กาลาเทีย 3 – TNCV & HTB

Thai New Contemporary Bible

กาลาเทีย 3:1-29

ความเชื่อหรือการทำตามบทบัญญัติ

1ชาวกาลาเทียผู้โง่เขลาเอ๋ย! ใครสะกดท่านให้หลงไปเสียแล้วเล่า? ภาพพระเยซูคริสต์ถูกตรึงตายบนไม้กางเขนก็ชัดเจนอยู่ต่อหน้าต่อตาท่าน 2สิ่งเดียวที่ข้าพเจ้าอยากรู้จากท่านคือท่านได้รับพระวิญญาณโดยการทำตามบทบัญญัติหรือโดยการเชื่อสิ่งที่ท่านได้ยิน? 3ท่านโง่เขลาปานนี้หรือ? หลังจากที่เริ่มต้นด้วยพระวิญญาณ บัดนี้ท่านกำลังพยายามบรรลุจุดหมายของท่านด้วยการขวนขวายของมนุษย์หรือ? 4ท่านได้ทนทุกข์มากมายโดยเปล่าประโยชน์หรือ? สิ่งนี้เป็นการเปล่าประโยชน์จริงๆ หรือ? 5พระเจ้าประทานพระวิญญาณของพระองค์แก่ท่าน และทรงทำการอัศจรรย์ท่ามกลางพวกท่านนั้น ก็เพราะท่านรักษาบทบัญญัติหรือเพราะท่านเชื่อสิ่งที่ท่านได้ยิน?

6จงพิจารณาดูอับราฮัม “เขาเชื่อพระเจ้าและความเชื่อนี้พระองค์ทรงถือว่าเป็นความชอบธรรมของเขา”3:6 ปฐก.15:6 7ฉะนั้นจงเข้าใจเถิดว่าคนที่เชื่อก็เป็นวงศ์วานของอับราฮัม 8พระคัมภีร์รู้ล่วงหน้าว่าพระเจ้าจะทรงนับว่าคนต่างชาติเป็นผู้ชอบธรรมโดยความเชื่อ และประกาศข่าวประเสริฐล่วงหน้าแก่อับราฮัมว่า “ทุกประชาชาติจะได้รับพรผ่านทางเจ้า”3:8 ปฐก.12:3; 18:18; 22:18 9ฉะนั้นผู้ที่เชื่อจึงได้รับพระพรร่วมกับอับราฮัมบุรุษแห่งความเชื่อ

10คนทั้งปวงที่พึ่งการทำตามบทบัญญัติก็ถูกสาปแช่ง เพราะมีเขียนไว้ว่า “ขอแช่งทุกคนที่ไม่ปฏิบัติตามทุกสิ่งที่เขียนไว้ในหนังสือบทบัญญัติ”3:10 ฉธบ.27:26 11เห็นได้ชัดว่าต่อหน้าพระเจ้าไม่มีใครถูกนับว่าเป็นผู้ชอบธรรมได้โดยบทบัญญัติ เพราะว่า “คนชอบธรรมจะดำรงชีวิตโดยความเชื่อ”3:11 ฮบก. 2:4 12บทบัญญัติไม่ได้อยู่บนพื้นฐานของความเชื่อ แต่ “ผู้ใดที่ทำสิ่งเหล่านี้จะมีชีวิตอยู่โดยสิ่งเหล่านี้”3:12 ลนต.18:5 13พระคริสต์ได้ทรงไถ่เราพ้นจากคำสาปแช่งของบทบัญญัติ โดยทรงรับคำสาปแช่งแทนเรา เนื่องจากมีเขียนไว้ว่า “ผู้ใดถูกแขวนบนต้นไม้ก็ถูกแช่งสาปแล้ว”3:13 ฉธบ.21:23 14พระองค์ทรงไถ่เราเพื่อว่าพระพรที่มีแก่อับราฮัมจะมาถึงคนต่างชาติโดยทางพระเยซูคริสต์ เพื่อว่าโดยความเชื่อเราจะได้รับพระวิญญาณตามพระสัญญา

