Jesaja 33:1-24, Jesaja 34:1-17, Jesaja 35:1-10 HTB

Jesaja 33:1-24

De Here als rechter, wetgever en koning

Wee u, verrader. Alles om u heen hebt u verwoest, maar niet uzelf. U verwacht van anderen dat zij hun beloften aan u houden, terwijl u hen wel bedriegt! Maar nu zult ook u worden bedrogen en verwoest. Maar wilt U, Here, ons genadig zijn, want wij hebben onze hoop op U gevestigd. Wees elke dag onze sterkte en onze redding in moeilijke tijden. De vijand slaat op de vlucht als hij uw stem hoort. Als U opstaat, vluchten de volken. Zoals sprinkhanen de velden en wijngaarden afstropen, zo zal Jeruzalem het verslagen leger afstropen!

De Here is zeer machtig en woont hoog in de hemel. Hij geeft Jeruzalem gerechtigheid, goedheid en rechtvaardigheid. Een overvloed van heil ligt in een veilige plaats voor Juda opgeslagen, samen met wijsheid, kennis en ontzag voor God. Uw gezanten huilen van bittere teleurstelling, want de vredesregeling is verworpen. Uw wegen zijn verlaten en er zijn geen reizigers meer. Het vredesverdrag is verbroken en zij bekommeren zich niet om de beloften die zij in het bijzijn van getuigen hebben gedaan, zij hebben voor niemand respect. Het hele land Israël is in grote nood, de Libanon is verwoest, de Saron is een wildernis geworden, Basan en de Karmel zijn leeggeplunderd.

Maar de Here zegt: Ik zal opstaan en mijn kracht en glorie laten zien. U, Assyriërs, zult niets bereiken met al uw inspanningen. Uw adem is een vuur dat u zelf zal verteren. Uw legers zullen tot kalk worden verbrand, als dorens die worden afgesneden en op het vuur gegooid. Luister naar wat Ik heb gedaan, of u ver weg of dichtbij woont, erken mijn macht! De zondaars onder mijn volk beven van angst. ‘Wie van ons,’ schreeuwen zij, ‘kan leven in de nabijheid van dit allesverterende, eeuwige vuur?’

Ik zal u vertellen wie hier kan leven: allen die eerlijk en rechtvaardig zijn, die geen winst willen maken door bedrog, die zich niet laten omkopen, die weigeren te luisteren naar hen die moorden beramen en die het kwaad niet kunnen aanzien. Dergelijke mensen zullen worden verhoogd. De rotsen van de bergen zullen hun veilige schuilplaats zijn, zij zullen voedsel krijgen en water naar behoefte. Uw ogen zullen de koning zien in al zijn glorie en zijn uitgestrekte land aanschouwen. U zult terugdenken aan die tijd van onderdrukking, toen de Assyrische aanvoerders buiten uw muren de torens telden en schatten hoeveel de gevallen stad hun zou opleveren. Maar zij zullen binnenkort allemaal weg zijn. Deze harde, gewelddadige mensen met hun onverstaanbare taal zullen verdwijnen. In plaats daarvan zult u een vreedzaam Jeruzalem zien, een plaats waar God wordt aanbeden, een rustige en veilige stad, als een tent die stevig vaststaat. Daar zal de Here ons zijn macht tonen en daar stromen brede rivieren waarop geen vijandelijke schepen te zien zijn. Want de Here is onze rechter, onze wetgever en koning. Hij zal ons redden. De zeilen van de vijand flapperen tegen gebroken masten en kunnen niet meer strak worden gespannen. Hun buit zal worden verdeeld onder het volk van God, zelfs de verlamden zullen hun aandeel krijgen. Het volk van Israël zal niet langer zeggen: ‘Wij zijn ziek en hulpeloos,’ want de Here zal zijn volk de zonden vergeven en het zegenen.

Read More of Jesaja 33

Jesaja 34:1-17

Gods oordeel over zijn vijanden

Kom hier en luister, volken van de aarde, laat de hele wereld en alles wat erop leeft, mijn woorden horen. Want de Here is toornig tegen de volken. Hij keert zijn toorn tegen hun legers. Hij zal hen volledig vernietigen en blootstellen aan een slachting. Hun doden zullen niet worden begraven en de stank van rottende lichamen zal het land vullen en hun bloed zal langs de berghellingen naar beneden vloeien. In die tijd wordt de hemel als een boekrol opgerold. De sterren zullen als bladeren vallen, net als het verwelkte blad van de wijnstok en het dorre gebladerte van de vijgenboom.

