詩篇 86 – JCB & HTB

Japanese Contemporary Bible

詩篇 86:1-17

86

1ああ主よ、こちらを向いて、

私の祈りをお聞きください。

私は悩み果てています。

2私はあなたのおきてをすべて守ろうとしています。

どうか、このいのちをお守りください。

私はあなたに信頼して仕えています。

どうかお救いください。

3ああ主よ、最後まで望みを失わず、

あなたを見上げている私をあわれんでください。

4私はあなた以外のだれをも拝んだりはしません。

どうぞ、幸いを与えてください。

5主は恵み深いお方で、

赦すのをためらったりなさいません。

助けを求めて来る人にはだれにでも、

あふれるほどにあわれみをかけてくださいます。

6ああ主よ。私は追い詰められて祈っています。

この叫びを聞いてください。

7苦しいことに出会うたび、私はあなたを呼び求めます。

すると、あなたは助けてくださるのです。

8異教の神々の中に、あなたのような方はいません。

あのような奇跡を行うことのできる神々はいません。

9あなたがお立てになった国々は、目の前でひれ伏し、

聖なる御名をたたえるでしょう。

10あなたは偉大で

すばらしい奇跡を行われます。

あなただけが神です。

11主よ、私がどちらへ行けば、

あなたのお心にかなうのかを教えてください。

私は喜んで、そちらへ行きます。

全身であなたの御名を恐れる者としてください。

12心の底からあなたを賛美し、

永遠にあなたの御名をたたえます。

13あなたが私をこんなにも愛し、

いつも情けをかけてくださるからです。

あなたは、地獄の底から

私を救い出してくださったお方なのですから。

14ああ神よ。

思い上がった者たちが、公然と向かって来ます。

神を退ける横暴な者が、

私のいのちをねらっています。

15しかし主よ。

あなたはあわれみ深くて優しく、短気を起こさず、

恵みと真実にあふれておられます。

16ですから、あなたのしもべである私にあわれみをかけ、

力を与えて救い出してください。

17私をお心にかけてくださっているというしるしを、

見せてください。

私が神から助けられ慰められていることを知ったら、

私を憎む者たちは恥をかくことでしょう。

Het Boek

Psalmen 86:1-17

1Een gebed van David.

Buig U tot mij over, Here,

en geef mij antwoord.

Ik ben in grote moeilijkheden

en zeer te beklagen.

2Bescherm mij,

ik heb immers diep ontzag voor U?

U bent mijn God.

Bevrijd uw dienaar

die zijn vertrouwen op U stelt.

3Mijn God, geef mij uw genade.

De hele dag door roep ik naar U.

4Geef mij uw vreugde, mijn God,

ik richt mij helemaal op U.

5Here, U bent zo goed

en vergeeft graag.

Ieder die U aanroept,

mag zich koesteren in uw goedheid en liefde.

6Here, luister toch naar mijn gebed,

neem mijn smeken ter harte.

7In tijden van grote moeite en zorgen

roep ik naar U,

omdat U mij altijd antwoord geeft.

8Geen van de afgoden

kan zich met U meten, Here.

Niemand kan uw werk evenaren.

9Eenmaal zullen alle volken,

die allemaal door U zijn gemaakt,

naar U toekomen

en voor U neerknielen, Here.

Dan zullen zij allemaal

uw naam eren.

10Want U bent een grote God

en U doet wonderen.

Alleen U, mijn God, kunt dat doen.

11Here, leer mij hoe ik uw wil kan doen,

zodat ik oprecht zal leven.

Geef dat ik niet innerlijk verdeeld zal zijn,

maar alleen U zal dienen.

12Here, mijn God,

ik wil U met mijn hele hart prijzen

en altijd alleen uw naam de eer geven.

13U bewijst mij zoveel goedheid en liefde,

U hebt mij gered van de godverlatenheid.

14Help mij, God,

want mijn tegenstanders keren zich tegen mij.

Misdadigers willen mij doden.

Aan U denken zij niet.

15Here, U bent een God die genade geeft

en vol medelijden en liefde naar mij omziet.

Ook bent U heel geduldig

en toont mij uw liefde, goedheid en trouw.

16Kom naar mij toe en geef mij uw genade.

Geef uw dienaar kracht

en bevrijd de zoon van uw dienares.

17Laten mijn vijanden zien dat U mij helpt en redt.

Dan zullen zij zich schamen

omdat U, Here, mij hebt geholpen en getroost.