1Een psalm voor de koordirigent.
2Ik bid
dat God ons zijn genade zal geven
en ons zal zegenen.
Dat Hij Zichzelf aan ons zal openbaren.
3Dan zullen de mensen op aarde weten
wat uw wil is
en alle volken zullen door U worden bevrijd.
4Ik bid
dat alle volken U zullen loven en prijzen, o God,
dat zij werkelijk allemaal U zullen eren.
5Dat de volken zich in U zullen verheugen
en juichen zullen omdat U
elk volk rechtvaardig oordeelt
en uw weg wijst.
6Ik bid
dat alle volken U zullen loven en prijzen, o God,
dat zij werkelijk allemaal U de lof mogen brengen.
7Wij mochten een rijke oogst binnenhalen
omdat God, die onze God is, ons zo rijk zegent.
8God zegent ons
opdat de hele aarde
ontzag voor Hem heeft.
Que tous les peuples louent Dieu !
1Au chef de chœur : psaume à chanter avec accompagnement d’instruments à cordes. Cantique.
2Que Dieu nous fasse grâce ! ╵Qu’il nous bénisse !
Qu’il nous regarde ╵avec bonté67.2 Voir Nb 6.25 ; Ps 4.7 ; 31.17.,
Pause
3afin que sur la terre ╵on reconnaisse ╵comment tu interviens,
et que chez tous les peuples ╵on voie comment tu sauves !
4Que les peuples te louent, ╵ô Dieu,
que tous les peuples ╵t’adressent leurs louanges !
5Que les nations jubilent ╵et qu’elles crient de joie,
car tu gouvernes ╵les peuples selon la droiture
et tu conduis ╵les nations de la terre.
Pause
6Que les peuples te louent, ╵ô Dieu,
que tous les peuples ╵t’adressent leurs louanges !
7La terre a produit ses récoltes,
Dieu, notre Dieu, nous a bénis.
8Oui, que Dieu nous bénisse
et qu’on le craigne ╵jusqu’aux confins du monde !