1 Samuel 23 – NIVUK & HTB

New International Version – UK

1 Samuel 23:1-29

David saves Keilah

1When David was told, ‘Look, the Philistines are fighting against Keilah and are looting the threshing-floors,’ 2he enquired of the Lord, saying, ‘Shall I go and attack these Philistines?’

The Lord answered him, ‘Go, attack the Philistines and save Keilah.’

3But David’s men said to him, ‘Here in Judah we are afraid. How much more, then, if we go to Keilah against the Philistine forces!’

4Once again David enquired of the Lord, and the Lord answered him, ‘Go down to Keilah, for I am going to give the Philistines into your hand.’ 5So David and his men went to Keilah, fought the Philistines and carried off their livestock. He inflicted heavy losses on the Philistines and saved the people of Keilah. 6(Now Abiathar son of Ahimelek had brought the ephod down with him when he fled to David at Keilah.)

Saul pursues David

7Saul was told that David had gone to Keilah, and he said, ‘God has delivered him into my hands, for David has imprisoned himself by entering a town with gates and bars.’ 8And Saul called up all his forces for battle, to go down to Keilah to besiege David and his men.

9When David learned that Saul was plotting against him, he said to Abiathar the priest, ‘Bring the ephod.’ 10David said, ‘Lord, God of Israel, your servant has heard definitely that Saul plans to come to Keilah and destroy the town on account of me. 11Will the citizens of Keilah surrender me to him? Will Saul come down, as your servant has heard? Lord, God of Israel, tell your servant.’

And the Lord said, ‘He will.’

12Again David asked, ‘Will the citizens of Keilah surrender me and my men to Saul?’

And the Lord said, ‘They will.’

13So David and his men, about six hundred in number, left Keilah and kept moving from place to place. When Saul was told that David had escaped from Keilah, he did not go there.

14David stayed in the wilderness strongholds and in the hills of the Desert of Ziph. Day after day Saul searched for him, but God did not give David into his hands.

15While David was at Horesh in the Desert of Ziph, he learned that23:15 Or he was afraid because Saul had come out to take his life. 16And Saul’s son Jonathan went to David at Horesh and helped him to find strength in God. 17‘Don’t be afraid,’ he said. ‘My father Saul will not lay a hand on you. You shall be king over Israel, and I will be second to you. Even my father Saul knows this.’ 18The two of them made a covenant before the Lord. Then Jonathan went home, but David remained at Horesh.

19The Ziphites went up to Saul at Gibeah and said, ‘Is not David hiding among us in the strongholds at Horesh, on the hill of Hakilah, south of Jeshimon? 20Now, Your Majesty, come down whenever it pleases you to do so, and we will be responsible for giving him into your hands.’

21Saul replied, ‘The Lord bless you for your concern for me. 22Go and get more information. Find out where David usually goes and who has seen him there. They tell me he is very crafty. 23Find out about all the hiding-places he uses and come back to me with definite information. Then I will go with you; if he is in the area, I will track him down among all the clans of Judah.’

24So they set out and went to Ziph ahead of Saul. Now David and his men were in the Desert of Maon, in the Arabah south of Jeshimon. 25Saul and his men began the search, and when David was told about it, he went down to the rock and stayed in the Desert of Maon. When Saul heard this, he went into the Desert of Maon in pursuit of David.

26Saul was going along one side of the mountain, and David and his men were on the other side, hurrying to get away from Saul. As Saul and his forces were closing in on David and his men to capture them, 27a messenger came to Saul, saying, ‘Come quickly! The Philistines are raiding the land.’ 28Then Saul broke off his pursuit of David and went to meet the Philistines. That is why they call this place Sela Hammahlekoth.23:28 Sela Hammahlekoth means rock of parting. 29And David went up from there and lived in the strongholds of En Gedi.23:29 In Hebrew texts this verse (23:29) is numbered 24:1.

Het Boek

1 Samuël 23:1-28

Sauls achtervolging

1Op een dag kwam David ter ore dat de Filistijnen bij Kehila de dorsvloeren aan het leegroven waren. 2David vroeg de Here: ‘Moet ik daarheen gaan en hen aanvallen?’ ‘Ja, bevrijd Kehila van de Filistijnen,’ was het antwoord van de Here. 3Maar Davids mannen zeiden: ‘Zelfs hier in Juda voelen we ons niet veilig, moeten wij dan wel naar Kehila gaan en daar het hele Filistijnse leger bestrijden?’ 4Opnieuw vroeg David de Here om raad en Hij antwoordde: ‘Ga naar Kehila, want Ik zal u helpen de Filistijnen te verslaan.’ 5Zo trokken zij toch naar Kehila. Zij richtten een slachting aan onder de Filistijnen en joegen al hun vee weg. Op die manier werden de inwoners van Kehila gered. 6De priester Abjathar had overigens toen hij naar David was gevlucht, het priesterkleed meegenomen zodat hij steeds de raad van de Here kon inwinnen.