In de hemel wordt het zwaard van de Here scherp gemaakt. Kijk, nu daalt het op Edom neer, het volk dat ik heb vervloekt. Het zwaard van de Here is bevlekt met bloed en druipt van vet, alsof het gebruikt is voor het slachten van lammeren en geiten voor de offerdienst. Want de Here zal een grote slachting aanrichten in Edom. Hun leger zal het onderspit delven, alsof het ging om wilde stieren en buffels. Het land zal worden doordrenkt met het bloed en de aarde zal glimmen van vet. Want het is de dag van de wraak, het jaar van vergelding voor wat Edom Israël heeft aangedaan. De rivieren van Edom zullen gevuld zijn met brandende pek en de grond zal met vuur zijn bedekt. Deze berechting van Edom zal nooit eindigen. De rook zal blijven opstijgen. Het land zal van generatie op generatie verlaten blijven liggen, nooit zal zich daar meer iemand vestigen. De pelikanen en roerdompen, uilen en raven zullen er voortaan leven. Want God zal de verwoesting breed uitmeten en de leegheid van het land vaststellen. Hij zal zijn edelen op de proef stellen en vaststellen dat niemand van hen het koningschap waard is. Het zal ‘Niemandsland’ worden genoemd en de vorsten van dat land zullen verdwenen zijn. Dorens zullen de paleizen overwoekeren en in de burchten zullen netels en distels groeien. Alleen jakhalzen en struisvogels zullen zich daar nog op hun gemak voelen. Er zullen wolven en hyenaʼs zijn. Hun gehuil zal klinken in de stilte van de nacht. De nachtmonsters zullen daar elkaars schreeuw beantwoorden en de boze geesten zullen daar komen rusten. De pijlslang zal haar eieren leggen, ze uitbroeden en haar jongen koesteren. Gieren zullen er komen, in paren. Zoek het op in het Boek van de Here en ontdek alles wat Hij zal gaan doen, Hij zal geen enkel detail vergeten, want de Here heeft het gezegd en zijn Geest zal zorgen dat het allemaal zo gebeurt. Hij heeft het land verkend en verdeeld onder die wezens, zij zullen het voor altijd bezitten, van generatie op generatie.

Read More of Jesaja 34

Jesaja 35:1-10

De lieflijkheid van Gods majesteit

Zelfs de wildernis en de woestijn zullen in die dagen blij zijn, de woestijn zal een zee van bloemen zijn. Er zal een overvloed van bloemen, gezang en vreugde zijn! De woestijnen zullen net zo groen worden als de bergen van de Libanon. Lieflijk als de bergweiden van de berg Karmel en de grasvlakten van Saron, want de Here zal daar zijn glorie uitspreiden, de majesteit van onze God. Versterk de verslapte handen en geef kracht aan knikkende knieën. Bemoedig de angstigen. Zeg hun: ‘Wees sterk, wees niet bang, want uw God komt om wraak te nemen op uw vijanden. Hij komt om u te redden.’ En wanneer Hij komt, zal Hij de ogen van de blinden openen en de oren van de doven laten horen. De verlamde zal opspringen als een hert en wie niet kon praten zal jubelen en zingen! In de wildernis zullen bronnen opwellen en in de woestijn zullen rivieren gaan stromen. Het gloeiende zand zal veranderen in een meer, het dorstige land in waterbronnen. Waar de woestijnjakhalzen leven, zal gras en riet groeien! En er zal een hoofdweg door dat verlaten land lopen die ‘Heilige weg’ zal worden genoemd. Iemand met een boos hart mag die weg niet betreden. God zal daar met u gaan, zelfs de onnozele kan die weg onmogelijk mislopen. Langs die weg zullen geen leeuwen op de loer liggen noch andere roofdieren, alleen de verlosten zullen erop wandelen. Zo zullen al de vrijgekochten van de Here naar Sion huiswaarts kunnen gaan, liederen van eeuwige vreugde zingend. In de stad zullen zorgen en verdriet tot het verleden behoren, alleen vreugde en blijdschap zullen daar heersen.

Read More of Jesaja 35