1 Peetero 5 – LCB & HTB

Luganda Contemporary Bible

1 Peetero 5:1-14

Katonda Talemererwa

15:1 a Bik 11:30 b Luk 24:48 c 1Pe 1:5, 7; Kub 1:9Noolwekyo mbulirira abakadde abali mu mmwe nze mukadde munnammwe, omujulirwa w’okubonaabona kwa Kristo, era agabanira awamu ekitiibwa ekigenda okubikkulirwa. 25:2 a Yk 21:16 b 1Ti 3:3Mulundenga ekisibo kya Katonda ekiri mu mmwe, mukiriisenga nga mukirabirira n’okwagala so si na kwemulugunya, nga mukolerera amagoba ag’obukuusa wabula olw’okujjumbira Katonda. 35:3 a Ez 34:4 b Baf 3:17Be mukulembera temubakambuwaliranga wabula mubakulemberenga nga mubalaga ekyokulabirako ekirungi. 45:4 1Ko 9:25Era Omusumba Omukulu bw’alikomawo, muliweebwa engule ey’ekitiibwa ekitaliggwaawo.

55:5 a Bef 5:21 b Nge 3:34; Yak 4:6Mmwe abavubuka, mugonderenga abakulu. Muweerezeganenga mwekka na mwekka n’obuwombeefu kubanga

“Katonda akyawa ab’amalala

naye abawombeefu abawa omukisa.”

65:6 Yak 4:10Noolwekyo mwewombeeke wansi w’omukono gwa Katonda ogw’amaanyi, naye alibagulumiza ng’obudde butuuse. 75:7 a Zab 37:5; Mat 6:25 b Beb 13:5Mumutwalirenga byonna bye mweraliikirira kubanga abalumirwa era afaayo ku buli ekibatuukako.

85:8 Yob 1:7Mutunulenga, mwekuume omulabe wammwe Setaani, atambulatambula ng’empologoma enjala gy’eruma egenda ng’ewuluguma ng’enoonya gw’eneerya. 95:9 a Yak 4:7 b Bak 2:5 c Bik 14:22Mumwaŋŋange ng’abalumbye, nga mwesiga Mukama, era mujjukire nti ebibonoobono ebiri ng’ebyo bituuka ne ku bakkiriza abalala mu nsi yonna.

105:10 a 2Ko 4:17 b 2Bs 2:17Bwe mulibonaabonera akaseera, Katonda waffe atukwatirwa ekisa ng’ayita mu Kristo, alibawa ekitiibwa kye ekitaliggwaawo. Alibakomyawo, alibazzaamu amaanyi, alibawanirira era alibanyweza. 115:11 Bar 11:36Ekitiibwa n’amaanyi bibeerenga gy’ali emirembe n’emirembe. Amiina.

125:12 a 2Ko 1:19 b Beb 13:22Ebbaluwa eno nzija kugikwasa Sirwano5:12 Sirwano Mu Luyonaani oluusi ayitibwa Siira, gwe mmanyi nga waaluganda mwesigwa ddala, agibaleetere. Nsuubira nga mbazizzaamu amaanyi mu bbaluwa eno, era nga mbalaze engeri Katonda gy’agabamu ekisa kye ekingi. Ebyo bye mbategeezezza bibayambe okunywerera mu kwagala kwe.

135:13 Bik 12:12Balonde bannammwe mu kkanisa y’e Babulooni, babalamusizza. Ne mutabani wange Makko naye abalamusizza.

14Mulamusagane n’okwagala okw’Ekikristaayo.

Emirembe gibeerenga mu mmwe mwenna abali mu Kristo.

Het Boek

1 Petrus 5:1-14

De duivel is de grote tegenstander

1Op grond van de verantwoordelijkheid die ik ook als leider heb, doe ik een beroep op de andere leiders. Ik heb Christus aan het kruis zien sterven en als Hij terugkomt, zal ik deelhebben aan zijn heerlijkheid. 2Wat ik u dringend wil vragen, is dit: wees goede herders voor de kudde van God. Doe dat niet omdat het nu eenmaal moet, maar omdat u graag wilt doen wat God van u vraagt. Doe het ook niet om er beter van te worden, maar omdat u daartoe bereid bent. 3Probeer niet de baas te spelen over mensen die u zijn toevertrouwd, maar wees een voorbeeld voor hen. 4Dan zal de Opperherder u voor altijd laten delen in zijn heerlijkheid en eer.

5Jonge mensen, doe wat de leiders zeggen. U moet in de omgang met elkaar nederig zijn, want God keert Zich tegen de hoogmoedigen, maar Hij is genadig voor wie nederig is. 6Als u zich buigt onder de sterke hand van God, zal Hij u oprichten als Hij vindt dat de tijd daarvoor gekomen is. 7Geef al uw zorgen en problemen over aan God, want Hij houdt van u en zorgt voor u. 8Maar ondanks dat moet u de situatie goed inzien en op uw hoede zijn voor de grote tegenstander, de duivel. Hij gaat rond als een brullende leeuw, op zoek naar een prooi om te verslinden. 9Sla zijn aanvallen af door vast op de Here te vertrouwen. Het is een hele troost te weten dat de christenen over de hele wereld hetzelfde moeten doormaken.

10Onze God is een en al ontferming. Hij heeft u allen geroepen om deel te hebben aan dezelfde eeuwige heerlijkheid als Christus. Nadat het een korte tijd heel moeilijk is geweest, zal Hij u persoonlijk overeind helpen op de plaats waar u hoort te staan. Hij zal u zó sterk maken dat u nooit meer hoeft te wankelen. 11Voor Hem is alle macht, voor altijd en eeuwig. Amen!

12Silvanus, die voor zover ik weet een trouw christen is, heeft deze korte brief voor mij geschreven. Ik heb u ermee willen bemoedigen, zodat u nooit zult twijfelen aan de ware genade van God, zoals ik die hierboven heb beschreven. Blijf daar dus bij. 13De gemeente in Babylon en mijn zoon Marcus groeten u. 14Groet elkaar met de kus van broederlijke liefde. Ik wens alle mensen die Christus toebehoren, vrede toe.