Salmo 140 – NVI & HTB

Nueva Versión Internacional

Salmo 140:1-13

Salmo 140Sal 140 En el texto hebreo 140:1-13 se numera 140:2-14.

Al director musical. Salmo de David.

1Oh Señor, líbrame de los malvados;

protégeme de los violentos,

2de los que urden en su corazón planes malvados

y todos los días fomentan la guerra.

3Afilan su lengua cual lengua de serpiente;

¡veneno de víbora hay en sus labios! Selah

4Señor, protégeme del poder de los malvados;

protégeme de los violentos,

de los que piensan hacerme caer.

5Esos engreídos me han tendido una trampa;

han puesto los lazos de su red,

han tendido trampas en mi camino. Selah

6Yo digo al Señor: «Tú eres mi Dios.

Atiende, Señor, mi voz suplicante».

7Señor Soberano, mi poderoso salvador,

¡tú proteges mi cabeza en el día de la batalla!

8No satisfagas, Señor, los caprichos de los impíos;

no permitas que sus planes prosperen,

para que no se enorgullezcan. Selah

9Que sobre la cabeza de los que me rodean

recaiga el mal que sus labios proclaman.

10Que lluevan brasas sobre ellos

y sean echados en el fuego,

en abismos profundos, de donde no vuelvan a salir.

11Que no eche raíces en la tierra

la gente de lengua mentirosa;

que la calamidad persiga y destruya

a la gente que practica la violencia.

12Yo sé que el Señor hace justicia al pobre

y defiende el derecho de los necesitados.

13Ciertamente los justos alabarán tu nombre

y los íntegros vivirán en tu presencia.

Het Boek

Psalmen 140:1-14

1Een psalm van David voor de koordirigent.

2Here, bescherm mij tegen de misdadigers

en houd mij uit de handen van hen die geweld liefhebben.

3Zij beramen slechte plannen

en zijn voortdurend uit op oorlog.

4Hun tong is zo scherp als die van een slang

en hun lippen spuwen dodelijk gif.

5Here, bescherm mij tegen de aanvallen van de ongelovigen

en houd mij uit de handen van hen die geweld liefhebben.

Zij zijn van plan mij te laten struikelen.

6Hoogmoedige mensen zetten vallen voor mij,

valstrikken en netten om mij te vangen.

7Maar ik zeg tegen de Here: ‘U bent mijn God.’

Here, luister toch naar mijn bidden en smeken.

8Almachtige Here, U bevrijdt mij door uw kracht.

U beschermt mijn leven wanneer de oorlog uitbreekt.

9Here, voorkom dat mijn vijanden hun zin krijgen.

En laat, als zij mij aanvallen, hun aanslag mislukken.

10Het kwaad van de mensen om mij heen

en de slechte dingen die zij zeggen,

zullen hun zelf overkomen.

11Laat het gloeiende kolen op hen regenen,

laat hen in een vuurkuil vallen waar ze nooit meer uitkomen.

12De roddelaar heeft geen recht van leven in dit land

en ik hoop dat het ongeluk de misdadiger inhaalt.

13Ik ben ervan overtuigd dat de Here het opneemt voor de armen

en verdedigt wie het moeilijk hebben.

14Het is duidelijk dat de oprechte mensen uw naam zullen prijzen,

zij mogen in uw nabijheid leven.