хамата, услышал, что Давуд разбил всё войско Ададезера, царя Цовы, 10он послал к царю Давуду своего сына Иорама, чтобы приветствовать его и поздравить с победой над Ададезером, с которым тот вёл войну. Иорам привёз разные изделия из золота, серебра и бронзы.

11Царь Давуд посвятил и эти изделия Вечному вместе с серебром и золотом, которые он отнял у всех этих народов: у эдомитян, моавитян, аммонитян, филистимлян и амаликитян.

12Авишай, сын Церуи, перебил восемнадцать тысяч эдомитян в Соляной долине. 13Он разместил свои войска в Эдоме, и все эдомитяне стали его рабами. Вечный давал Давуду победу, куда бы тот ни ходил.

Приближённые Давуда

(2 Цар. 8:15-18; 20:23-26)

14Давуд правил всем Исраилом, верша суд и правду для всего своего народа. 15Иоав, сын Церуи, был начальником войска; Иосафат, сын Ахилуда, был летописцем; 16Цадок, сын Ахитува, и Ахи-Малик, сын Авиатара, были священнослужителями; Серая18:16 Букв.: «Шавша»; во 2 Цар. 8:17 он назван Сераей. был писарем, 17Беная, сын Иодая, командовал керетитами и пелетитами18:17 Керетиты и пелетиты – чужеземные наёмники, которые, возможно, были царскими телохранителями., а сыновья Давуда были первыми приближёнными при царе.