1 Yokaana 4 – LCB & HTB

Luganda Contemporary Bible

1 Yokaana 4:1-21

Mugezese Emyoyo

14:1 2Pe 2:1; 1Yk 2:18Abaagalwa, temukkirizanga buli myoyo, naye musookenga okugyetegereza mulabe obanga givudde eri Katonda, kubanga kaakano waliwo bannabbi ab’obulimba bangi mu nsi. 24:2 a Yk 1:14; 1Yk 2:23 b 1Ko 12:3Eno y’engeri gye tutegeeramu Mwoyo wa Katonda: buli ayatula nti Yesu Kristo yafuuka omubiri, ng’ava eri Katonda, oyo y’alina Mwoyo wa Katonda. 34:3 1Yk 2:22; 2Yk 7Naye buli mwoyo ogutayatula Yesu nga teguvudde eri Katonda. Ogwo gwe mwoyo ogw’Omulabe wa Kristo, gwe mwawulira nti ajja mu nsi, era amaze okutuuka.

44:4 a Bar 8:31 b Yk 12:31Mmwe, abaana abaagalwa, muli ba Katonda era mumaze okuwangula, kubanga oyo ali mu mmwe wa maanyi okusinga oyo ali mu nsi. 54:5 Yk 15:19Bo ba nsi era boogera bya nsi, era abantu b’ensi kyebava babawuliriza. 64:6 a Yk 8:47 b Yk 14:17Naye ffe tuli bantu ba Katonda, era buli amanyi Katonda atuwuliriza; atali wa Katonda tatuwuliriza. Eyo y’engeri gye tusobola okwawulamu omwoyo ogw’amazima n’omwoyo ogw’obulimba.

74:7 a 1Yk 3:11 b 1Yk 2:4Abaagalwa, twagalanenga, kubanga okwagala kuva eri Katonda, era buli alina okwagala mwana wa Katonda, era amanyi Katonda. 84:8 nny 7, 16Naye buli atalina kwagala tamanyi Katonda, kubanga Katonda kwagala. 94:9 Yk 3:16, 17; 1Yk 5:11Katonda yatulaga okwagala kwe, bwe yatuma mu nsi Omwana we omu yekka bw’ati, tulyoke tube abalamu ku bw’oyo. 104:10 a Bar 5:8, 10 b 1Yk 2:2Mu kino mwe tutegeerera ddala okwagala kwennyini, kubanga teyakikola lwa kuba nti ffe twali twagala Katonda, naye ye yennyini ye yatwagala, n’awaayo Omwana we ng’omutango olw’ebibi byaffe. 114:11 Yk 3:16Kale abaagalwa, nga Katonda bwe yatwagala bw’atyo naffe tuteekwa okwagalananga. 124:12 a Yk 1:18; 1Ti 6:16 b 1Yk 2:5Tewali n’omu eyali alabye ku Katonda, naye bwe twagalana, Katonda abeera mu ffe, n’okwagala kwe ne kulabikira mu ffe. 134:13 1Yk 3:24Mu ekyo mwe tutegeerera nti Katonda ali mu ffe era naffe tuli mu Ye, olwa Mwoyo gw’atuwadde. 144:14 a Yk 15:27 b Yk 3:17Era ffe twamulaba n’amaaso gaffe, kyetuva tutegeeza nti Kitaffe yatuma Omwana we okuba Omulokozi w’ensi.

154:15 Bar 10:9Kale buli ayatula nti Yesu Mwana wa Katonda, nga Katonda ali mu ye era nga naye ali mu Katonda. 164:16 a nny 8 b 1Yk 3:24Ffe tumanyi okwagala kwa Katonda era tukkiririza mu kwagala kwe okwo kw’alina gye tuli.

Katonda kwagala, era buli abeera n’okwagala abeera mu Katonda, ne Katonda abeera mu ye. 174:17 1Yk 2:5Bwe twagala bannaffe nga Kristo bwe yakola ng’ali mu nsi muno, tetulibaako kye tweraliikirira ku lunaku olw’okusalirako omusango. 184:18 Bar 8:15Mu kwagala temuliimu kutya, kubanga okwagala okutuukiridde kumalawo okutya; kubanga okutya kulimu okubonerezebwa, na buli atya, aba tannatuukirira mu kwagala.

