1As moscas mortas são capazes de estragar e fazer cheirar mal um frasco do melhor perfume. Sim, um pequeno erro pode anular os efeitos da sabedoria e da honra!
2O coração dum indivíduo sábio levá-lo-á à prática do que é reto; o dum louco, conduzi-lo-á para o mal. 3Podes identificar um doido até pela forma como anda na rua!
4Se aquele que manda se irrita contra ti, não reajas precipitadamente! Uma atitude pacífica e calma é remédio que neutraliza grandes conflitos.
5Vi outro mal, enquanto observava a vida, uma situação triste, respeitante a reis e governantes. 6Vi tolos a quem se deu grande autoridade e ricos a quem não se deu honra alguma. 7Vi também servos andando a cavalo e nobres deslocando-se a pé, como servos.
8Quem fizer uma cova cairá nela; quem derrubar um muro, uma cobra o morderá! 9Quem andar a acarretar pedras, acabará por ser maltratado por elas. O que racha lenha corre riscos!
10Se o ferro do machado estiver embotado, precisará de mais força. Sê sábio e afia a lâmina.
11Se a cobra morder antes de estar encantada, é inútil o trabalho do encantador.
12É agradável ouvir palavras sábias, mas o falar dum louco leva-o à ruína. 13Basta que comece por uma falsa premissa, para que qualquer conclusão a que chegue seja ridícula.
14O insensato sabe tudo sobre o futuro e conta-o a toda a gente, mas poderá alguém realmente saber o que irá acontecer?
15O tolo fica esgotado com qualquer esforço e depois não sabe orientar-se.
16Ai da terra cujo rei for uma criança e cujos líderes, logo pela manhã, já estão embriagados! 17Feliz a terra cujos governantes receberam uma educação cuidada e cujos chefes se alimentam, não com intemperança, mas para ganharem mais forças para novas tarefas!
18A preguiça faz enfraquecer o telhado; depressa os barrotes começam a apodrecer.
19Uma festa dá sempre alegria e o vinho transmite satisfação, mas é com dinheiro que se consegue tudo isso.
20Nunca digas mal do rei, nem sequer em pensamento; tão-pouco do rico digas mal, porque um pássaro lhes dará a conhecer aquilo que disseste.
Wees bedachtzaam
1Dode vliegen zullen zelfs een pot zalf doen stinken. Ja, een kleine dwaasheid kan veel wijsheid en aanzien tenietdoen! 2Het hart van een wijs man laat hem het goede doen, maar het hart van een dwaas leidt hem naar het kwaad. 3Waar de dwaas ook heen gaat, steeds ontbreekt het hem aan verstand, zodat iedereen merkt dat hij een dwaas is.
4Als u van uw meerdere de wind van voren krijgt, neem dan geen ontslag. Een rustig optreden kan fouten voorkomen. 5Er is nog een slecht ding dat ik zag toen ik de wereld in het voorbijgaan bekeek, een droevige zaak, die koningen en heersers betreft: 6ik heb gezien hoe onnadenkende mensen groot gezag kregen en verstandige mensen hun verdiende ereplaats werd onthouden. 7Ik heb zelfs dienaren zien rijden, terwijl vorsten te voet gingen als dienaren. 8Wie een put graaft, kan erin vallen. Wie een oude muur sloopt, kan gebeten worden door een slang. 9Terwijl u aan het werk bent in een mijn, kunnen vallende stenen u verpletteren. Elke slag van uw bijl kan gevaarlijk zijn. 10Een botte bijl vraagt veel van uw krachten, wees wijs en slijp het blad. 11Als een slang bijt vóór de bezwering, dan baat de bezweerder niet.
12Het is prettig om naar wijze woorden te luisteren, maar als een dwaas het woord neemt, voert hem dat naar de ondergang. 13Omdat hij al vanuit een dwaas uitgangspunt begint, is zijn conclusie pure onzin! 14Een dwaas vertelt iedereen precies wat er gebeuren gaat, maar bestaat er werkelijk iemand die kan vertellen wat de toekomst brengt? 15Een dwaas raakt ondersteboven van een klein beetje werk, omdat hij niet eens weet hoe hij het moet aanpakken.
16Wee het land waarvan de koning een kind is en waarvan de leiders al in de ochtenduren dronken zijn! 17Gelukkig is het land waarvan de leiders edel zijn en alleen eten en drinken om op krachten te komen en niet om zich te bedrinken. 18Door luiheid raakt het dak lek, waarna de dakbalken al snel beginnen te rotten. 19Sommigen eten alleen voor hun plezier en drinken wijn om vrolijk te worden, dat kun je doen als je geld hebt. 20Vervloek nooit de koning, zelfs niet in gedachten en doe dat ook niet bij een rijke man, want een klein vogeltje zal hun gaan vertellen wat u hebt gezegd.
