Psalmen 54 – HTB & AKCB

Het Boek

Psalmen 54:1-9

1-2 Een leerzaam gedicht van David voor de koordirigent. Te spelen met begeleiding van een snaarinstrument. Hij schreef dit nadat de Zifieten hem aan Saul hadden verraden met de woorden: ‘Wist u dat David zich bij ons verborgen houdt?’

3O God, bevrijd mij door uw sterke naam.

Laat uw kracht mij recht verschaffen.

4O God, luister naar mijn gebed,

hoor toch naar de woorden van mijn mond.

5Vreemde mensen keren zich tegen mij,

geweldenaars willen mij doden.

Zij denken niet aan God.

6Maar God is mijn helper,

de Here geeft mij kracht en steunt mij.

7God zal mij wreken tegenover de mensen

die mij naar het leven staan.

Vernietig hen in uw trouw aan mij.

8Graag zal ik U offers brengen,

ik doe dat uit dankbaarheid aan U.

Here, ik zal uw naam loven en prijzen,

want U bent zo goed voor mij.

9God heeft mij bevrijd uit alle angst en gevaar

en nu kan ik met vreugde naar mijn vijanden kijken.

Akuapem Twi Contemporary Bible

Nnwom 54:1-7

Dwom 54

Dawid “maskil” dwom. Ɔtoo no bere a Sififo kɔka kyerɛɛ Saulo se, “Dawid abehintaw wɔ yɛn mu.”

1Ao, Onyankopɔn, gye me wɔ wo din mu;

fa wo tumi bu me bem.

2Ao, Onyankopɔn, tie me mpaebɔ;

tie mʼanom nsɛm.

3Ahɔho retow ahyɛ me so.

Atirimɔdenfo rehwehwɛ me akum me;

nnipa a wɔmmfa Onyankopɔn nyɛ hwee.

4Ampa ara, Onyankopɔn ne me boafo;

Awurade ne me hwɛfo.

5Ma mmusu nkyim mmra wɔn a wodi me ho nseku no so;

wo nokwaredi mu, sɛe wɔn.

6Mefi me pɛ mu abɔ afɔre ama wo;

Awurade, meyi wo din ayɛ,

efisɛ eye.

7Woagye me afi me haw nyinaa mu,

na mʼani ahu nkonimdi wɔ mʼatamfo so.