194:19 nny 10Tulina okwagala kubanga Ye ye yasooka okutwagala. 204:20 a 1Yk 2:9 b 1Yk 2:4Omuntu yenna bw’agamba nti, “Njagala Katonda,” naye n’akyawa muganda we, omuntu oyo mulimba. Kubanga buli atayagala muganda we gw’alabako, tasobola kwagala Katonda gw’atalabangako. 214:21 Mat 5:43Era Katonda yennyini yatulagira nti, “Buli ayagala Katonda ayagalenga ne muganda we.”

Het Boek

1 Johannes 4:1-21

Leven vanuit Gods liefde

1Vrienden, geloof niet iedere geest, maar ga eerst na of iemand door de Geest van God bezield wordt, want er lopen nogal wat valse profeten op deze wereld rond. 2Hieraan kunnen wij weten of Gods Geest spreekt: ieder die erkent dat Jezus Christus een mens van vlees en bloed geworden is, zegt dat door de Geest van God. 3Ieder die dat ontkent, heeft de geest van de antichrist, de vijand van Christus, waarvan wij weten dat hij komen zou, maar die nu al in de wereld actief is.

4Vrienden, u komt uit God voort en hebt zijn tegenstanders overwonnen, want Hij die in u woont, is machtiger dan hij die de wereld beheerst. 5De tegenstanders van God horen bij de wereld en maken zich dus alleen maar druk om dingen die van de wereld zijn. Daarom hebben zij in de wereld ook iets te zeggen. 6Omdat wij het eigendom van God zijn, zullen alleen de mensen die Hem kennen, naar ons luisteren en de anderen niet. Op die manier is het mogelijk om te onderscheiden of iets namens God gezegd wordt of niet, of het waarheid is of leugen.

7Vrienden, laten wij elkaar liefhebben want de liefde komt van God. Wie liefheeft, is uit God geboren en kent God. 8Maar wie niet liefheeft, kent God niet, want God is Zelf liefde. 9God heeft ons laten zien hoe groot zijn liefde voor ons is, door zijn enige Zoon de wereld in te sturen. Door Hem wilde God ons nieuw leven geven. 10De liefde waarover het hier gaat, is niet onze liefde voor God, maar zijn liefde voor ons. Daarom stuurde Hij zijn Zoon, die de straf voor onze zonden op Zich heeft genomen om de verhouding tussen God en ons weer goed te maken. 11Omdat God ons zo heeft liefgehad, moeten wij elkaar ook liefhebben.

12Niemand heeft God ooit gezien, maar als wij elkaar liefhebben, leeft God in ons, dan is zijn liefde volledig in ons aanwezig. 13En Hij heeft ons zijn Heilige Geest gegeven, daardoor weten wij dat wij één met Hem zijn en Hij één met ons is. 14Omdat wij het met eigen ogen hebben gezien, getuigen wij ervan dat God zijn Zoon gestuurd heeft als Redder van de wereld. 15Ieder die dit gelooft en zegt dat Jezus de Zoon van God is, blijft één met God. 16Wij hebben de liefde van God leren kennen en vertrouwen daarop. God is liefde. Wie blijft liefhebben, blijft één met God. 17Als de liefde in ons haar doel bereikt, kunnen wij vol vertrouwen de dag van het grote oordeel tegemoet zien, omdat wij in deze wereld leven zoals Christus er leefde. 18In de liefde is geen plaats voor angst. Integendeel, de volmaakte liefde verdrijft de angst. Angst houdt altijd verband met straf. Wie nog angst kent, kent de volmaakte liefde nog niet. 19Dat wij Hem liefhebben, komt doordat Hij ons het eerst heeft liefgehad. 20Als iemand zegt dat hij van God houdt, maar een hekel aan zijn broeder of zuster heeft, is hij een leugenaar. Als hij niet van de ander houdt die hij kan zien, hoe kan hij dan van God houden die hij nooit heeft gezien? 21God heeft duidelijk gezegd dat wij niet alleen van Hem moeten houden, maar ook van onze broeders en zusters.