บทบัญญัติกับพระสัญญา

15พี่น้องทั้งหลาย ข้าพเจ้าขอยกตัวอย่างจากชีวิตประจำวัน พันธสัญญาของมนุษย์เมื่อตกลงกันแล้วก็ไม่มีใครยกเลิกหรือเพิ่มเติมได้ฉันใด กรณีนี้ก็ฉันนั้น 16พระเจ้าทรงทำพระสัญญาต่างๆ กับอับราฮัมและพงศ์พันธุ์ของเขา พระคัมภีร์ไม่ได้ระบุว่า “แก่บรรดาพงศ์พันธุ์” อันหมายถึงผู้คนมากมาย แต่ระบุว่า “แก่พงศ์พันธุ์ของเจ้า”3:16 ปฐก.12:7; 13:15; 24:7 อันหมายถึงคนเพียงคนเดียวคือพระคริสต์ 17ข้าพเจ้าหมายความว่าอย่างนี้คือ บทบัญญัติซึ่งมีมาภายหลัง 430 ปีไม่ได้ล้มล้างพันธสัญญาที่พระเจ้าได้ทรงตั้งไว้ก่อนแล้ว และด้วยเหตุนี้บทบัญญัติจึงไม่ได้ยกเลิกพระสัญญา 18เพราะหากการรับมรดกขึ้นกับบทบัญญัติก็ไม่ได้ขึ้นกับพระสัญญาอีกต่อไป แต่โดยพระคุณของพระองค์ พระเจ้าประทานมรดกแก่อับราฮัมผ่านทางพระสัญญา

19ถ้าเช่นนั้นบทบัญญัติมีไว้เพื่ออะไร? การที่มีบทบัญญัติเพิ่มขึ้นมาก็เพราะการล่วงละเมิดทั้งหลาย และบทบัญญัตินี้คงอยู่จนกว่า “พงศ์พันธุ์” นั้นซึ่งพระสัญญาระบุไว้มาถึง บทบัญญัติมีผลบังคับใช้ผ่านทางเหล่าทูตสวรรค์โดยคนกลาง 20อย่างไรก็ตามคนกลางไม่ได้เป็นตัวแทนของฝ่ายเดียวเท่านั้น แต่พระเจ้าทรงเป็นฝ่ายเดียว

21ถ้าเช่นนั้นบทบัญญัติขัดกับพระสัญญาของพระเจ้าหรือ? ไม่ใช่อย่างนั้นแน่นอน! เพราะถ้าทรงให้มีบทบัญญัติซึ่งให้ชีวิต ความชอบธรรมย่อมมีได้โดยบทบัญญัติ 22แต่พระคัมภีร์ประกาศว่าทั้งโลกตกเป็นนักโทษของบาป เพื่อว่าสิ่งที่ทรงสัญญาไว้นั้นจะประทานแก่บรรดาผู้เชื่อโดยทางความเชื่อในพระเยซูคริสต์

23ก่อนที่ความเชื่อนี้จะมีมา เราตกเป็นนักโทษของบทบัญญัติ ถูกกักขังไว้จนกว่าความเชื่อจะถูกเปิดเผย 24ดังนั้นบทบัญญัติได้รับมอบหมายหน้าที่ให้นำเรามาถึงพระคริสต์3:24 หรือได้รับมอบหมายให้ทำหน้าที่จนกว่าพระคริสต์เสด็จมา เพื่อเราจะได้ถูกนับเป็นผู้ชอบธรรมโดยความเชื่อ 25บัดนี้ความเชื่อนั้นมาถึงแล้ว เราจึงไม่อยู่ภายใต้การควบคุมของบทบัญญัติอีกต่อไป

บุตรของพระเจ้า

26ท่านทั้งหลายล้วนเป็นบุตรของพระเจ้าโดยความเชื่อในพระเยซูคริสต์ 27เพราะพวกท่านทั้งปวงผู้ได้รับบัพติศมาเข้าส่วนในพระคริสต์แล้วได้คลุมกายของท่านด้วยพระคริสต์ 28ไม่มียิวหรือกรีก ทาสหรือไท ชายหรือหญิง เพราะพวกท่านทั้งปวงเป็นหนึ่งเดียวในพระเยซูคริสต์ 29ถ้าท่านเป็นของพระคริสต์ ท่านก็เป็นพงศ์พันธุ์ของอับราฮัมและเป็นทายาทตามพระสัญญา

Het Boek

Galaten 3:1-29

De echte kinderen van Abraham

1Domme Galaten, wie heeft u betoverd? Ik heb u toch zoʼn duidelijk beeld gegeven van Jezus Christus, die aan het kruis gestorven is. 2Zeg eens: heeft God u de Heilige Geest gegeven omdat u de wet hebt gehoorzaamd of omdat u het goede nieuws van Jezus Christus hebt gehoord én geloofd? 3Bent u nu zo dom? U bent christen geworden door het werk van de Heilige Geest, moet u nu met de wet eindigen? 4Is alles wat u hebt meegemaakt dan voor niets geweest? Was dat maar zo. 5Geeft God u zijn Geest en laat Hij wonderen onder u gebeuren omdat u zo goed doet wat de wet zegt? Of omdat u gelooft wat wij u over Jezus Christus hebben verteld?

