De Here keert zich tegen Ninevé
1Ninevé, het is met u gedaan! U bent al omringd door vijandelijke troepen. Bewaak de vesting, zet uitkijkposten uit, zet u schrap en vecht voor uw leven. 2Want het land van Gods volk is geplunderd en zijn wijnranken zijn vernield na uw invallen. Maar de Here zal Israël in zijn vroegere glorie herstellen.
3Kijk eens: rode schilden! En die soldaten hebben felrode uniformen aan. Het staal van de strijdwagens schittert als de wagens optrekken, de speren worden dreigend geheven. 4De wagens razen over de wegen en jakkeren voort over de vlakten. Het zijn net fakkels, als bliksemschichten schieten zij voorbij. 5De officieren moeten de aanval openen. Zij struikelen in hun haast, rennen naar de muren om de aanval af te slaan. 6Maar het is al gebeurd! De sluizen en waterpoorten zijn open! De fundamenten van het paleis storten in!
7De stad Ninevé ligt er onbeschermd bij, als een slavin wordt ze weggevoerd. De bevolking huilt, hun klagen klinkt als het gekoer van duiven. Van verdriet slaan zij zich op de borst. 8Ninevé is als een lekke watertank. Een voor een gaan haar soldaten er vandoor. ‘Stop, stop!’ roept zij, maar niemand komt terug. 9Pak het zilver, roof het goud! Er schijnt geen einde aan de hoeveelheid kostbaarheden te komen. Wat een overvloed aan schatten! 10Al gauw is de stad veranderd in een ruïne. De overlevenden voelen zich verslagen, hun knieën knikken. Niemand kan zich staande houden, alle gezichten verbleken. 11Waar is nu dat grote Ninevé? Waar is dat hol van de leeuw waar welpen werden gevoed? Waar is de plaats waar iedereen, jong en oud, woonde zonder angst? 12Verdwenen is Ninevé, die machtige leeuw! U verpletterde vroeger uw vijanden om uw kinderen en vrouwen te voeden en u vulde uw stad en uw huizen met geroofde buit. 13‘Nu keer Ik Mij tegen u,’ zegt de Here van de hemelse legers. ‘Ik laat uw strijdwagens in rook opgaan en uw beste jongemannen zullen sneuvelen. Uw buit zal Ik verwoesten. Nooit meer zal de stem van uw gezanten worden gehoord.’
นีนะเวห์จะล่มสลาย
1นีนะเวห์เอ๋ย ผู้โจมตีได้รุดหน้ามารบกับเจ้าแล้ว
จงเข้าประจำป้อม
เฝ้าทางไว้
เตรียมตัวให้ทะมัดทะแมง
และระดมกำลังทั้งหมดมา!
2องค์พระผู้เป็นเจ้าจะทรงคืนความรุ่งเรืองให้ยาโคบ
เช่นเดียวกับความรุ่งเรืองของอิสราเอล
แม้ผู้ทำลายได้ทำให้มันเริศร้าง
และทำลายเถาองุ่นของมัน
3โล่ทหารของเขาเป็นสีแดง
นักรบก็สวมชุดสีแดงเข้ม
โลหะที่ตัวรถม้าศึกเปล่งประกายแวบวาบ
ในวันที่พวกเขาเตรียมพร้อม
หอกไม้สนก็กวัดแกว่ง2:3 ฉบับ LXX. และ Syr. ว่าม้าศึกก็ผาดโผนไปมา
4รถม้าศึกห้อตะบึงไปตามถนน
รีบรุดไปมาผ่านลานเมือง
มองดูเหมือนคบเพลิงลุกโชน
พวกเขาวิ่งปราดไปมาเหมือนสายฟ้า
5เขาระดมกองทหารที่หามาได้
แต่พวกเขาสะดุดล้มกลางทาง
พวกเขากรูเข้าไปที่กำแพงเมือง
โล่ป้องกันตั้งประจำที่
6ประตูด้านแม่น้ำถูกทำลายลง
และพระราชวังพังครืน
7มีประกาศิต2:7 ในภาษาฮีบรูคำนี้มีความหมายไม่ชัดเจนให้กรุงนั้น
ถูกจับและพาไปเป็นเชลย
พวกทาสหญิงร้องครวญครางเหมือนนกพิราบ
และตีอกชกตัว
8นีนะเวห์เป็นเหมือนสระ
และน้ำกำลังจะไหลออกไปหมด
พวกเขาร้องว่า “หยุดก่อน! หยุดก่อน!”
แต่ไม่มีใครหันกลับมา
9จงปล้นเงิน!
จงปล้นทอง!
ข้าวของมากมายใช้ไม่หมด
ทรัพย์สมบัติจากทุกคลังของนีนะเวห์มีมากเหลือเกิน!
10มันถูกปล้นทำลาย ถูกริบของมีค่าไปหมด!
หัวใจก็อ่อนล้า แข้งขาก็สิ้นแรง
เนื้อตัวสั่นเทาและทุกคนหน้าซีดเซียว
11ไหนล่ะถ้ำสิงโต
ที่พวกมันเลี้ยงดูลูกอ่อน
ไหนล่ะราชสีห์พ่อแม่ลูก
ที่ไม่หวั่นเกรงสิ่งใด?
12สิงโตที่ฆ่าเหยื่อมาให้ลูกๆ ของมันอย่างเพียงพอ
และคาบมาให้คู่ของมัน
แล้วสะสมเหยื่อไว้เต็มถ้ำ
สะสมสัตว์ที่มันฆ่าไว้เต็มรัง
13พระยาห์เวห์ผู้ทรงฤทธิ์ประกาศว่า
“เราเป็นศัตรูกับเจ้า
เราจะเผารถม้าศึกของเจ้าจนควันโขมง
และดาบจะฟาดฟันสิงห์หนุ่มของเจ้า
เราจะไม่เหลือเหยื่อให้เจ้าบนโลกนี้
จะไม่ได้ยินเสียงผู้สื่อสารของเจ้าอีกต่อไป”