1Een psalm van de Korachieten voor de koordirigent. Te zingen bij ziekte en droefheid. Het leerzame gedicht werd gemaakt door de Ezrahiet Heman.
2Here,
U bent de God die mij redt.
Dag en nacht roep ik U aan
en kom ik tot U.
3Laat mijn gebed U toch bereiken,
luister toch naar mij!
4Nog meer ziekten en tegenslagen kan ik niet verdragen.
Ik heb het gevoel dat ik ga sterven.
5Men beschouwt mij als iemand die de dood nabij is,
alle kracht is uit mij geweken.
6Eigenlijk hoor ik al bij de gestorvenen,
de mensen aan wie U niet meer denkt
en die door U zijn vergeten.
7U hebt mij door de diepste diepte
en door de donkerste duisternis gevoerd.
8U hebt Zich tegen mij gekeerd
en ik kan dat niet verdragen.
Ik heb het gevoel
alsof U mij tegen de grond hebt geslagen.
9U hebt ervoor gezorgd dat mijn kennissen
mij niet meer willen zien en van mij gruwen.
Ik zie geen uitweg meer.
10Ik weet niet meer waar ik het zoeken moet.
Dag in, dag uit bid ik tot U, Here.
Mijn handen strek ik naar U uit.
11Kunt U wonderen onder de doden doen?
Kunnen de geesten van de gestorvenen U prijzen?
12Spreekt men in het graf over uw liefde en goedheid?
Blijkt uw trouw waar lichamen vergaan?
13Kan uw grote macht dan in de duisternis
worden bekendgemaakt?
Blijkt uw rechtvaardigheid dan daar
waar alles en iedereen wordt vergeten?
14Toch roep ik naar U, Here.
Ik leg alles ʼs morgens voor U neer.
15Here, waarom verwerpt U mij?
Waarom wilt U mij niet zien?
16Van jongs af aan heb ik het moeilijk
en ben ik vaak ernstig ziek.
Het is aan mij te zien hoe U mij beproeft,
ik weet mij geen raad meer.
17Uw toorn gaat als vuur over mij heen
en ik word vernietigd door wat U mij aandoet.
18Ik kan er niet aan ontkomen,
alles komt op mij af.
19U hebt ervoor gezorgd dat vrienden en kennissen
mij niet meer willen kennen,
ik hoor van niemand meer iets.
فرياد كمک
1ای خداوند، ای خدای نجات من، شب و روز در حضور تو گريه و زاری كردهام. 2دعای مرا بشنو و به نالهام توجه فرما. 3زندگی من پر از رنج و مصيبت است؛ جانم به لب رسيده است! 4رمقی در من نمانده است؛ مانند مرده شدهام، 5مانند كشتهای كه به قبر سپرده شده، مانند مردهای كه ديگر به ياد نخواهی آورد و لطف خود را شامل حالش نخواهی فرمود. 6تو مرا به اعماق تاريكی انداختهای 7غضب تو بر من سنگينی میكند؛ طوفان خشم تو مرا در بر گرفته است. 8آشنايانم را از من دور كردهای و آنها را از من بيزار ساختهای. چنان گرفتار شدهام كه نمیتوانم برای خلاصی خود چارهای بينديشم. 9چشمانم از شدت گريه ضعيف شدهاند. ای خداوند، هر روز از تو درخواست كمک نموده و دست نياز به سويت دراز میكنم تا بر من رحم كنی. 10وقتی بميرم، ديگر معجزات و كمک تو برايم چه فايده خواهد داشت؟ آنگاه ديگر چگونه میتوانم تو را ستايش كنم؟ 11مگر آنانی كه در قبر هستند میتوانند از رحمت و وفاداری تو سخن بگويند؟ 12آيا معجزهٔ تو در آن مكان تاريک ديده میشود؟ آيا میتوان در عالم خاموشی از وفاداری و عدالت تو سخن گفت؟
13خداوندا، نزد تو فرياد برمیآورم و كمک میطلبم. هر روز صبح به پيشگاه تو دعا میكنم. 14چرا مرا ترک نموده و روی خود را از من برگردانيدهای؟ 15از اوان كودكی تاكنون، در رنج و خطر مرگ بودهام و هميشه از دست تو تنبيه شدهام. 16خشم شديد تو مرا پريشان كرده و از ترس تو بيجان شدهام. 17خشم تو و ترس از تو تمام روز چون سيل از هر سو مرا احاطه میكند. 18دوستان و عزيزانم را از من دور كردهای؛ تاريكی تنها مونس من است.