6Kijk naar wat er over Abraham is gezegd: ‘Abraham geloofde God en daarom beschouwde God hem als een rechtvaardig mens.’ 7De echte kinderen van Abraham zijn dus de mensen die, net als hij, op God vertrouwen. 8In de Boeken is voorzegd dat het tussen God en niet-Joodse volken in orde zou komen, wanneer zij op Hem zouden vertrouwen. God zei ooit tegen Abraham: ‘U zult voor alle volken een zegen zijn.’ Dat was goed nieuws! 9Ieder die net als Abraham op God vertrouwt, zal net als hij worden gezegend.

10Maar ieder die probeert het met God in orde te maken door de wet te houden, valt onder de vloek van God. Want er staat in de Boeken: ‘Vervloekt is hij die deze wetten niet nauwgezet gehoorzaamt.’ 11Dat niemand het ooit met God in orde kan maken door de wet te houden, is volstrekt duidelijk. In de Boeken staat immers ook: ‘De mensen die rechtvaardig zijn, zullen door hun geloof echt leven.’ 12Bij het houden van de wet is het geen kwestie van geloven, maar van doen. ‘Wie de wet houdt, zal daardoor leven,’ staat er geschreven. 13Christus heeft ons vrijgekocht van de vloek die de wet over ons bracht, door voor ons die vloek op Zich te nemen. Er staat immers: ‘Iemand die aan een paal is opgehangen, is vervloekt.’ 14Op die manier is door Christus Jezus de zegen van Abraham tot de andere volken gekomen en nu kunnen wij de Heilige Geest ontvangen door in God te geloven.

15Vrienden, ik neem maar eens een voorbeeld uit het dagelijks leven. Als twee mensen een overeenkomst sluiten en die bekrachtigen, kan niemand daar iets aan veranderen of toevoegen. 16Wel, God deed Abraham en zijn nakomeling een belofte. Er staat in de Boeken niet dat die belofte aan Abrahams ‘nakomelingen’ werd gedaan, alsof het om velen zou gaan. Maar er staat ‘nakomeling’ en daarmee wordt Christus bedoeld. 17Ik bedoel dit: als God met Abraham een onverbrekelijke overeenkomst heeft gesloten, kan een wet die er pas vierhonderddertig jaar later bijkwam, die overeenkomst niet ongedaan maken. De belofte die God heeft gedaan, blijft gelden. 18Als wij gered konden worden door een wet te gehoorzamen, is het duidelijk dat dat een andere manier is om met God in het reine te komen dan de manier van Abraham. Want hij was een vriend van God omdat hij eenvoudig geloofde in Gods beloften.

19Waarvoor dient de wet dan? Die is later ingevoerd om duidelijk te maken dat er zonde is. De wet zou alleen maar gelden zolang de nakomeling er nog niet was die God beloofd had. God heeft de wet door engelen aan Mozes gegeven voor het Joodse volk. 20Maar toen Hij zijn belofte aan Abraham gaf, deed Hij dat zonder tussenpersoon. 21Zijn Gods wet en Gods beloften dan met elkaar in tegenspraak? Nee, natuurlijk niet. Als er een wet zou zijn die leven kon geven, dan zouden we ook wel door een wet uit de greep van de zonde kunnen komen. 22Maar volgens de Boeken is alles in de macht van de zonde, zodat de enige manier om Gods beloofde heil te krijgen het geloof in Jezus Christus is.

23Tot de komst van Christus werden wij door de wet bewaakt. Wij leefden bij wijze van spreken onder het strenge toezicht van de wet, zolang wij nog niet wisten dat wij op Jezus Christus mochten vertrouwen. 24Laat ik het anders zeggen: de wet was onze opvoeder, totdat Christus kwam en wij door in Hem te geloven recht voor God konden staan. 25Maar nu het geloof in Christus er is, heeft die opvoeder niets meer over ons te zeggen. 26Door het geloof in Christus Jezus bent u allemaal kinderen van God geworden. 27Door de doop in Christus bent u één met Hem geworden, u bent als het ware omhuld door Hem. 28Er kan nu geen sprake meer zijn van Jood of niet-Jood, van slaaf of vrij man, van man of vrouw, want in Christus Jezus zijn wij één geworden. 29Als u een deel van Christus bent, bent u ook kinderen van Abraham en dan is wat God hem beloofde, ook voor u.