A Prophecy Against Egypt and Cush
1Sargon, the king of Assyria, sent his highest commander to the city of Ashdod. He attacked it and captured it. 2Three years earlier the Lord had spoken to Isaiah, the son of Amoz. The Lord had said, “Take off the rough clothing you are wearing. And take off your sandals.” So Isaiah did. He went around barefoot and naked.
3After Ashdod was captured, the Lord said, “My servant Isaiah has gone around barefoot and naked for three years. He is a sign and reminder to Egypt and Cush about what will happen to them. 4The king of Assyria will lead prisoners away from Egypt and Cush. Young people and old people alike will be taken away. Like Isaiah, they will be barefoot and naked. Their backsides will be bare. So the Egyptians will be put to shame. 5People trusted in Cush to help them. They bragged about what Egypt could do for them. But they will lose heart and be put to shame. 6At that time the people who live on the coast of Philistia will speak up. They will say, ‘See what has happened to those we depended on! We ran to them for help. We wanted them to save us from the king of Assyria. Now how can we escape?’ ”
Jesaja, symbool van vreselijke rampen
1In het jaar waarin koning Sargon van Assur zijn veldmaarschalk naar de Filistijnse stad Asdod stuurde en deze de stad innam, 2gaf de Here Jesaja, de zoon van Amoz, de opdracht: ‘Trek uw profetenmantel en uw sandalen uit en blijf zo rondlopen.’ Jesaja deed wat de Here hem opdroeg en liep op blote voeten ongekleed rond.
3Toen zei de Here: ‘Mijn dienaar Jesaja, die nu drie jaar lang naakt en op blote voeten heeft rondgelopen, is het symbool van de vreselijke rampen, die Ik over Egypte en Ethiopië zal brengen. 4Want de koning van Assur zal de Egyptenaren en Ethiopiërs gevankelijk wegvoeren, naakt en op blote voeten. Jong en oud zullen met blote billen lopen, tot schande van Egypte. 5Hoe ontmoedigd zullen de Filistijnen dan zijn, want zij rekenden op de “kracht van Ethiopië” en op hun “machtige bondgenoot” Egypte! 6En zij zullen zeggen: “Als Egypte zoiets kan overkomen, welke kans hebben wij dan nog”?’
