Psalmen 36 – HTB & NASV

Het Boek

Psalmen 36:1-13

1Van David, de dienaar van de Here, voor de koordirigent.

2De zonde beïnvloedt de goddelozen,

ze hebben geen enkel ontzag voor God.

3De goddeloze denkt heel wat van zichzelf,

totdat het zover is dat zijn zonden aan het licht komen.

Dan wordt hij een gehaat man.

4Alles wat hij zegt, is slecht en bedrieglijk.

Verstandig en goed handelen is er niet bij.

5Zelfs in bed bedenkt hij nog allerlei kwaad,

hij bevindt zich op de verkeerde weg

en stelt zich open voor alles wat slecht is.

6Here, uw goedheid en liefde zijn zo groot,

uw trouw is oneindig, niet te meten.

7Uw rechtsgevoel is als de bergen

die U Zelf hebt gemaakt.

Uw oordeel is als een grote overstroming.

U bevrijdt mensen zowel als dieren, Here.

8Wat is het geweldig

om uw goedheid en liefde te mogen ervaren, Here!

Daarom komen talloze mensen bij U schuilen.

9Zij genieten van al het goede dat U hun biedt

en U overspoelt hen met uw zegeningen.

10Want U bent de bron van al het leven:

als wij in uw licht staan, zien wij de dingen duidelijk.

11Laten uw volgelingen

voortdurend uw goedheid en liefde mogen ervaren

en laten de eerlijke mensen

mogen delen in uw rechtsgevoel.

12Zorg toch dat

de hoogmoedige geen vat op mij krijgt

en de goddeloze mij niet opjaagt.

13De mensen die slechte dingen doen, zijn gevallen,

zij zijn neergeslagen en kunnen nooit meer opstaan!

New Amharic Standard Version

መዝሙር 36:1-12

መዝሙር 36

የኀጥኡ ክፋት፣ የእግዚአብሔር በጎነት

ለመዘምራን አለቃ፤ የእግዚአብሔር ባሪያ የዳዊት መዝሙር።

1ክፉውን ሰው፣

በደል በልቡ ታናግረዋለች፤36፥1 ወይም …ኀጢአት ከኀጥእ ይመነጫል

እግዚአብሔርን መፍራት፣

በፊቱ የለም፤

2በደሉ ግልጽ ወጥቶ እንዳይጠላ፣

ራሱን በራሱ እጅግ ይሸነግላልና።

3ከአንደበቱ የሚወጣው የክፋትና የተንኰል ቃል ነው፤

ማስተዋልንና በጎ ማድረግን ትቷል።

4በመኝታው ላይ ክፋትን ያውጠነጥናል፤

ራሱን በጎ ባልሆነ መንገድ ይመራል፤

ክፋትንም አያርቅም።

5እግዚአብሔር ሆይ፤ ምሕረትህ እስከ ሰማያት ይደርሳል፤

ታማኝነትህም እስከ ጠፈር ይመጥቃል።

6ጽድቅህ እንደ ታላላቅ ተራሮች፣

ፍርድህም እጅግ ጥልቅ ነው፤

እግዚአብሔር ሆይ፤ አንተ ሰውንም እንስሳንም ታድናለህ።

7አምላክ ሆይ፤ ምሕረትህ እንዴት ክቡር ነው!

የሰዎች ልጆች ሁሉ፣

በክንፎችህ ጥላ ሥር መጠጊያ ያገኛሉ።

8ከቤትህ ሲሳይ ይመገባሉ፤

ከበረከትህም ወንዝ ይጠጣሉ።

9የሕይወት ምንጭ ከአንተ ዘንድ ነውና፣

በብርሃንህ ብርሃንን እናያለን።

10ለሚያውቁህ ምሕረትህ፣

ልባቸውም ለቀና ጽድቅህ ዘወትር አይቋረጥባቸው።

11የትዕቢተኛ እግር በላዬ አይምጣ፤

የክፉውም ሰው እጅ አያሳድደኝ።

12ክፉ አድራጊዎች እንዴት እንደ ወደቁና እንደ ተጋደሙ፣

ቍልቍልም እንደ ተወረወሩና መነሣት እንደማይችሉ ተመልከት!