Psalmen 99 – Het Boek HTB

Het Boek

Psalmen 99:1-9

1De Here is de eeuwige Koning.

Laten alle volken dat goed beseffen

en eerbied voor Hem hebben.

Zijn troon is boven de cherubs.

De aarde is aan Hem onderworpen

en moet zich met diep ontzag onder Hem stellen.

2De Here woont in Jeruzalem.

Hij is hoog verheven boven alle volken.

3Laten zij daarom ook uw grote en heilige naam prijzen.

God is een heilige God.

4De koning, door U aangesteld,

houdt van eerlijke rechtspraak.

U hebt het volk een zuivere wet gegeven.

U hebt het een rechtvaardige wetgeving geschonken.

5Maak de Here, onze God, groot.

Onderwerp u aan Hem en buig voor Hem neer.

Alleen Hij is heilig.

6Mozes en Aäron waren zijn eerste priesters

en ook Samuël kende Hem bij zijn naam.

Zij gingen vertrouwelijk met Hem om

en als zij Hem riepen, antwoordde Hij hun.

7Hij sprak met hen in de wolkkolom,

zij hebben altijd gedaan wat Hij zei.

Zijn woord was voor hen wet.

8Here, U hebt hun altijd antwoord gegeven.

O mijn God, U hebt hun altijd vergeven,

hoewel U wel strafte als dat nodig was.

9Maak de naam van de Here, onze God, groot.

Onderwerp u aan Hem en buig voor Hem neer,

want de Here, onze God, is een heilige God.