Éxodo 31 – CST & HTB

Nueva Versión Internacional (Castilian)

Éxodo 31:1-18

Bezalel y Aholiab

31:2-6Éx 35:30-35

1El Señor habló con Moisés y le dijo: 2«Ten en cuenta que he escogido a Bezalel, hijo de Uri y nieto de Jur, de la tribu de Judá, 3y lo he llenado del Espíritu de Dios, de sabiduría, inteligencia y capacidad creativa 4para hacer trabajos artísticos en oro, plata y bronce, 5para cortar y engastar piedras preciosas, para hacer tallados en madera y para realizar toda clase de artesanías.

6»Además, he designado como su ayudante a Aholiab hijo de Ajisamac, de la tribu de Dan, y he dotado de habilidad a todos los artesanos para que hagan todo lo que te he mandado hacer, es decir:

7la Tienda de reunión,

el arca del pacto,

el propiciatorio que va encima de ella,

el resto del mobiliario de la Tienda,

8la mesa y sus utensilios,

el candelabro de oro puro y todos sus accesorios,

el altar del incienso,

9el altar de los holocaustos y todos sus utensilios,

el lavamanos con su pedestal,

10las vestiduras tejidas, tanto las vestiduras sagradas para Aarón el sacerdote como las vestiduras sacerdotales de sus hijos,

11el aceite de la unción,

y el incienso aromático para el Lugar Santo.

»Todo deberán hacerlo tal como te he mandado que lo hagas».

El sábado

12El Señor le ordenó a Moisés:

13«Diles lo siguiente a los israelitas: “Vosotros deberéis observar mis sábados. En todas las generaciones venideras, el sábado será una señal entre vosotros y yo, para que sepáis que yo, el Señor, os he consagrado para que me sirváis.31:13 os he consagrado para que me sirváis. Alt. os he separado como santos.

14»”El sábado será para vosotros un día sagrado. Observadlo.

»”Quien no lo observe será condenado a muerte.

»”Quien haga algún trabajo en sábado será eliminado de su pueblo.

15»”Durante seis días se podrá trabajar, pero el día séptimo, el sábado, será de reposo consagrado al Señor.

»”Quien haga algún trabajo en sábado será condenado a muerte”.

16»Los israelitas deberán observar el sábado. En todas las generaciones futuras será para ellos un pacto perpetuo, 17una señal eterna entre ellos y yo.

»En efecto, en seis días hizo el Señor los cielos y la tierra, y el séptimo día descansó».

18Y cuando terminó de hablar con Moisés en el monte Sinaí, le dio las dos tablas de la ley, que eran dos tablas de piedra escritas por el dedo mismo de Dios.

Het Boek

Exodus 31:1-18

De sabbatsrust ingesteld

1-2 De Here zei tegen Mozes: ‘Luister, Ik heb Besaleël, de zoon van Uri, de kleinzoon van Chur, uit de stam Juda, aangewezen 3en hem vervuld met de Geest van God. Ik heb hem veel wijsheid, aanleg en vakmanschap gegeven voor de bouw van de tabernakel en alles wat zich daarin bevindt. 4Hij is bedreven in het ontwerpen van voorwerpen in goud, zilver en koper. 5Ook heeft hij ervaring als bewerker van edelstenen en hout. 6Als zijn assistent heb Ik Oholiab aangewezen, de zoon van Achisamach uit de stam Dan. Bovendien heb ik alle specialisten wijsheid gegeven, zodat zij alles kunnen maken wat Ik u heb opgedragen, 7de tabernakel, de Ark van het Verbond, het verzoendeksel en alles wat erbij hoort, 8de tafel met alles wat erbij hoort, de gouden kandelaar en alles wat erbij hoort, het reukofferaltaar, 9het brandofferaltaar en alles wat erbij hoort, het wasvat op het koperen voetstuk, 10de ambtskleding die Aäron en zijn zonen als priesters zullen dragen, 11de zalfolie en het aangename reukwerk voor het heiligdom. Alles wat Ik heb gezegd, zullen zij maken.’

12-13 De Here zei verder tegen Mozes: ‘Zeg het volk Israël dat het op de zevende dag moet rusten, want de sabbat is een herdenking van het eeuwige verbond tussen Mij en het volk. Zo zal het zich herinneren dat Ik de Here ben die hen heiligt. 14-15 Rust dus op de sabbat, want het is een heilige dag. Ieder die deze opdracht niet gehoorzaamt, moet sterven, ieder die op deze dag toch werkt, moet worden gedood. 16Zes dagen moeten jullie werken, maar op de sabbat moet iedereen volkomen rust houden, want het is een heilige dag voor de Here. Deze wet is een eeuwigdurend verbond en een verplichting van geslacht op geslacht voor het volk Israël. 17Het is een eeuwig gedenkteken van het verbond tussen Mij en het volk Israël. Want in zes dagen maakte de Here hemel en aarde en Hij rustte op de zevende dag om op adem te komen.’

18Toen de Here was uitgesproken tegen Mozes op de berg Sinaï, gaf Hij hem de twee stenen plaquettes, waarop de vinger van God de Tien Geboden had geschreven.