雅歌 7 – JCB & HTB

Japanese Contemporary Bible

雅歌 7:1-13

7

ソロモン王

1女王のような高貴な人よ。

軽やかに歩くあなたの足はなんと美しいことか。

丸くてふっくらしたももは、

名人が磨き上げた宝石のようだ。

2あなたのほぞは、ぶどう酒をなみなみとつぐ

器のように愛らしい。

腰は、ゆりの花をあしらった小麦の山のようだ。

3乳房は、ふたごの子鹿のようにかわいらしい。

4首は、象牙の塔のように形がよく、なめらかで、

目はバテ・ラビムの門のほとりにある

ヘシュボンの池のように澄んでいる。

鼻は、ダマスコを見下ろすレバノンのやぐらのように、

形がよく、筋が通っている。

5カルメル山が山々の冠となってそびえているように、

あなたの髪はあなたの冠だ。

私は、その豊かな髪のとりこになってしまった。

6ああ、あなたはなんとすてきな人なのだろう。

そばへ行くだけで、すっかり夢中になる。

7あなたはやしの木のように背が高く、

ほっそりしている。乳房はなつめやしの房のようだ。

8私は言った。やしの木によじ登って、枝をつかもう。

あなたの乳房はぶどうの房のよう、

あなたの口の匂いはりんごの香りのようであればいい。

9あなたの口づけは、

最上のぶどう酒のようにすばらしく、

なめらかで甘く、眠っている者のくちびるを開かせる。」

おとめ

10私は愛する方のもの、あの方の望みどおりの者。

11私の愛する方、さあ、野原へ出かけ、

村にしばらく滞在しましょう。

12早起きしてぶどう園へ行き、

ぶどうの木が芽を出したか、花が咲いたか、

ざくろの木が花をつけたかを見てみましょう。

そのぶどう園で、私の愛をあなたにささげます。

13そこでは恋なすびが香りを放ち、

私たちの門のそばには、

古いのも新しいのも取り混ぜた最高の果物があります。

それは私の愛する方のために、

わざわざたくわえておいたものです。」

Het Boek

Hooglied 7:1-13

1Och, prinses, wat loop je sierlijk! De welvingen van je lichaam lijken door een meesterbeeldhouwer ontworpen.

2Je navel lijkt op een sierlijke kelk, waar een heerlijke wijn in hoort. Je buik lijkt op een schoof tarwe, versierd met lelies.

3Je borsten zijn zo mooi als twee jongen van de gazellen.

4Je hals rijst als een ivoren toren op en je ogen lijken op de diepglanzende vijvers van Chesbon die bij de poort Bath-Rabbim liggen. Je neus is zo fraai als de toren van de Libanon die over de stad Damascus uitziet.

5Je hoofd steekt fier omhoog als de berg Karmel en je haar glanst koperrood. De koning kijkt er geboeid naar.

6Wat is de liefde heerlijk! Heerlijker dan alle andere dingen waarnaar men kan verlangen.

7Je slanke lichaam lijkt op een dadelpalm waaraan de borsten als dadeltrossen bloeien.

8Ik zei dat ik die palmboom wilde beklimmen en de trossen ervan plukken wilde. Je borsten lijken op rijpe druiventrossen. De geur van je adem doet mij denken aan de geur van appels.

9Je gehemelte is heerlijker dan de beste wijn…

…laat die wijn naar mijn liefste toevloeien, zodat hij hem slapend kan drinken.

10Ik behoor toe aan mijn liefste, ik verlang naar hem.

11Kom, mijn liefste, laten wij samen het veld ingaan en overnachten in een van de dorpen.

12Of laten wij heel vroeg de wijngaard ingaan en kijken of de wijnstokken al uitlopen, of de knoppen al openspringen en de granaatappelbomen al bloeien. Daar zal ik mij aan je geven.

13Ik ruik de geur van de liefdesappels en overal groeien de heerlijkste vruchten. Mijn liefste, ik heb ze voor jou bewaard.