Псалтирь 71 – NRT & HTB

New Russian Translation

Псалтирь 71:1-20

Псалом 71

1Для Соломона71:1 Эта песнь-молитва об израильском царе, но в то же самое время она отражает надежды и чаяния народа о славном и справедливом царствовании Христа..

Боже, справедливостью Твоей надели царя

и праведностью Твоей – сына царского,

2чтобы он судил народ Твой праведно

и страдальцев Твоих – справедливо.

3Горы принесут процветание народу,

и холмы – плоды праведности.

4Он защитит страдальцев из народа,

спасет сыновей нищих и сокрушит притеснителя.

5Будут бояться Тебя, пока существуют солнце и луна,

из поколения в поколение.

6Он будет как дождь, идущий над скошенным полем,

словно ливень, орошающий землю.

7В дни его будет процветать праведник,

и благоденствие не прекратится,

пока не исчезнет луна.

8Он будет владычествовать от моря и до моря

и от реки Евфрата до краев земли.

9Жители пустынь преклонятся перед ним,

и враги его будут лизать пыль.

10Цари Таршиша и отдаленных побережий принесут ему дань,

цари Шевы и Севы принесут дары.

11Поклонятся ему все цари;

все народы будут ему служить.

12Он спасет нищего, когда тот взывает,

и угнетенного, у которого нет помощника.

13Он будет милосерден к бедному и нищему;

души нищих он спасет.

14От угнетения и насилия избавит их души,

ведь драгоценна их кровь в глазах его.

15Пусть будет долог его век

и пусть будет дано ему золото Шевы.

И пусть непрестанно возносят молитвы за него,

весь день прославляя его.

16Пусть будет обилие хлеба на всей земле

и ветер колышет колосья на вершинах холмов,

подобно процветанию Ливана пусть будет его изобилие,

и пусть оно покроет землю, подобно траве.

17Пусть имя его пребудет вовек,

пока пребывает солнце.

В нем благословятся все народы земли,

и они назовут его благословенным.

18Да будет благословен Господь, Бог Израиля,

Который один творит чудеса!

19Пусть всегда превозносится Его величественное имя,

и наполнится вся земля Его славою!

Аминь и аминь!

20Закончились молитвы Давида, сына Иессея.

Het Boek

Psalmen 71:1-24

1Bij U kan ik wegschuilen, Here.

Stel mij nooit teleur.

2Verlos mij door uw rechtvaardigheid.

Luister naar mij en bevrijd mij.

3U bent voor mij als een rots, waarin ik wonen kan,

als een huis waar ik met vertrouwen naar toe ga.

U stelt mij dat huis ter beschikking,

zodat ik veilig kan wonen.

Want U bent mijn bevrijder en mijn rots.

4O God, verlos mij

uit de handen van de ongelovigen,

uit de beklemmende greep van de gewelddadige misdadigers.

5Ik verwacht alles van U.

Almachtige Here, van kindsbeen af

heb ik alleen op U vertrouwd.

6Toen mijn moeder mij nog verwachtte,

steunde ik al op U.

Vanaf die tijd hebt U mij al geholpen.

Al mijn lofliederen zijn alleen voor U.

7Velen dachten dat ik die wonderen zelf deed,

maar U was degene tot wie ik altijd vluchtte.

8Ik kan alleen maar liederen tot uw eer zingen,

de hele dag spreek ik over uw grootheid.

9Stuur mij niet weg

nu ik ouder ben geworden.

Zult U mij niet verlaten

nu ik minder kracht over heb?

10Ik heb U nodig,

want mijn tegenstanders hebben het over mij,

zij die mij willen doden, overleggen met elkaar.

11Zij zeggen: ‘God heeft hem in de steek gelaten.

Laten we hem opjagen en grijpen,

er is toch niemand die hem te hulp komt.’

12Och, mijn God, blijf niet zo ver van mij af staan,

haast U toch mij te helpen.

13Laat hen die mij naar het leven staan,

voor schut staan en worden vernietigd.

Laat hen die mijn ondergang voor ogen hebben,

zelf te schande gemaakt en bespot worden.

14Ik blijf U verwachten,

ik zal alleen maar meer en meer U de eer geven.

15Ik zal spreken over uw rechtvaardigheid en recht,

dag in, dag uit vertellen hoe U bevrijdt.

Ik kan er niet over ophouden.

16Overal waar ik kom, zal ik spreken

over de macht en majesteit van de Almachtige Here.

Alleen over uw rechtvaardigheid zal ik vertellen.

17O God, sinds ik een kind was,

hebt U mij alles geleerd,

tot op de dag van vandaag

vertel ik anderen over uw wonderen.

18Nu ben ik oud en grijs,

mijn God, laat mij nu niet in de steek!

Ik zal deze nieuwe generatie

vertellen over uw macht.

Wie het maar horen wil,

vertel ik over uw kracht.

19Uw rechtvaardigheid en recht

zijn oneindig, o God.

U hebt grote dingen tot stand gebracht.

Wie kan zich met U meten, o God?

20U hebt mij door heel veel moeilijke omstandigheden

en problemen laten gaan,

maar ik weet dat U mij uit al die situaties zult bevrijden.

U zult mij weer helemaal in ere herstellen.

21Wilt U komen en mij troosten?

Wilt U mij weer aanzien geven?

22Dan zal ik met de harp lofliederen voor U zingen,

want U bent trouw, mijn God.

Ik zal psalmen voor U zingen bij de citer,

voor U, die de Heilige van Israël bent.

23Ik zal jubelen en psalmen voor U zingen.

U hebt mij innerlijk bevrijd.

24De hele dag door zal ik spreken

over uw rechtvaardigheid.

En de mensen die uit waren op mijn ondergang,

zullen zich diep schamen en afdruipen.