Psalmen 58 – HTB & KLB

Het Boek

Psalmen 58:1-12

1Een waardevol lied van David voor de koordirigent. Te zingen op de wijs van: ‘Vernietig niet.’

2Machtigen, spreekt u werkelijk recht?

Leidt u de mensen op de juiste weg?

3Nee, u zet de mensen juist aan tot slechte daden.

Hoe meer geweld op aarde hoe beter, vindt u.

4De ongelovigen willen al vanaf hun geboorte

Gods wegen niet volgen.

De leugenaars liegen al

sinds zij hun moeders lichaam verlieten.

5Zij zijn venijnig als slangen

en luisteren met dovemansoren.

6Zij luisteren naar niemand,

hoe wijs iemand ook is.

7O God, vernietig hen toch,

maak hen machteloos als een jonge leeuw

waarvan de hoektanden verwijderd zijn, Here.

8Laat niets van hen overblijven,

zoals ook niets overblijft van water

dat in de grond wegzakt.

Laat hun wapens onbruikbaar zijn.

9Laat hen vergaan als een smeltende slak

die zijn weg niet kan vervolgen,

of als een misgeboorte

die nooit het daglicht heeft kunnen zien.

10God vernietigt hen,

eerder dan een kookpot de hitte opmerkt

van het vuur van brandende dorens.

11De rechtvaardige is blij als hij ziet

hoe alles wordt gewroken,

hij wast zijn voeten

in het bloed van de goddelozen.

12Iedereen zal dan bevestigen

dat er toch een beloning is voor wie God volgt.

Er is op aarde maar één God

en Hij zorgt voor recht en gerechtigheid.

Korean Living Bible

시편 58:1-11

악인들을 벌해 달라는 기도

(다윗의 시. 성가대 지휘자를 따라 ‘멸하지 말라’ 는 곡조에 맞춰 부른 노래)

1너희 통치자들아,

너희가 바른 말을

하고 있느냐?

너희가 사람들을

공정하게 재판하고 있느냐?

2아니다. 오히려 너희는

악한 일을 생각하며

온 땅에 폭력을 휘두르고 있다.

3악인들은 뱃속에 있을 때부터

58:3 또는 ‘멀어졌음이여’잘못되었으며

태어날 때부터 곁길로 나아가

거짓말을 하는구나.

4그들은 뱀처럼 독살스럽고

귀먹은 독사 같으니

5아무리 훌륭한 마법사가

마술을 걸어도

그 소리를 듣지 않는 독사이다.

6하나님이시여,

그들의 이빨을 꺾으소서.

여호와여, 이 젊은 사자들의

어금니를 부러뜨리소서.

7그들을 흘러가는 물처럼

사라지게 하시며

그들이 활을 당길 때 화살이

부러지게 하소서.

8그들을 움직이기만 하면

점점 녹아 없어지는

달팽이 같게 하시고

햇빛을 보지 못하고 죽어서 나오는

사산아 같게 하소서.

958:9 원문의 뜻이 분명치 않아 의역하였음.하나님은 늙은 자나 젊은 자나

악인들을 모조리

쓸어 버리실 것이다.

솥이 그 아래 있는

가시나무 불길을

느끼는 것보다 더 빨리

하나님이 그들을 소멸하시리라.

10의로운 자들은 악인들이

보복당하는 것을 보고

기뻐할 것이니

그들이 악인들의 피에

그 발을 씻을 것이다.

11그때 비로소 사람들은

“의로운 자들이 상을 받고

세상을 심판하시는

하나님이 계신다” 하리라.