7Saul hoorde al snel dat David in Kehila was. Hij riep: ‘Nu hebben we hem! God heeft hem aan mij uitgeleverd, want hij heeft zichzelf opgesloten in een ommuurde stad!’ 8Saul mobiliseerde daarop zijn hele leger om ermee naar Kehila te trekken en David en zijn mannen te omsingelen. 9Maar David hoorde wat Saul van plan was en gaf de priester Abjathar opdracht het priesterkleed bij hem te brengen om de Here te vragen wat hij moest doen. 10‘Och, Here, God van Israël,’ zei David, ‘ik heb gehoord dat Saul hierheen komt en Kehila wil vernietigen, omdat ik hier ben. 11Zouden de mannen van Kehila mij aan hem uitleveren? En zal Saul inderdaad komen, zoals ik heb gehoord? Here, God van Israël, vertel het mij alstublieft.’ De Here gaf als antwoord: ‘Hij zal komen.’ 12‘En zullen deze mannen van Kehila mij aan Saul uitleveren?’ drong David verder aan. ‘Ja, zij zullen u uitleveren,’ luidde het antwoord. 13Dat was reden genoeg voor David en zijn mannen—het waren er nu zoʼn zeshonderd—Kehila te verlaten en in de omstreken te gaan rondtrekken. Saul kwam al gauw te weten dat David was ontsnapt en besloot daarom niet naar Kehila op te trekken.

14-15 David vestigde zich toen in de bergvestingen van het heuvelgebied van de woestijn van Zif. In het woud van Choresa ontving David op een dag de boodschap dat Saul op weg was naar Zif om hem op te sporen. Dagen achtereen achtervolgde Saul hem, maar de Here liet niet toe dat hij David vond. 16Ondertussen ging Jonathan eropuit om David te zoeken, hij ontmoette hem bij Choresa en bemoedigde hem in zijn geloof in God. 17‘Wees niet bang,’ verzekerde Jonathan hem nog een keer. ‘Mijn vader zal je nooit vinden! Jij zult koning van Israël worden en ik zal onder je staan, iets dat mijn vader heel goed weet.’ 18Zo vernieuwden zij hun vriendschapsband. David bleef bij Choresa, terwijl Jonathan terugkeerde naar huis. 19De mannen van Zif gingen echter naar Saul in Gibea en verraadden David. ‘Wij weten waar hij zich verbergt,’ zeiden zij. ‘Hij zit bij ons in de bergvestingen van Choresa, op de heuvel van Hachila, in het zuidelijke deel van de woestijn. 20Kom gauw, koning, dan zal uw grootste wens in vervulling gaan. Wij zullen ervoor zorgen dat hij u in handen valt.’ 21‘Prijs de Here,’ riep Saul, ‘eindelijk iemand die met mij meevoelt! 22Ga maar naar huis om uit te zoeken of hij daar werkelijk nog is en of iemand hem heeft gezien, want hij is heel listig. 23Probeer zijn schuilplaatsen te ontdekken en kom dan terug om mij nauwkeurig verslag te doen. Dan zal ik met u meegaan. Als hij zich ergens in dat gebied bevindt, zal ik hem vinden al moet ik elke centimeter van Juda uitkammen!’

24-25 De mannen van Zif gingen terug naar huis. Toen David echter hoorde dat Saul op weg was naar Zif, trokken hij en zijn mannen verder naar het zuiden de woestijn van Maon in. Maar ook daar volgde Saul hen. 26Hij en David bevonden zich nu aan weerszijden van een berg. Toen Saul en zijn mannen hen begonnen in te sluiten, probeerde David weg te vluchten. 27Precies op dat moment kreeg Saul echter te horen dat de Filistijnen Israël weer waren binnengevallen. 28Saul gaf daarom de achtervolging op en keerde terug om de strijd aan te binden met de Filistijnen. Sinds die tijd wordt de plaats waar David zijn kamp had Sela-Hammachlekot, ‘Rots van de scheiding,’ genoemd.