Psalmen 40 – HTB & JCB

Het Boek

Psalmen 40:1-18

1Een psalm van David voor de koordirigent.

2Met verlangen keek ik uit naar de Here.

Toen boog Hij Zich naar mij toe

en hoorde mijn roepen om hulp.

3Hij trok mij omhoog

uit de diepte van de zonde

en uit de modder van de wereld.

Hij zette mij stevig op mijn voeten,

op een rots.

Dankzij Hem wankel ik niet meer.

4Hij leerde mij een nieuw lied,

een lofzang voor onze God.

Ik hoop dat velen het merken

en ook ontzag voor de Here zullen krijgen.

Dat zij ook op Hem gaan vertrouwen.

5Gelukkig is de mens

die zijn vertrouwen op de Here stelt

en die zich niet wendt tot trotse mensen of leugenaars.

6Here, mijn God,

uw wonderen zijn ontelbaar,

uw zorg voor ons is groot.

Niets is met U te vergelijken.

Als ik over uw wonderen en zorgen zou willen vertellen,

zou ik niet weten waar ik moest beginnen.

7Het gaat U niet om offers of geschenken,

U vraagt niet om brandoffers

of offers om zonden weg te nemen.

Voor U telt mijn gehoorzaamheid.

8Toen zei ik:

‘Hier ben ik,

in de wet werd al over mij geschreven.

9Mijn hele hart verlangt ernaar

uw wil te doen, mijn God.

Uw wet is mijn leven.’

10Ik vertel de blijde boodschap

van uw liefde en rechtvaardigheid

in de samenkomsten.

U weet Here, dat ik niet zal nalaten

over U te spreken.

11Ik verzwijg uw rechtvaardigheid niet

en spreek over uw trouw en bewaring.

Aan grote groepen mensen vertel ik

over uw goedheid en liefde en waarheid.

12Laat mij ruimschoots delen

in uw medelijden.

Laten uw goedheid en waarheid

mij voortdurend beschermen.

13Want er komen talloze rampen over mij heen,

mijn zonden overweldigen mij

en ik weet er geen raad mee.

Het zijn er zoveel,

de moed zakt mij in de schoenen.

14Here, wilt U mij redden?

Haast U en help mij, Here!

15Laten zij die mij naar het leven staan,

zich diep schamen en afdruipen.

Laten zij die mij in het ongeluk willen storten,

terugdeinzen en belachelijk worden gemaakt.

16Laten zij die mij uitlachen

met stomheid geslagen worden.

17Laten alle mensen die U zoeken

over U jubelen

en grote blijdschap over U hebben.

Laat ieder die uw zorg ervaart zeggen:

‘De Here is groot!’

18Al bezit ik niets

en zit ik diep in de ellende,

toch denkt de Here aan mij.

Mijn God,

U bent mijn helper en bevrijder.

Kom snel, mijn God.

Japanese Contemporary Bible

詩篇 40:1-17

40

1私は、ただひたすら主の助けを待ち望みました。

すると、その願いは聞かれたのです。

2あなたは絶望の穴から、

どろどろのぬかるみから引き上げて、

踏み固めた道に下ろし、

しっかり歩けるようにしてくださいました。

3主は私の口に、

新しい賛美の歌を授けてくださいました。

私があなたに、どれほどすばらしいことを

していただいたかを知って、

大ぜいの人が敬虔な心で神を敬い、

信頼するようになるでしょう。

4おごり高ぶり、偶像を拝む者には頼らず、

主だけを頼りとする人には、豊かに祝福が注がれます。

5ああ、神である主よ。

あなたは何度も大きな奇跡を見せてくださり、

いつも私たちのことを心に留めてくださっています。

ほかのだれに、こんなすばらしいことができるでしょう。

だれも比べものにはなりません。

あなたのすばらしいみわざは、

どんなに時間をかけても語り尽くせないのです。

6あなたが真に望んでおられるものは、

いけにえや供え物ではありません。

完全に焼き尽くすいけにえが、

あなたを特別喜ばせるわけではありません。

しかし、生涯を通じてあなたにお仕えしたいという

私の心は、受け入れてくださいました。

7そこで、私はこう言いました。

「神よ。いま私は、

預言者が言っていたとおりに参りました。

8あなたのおきてを心に刻んでいる私は、

喜んでご意志に従います。」

9私は会う人ごとに、

あなたが人の罪を赦してくださるという

うれしい知らせを伝えます。

私が恐れることなくそうしてきたことを、

あなたはよくご存じです。

10私はこの良い知らせを胸の中にしまい込んだりはせず、

かえって、あなたのいつくしみと真実を

多くの人に伝えて回りました。

11ああ主よ。

あなたの愛と真実だけが頼りなのですから、

あわれみを出し惜しまないでください。

12それがなければ、私は滅んでしまいます。

とても手に負えない問題が、山積みなのですから。

そのうえ、数えきれない罪に責め立てられ、

恥じ入るばかりで顔を上げることもできません。

身も心も縮み上がる思いです。

13お願いです。どうか、早く助けてください。

14-15いのちをつけねらう者どもをかき乱し、

追い払ってください。

あざける者たちをいやと言うほど痛めつけ、

恥を見させてやってください。

16しかし、あなたとその救いを慕う人は、

喜びにあふれますように。

そして、常にその口からは、

「主はなんとすばらしいお方でしょう」と

賛美があふれますように。

17私は貧しくて、困っています。

しかし主は、こんな時こそ

私を心にかけてくださっているのです。

ああ、救い主であられる神よ、

直ちに駆けつけて、救ってください。