Psalmen 31 – HTB & LCB

Het Boek

Psalmen 31:1-25

1Een psalm van David voor de koordirigent.

2Ik verberg mij bij U, Here.

Geef dat ik nooit tevergeefs bij U aanklop.

Doe mij recht en bevrijd mij.

3Luister toch naar mij en red mij vlug.

Wees voor mij als een rots die beschutting biedt,

als een sterke burcht, zodat ik word gered.

4Want U bent voor mij een rots en een burcht,

om de eer van uw naam

zult U mij leiden op mijn weg.

5U zult mij redden uit de valstrik

die voor mij was uitgezet.

Ik vertrouw U helemaal.

6Mijn leven leg ik in uw handen,

want U zult mij zeker bevrijden,

Here, mijn trouwe God.

7Ik haat mensen die waarde hechten

aan onbelangrijke en ijdele dingen.

Zelf vertrouw ik alleen op de Here.

8Ik zing het uit

en verblijd mij over uw goedheid en liefde.

Want U hebt naar mij omgezien

in mijn ellendige toestand,

U kende mijn angst en spanningen.

9U zorgde ervoor dat de vijand

mij niet de baas werd.

U hebt mij alle ruimte gegeven.

Ik kon gaan waar ik wilde.

10Help mij met uw genade, Here,

ik heb het zó moeilijk!

Alles in mij kwijnt weg van narigheid.

Het verdriet overmant mij!

11Mijn leven gaat voorbij in verdriet

en jarenlang leef ik zuchtend.

Door mijn eigen slechtheid

heb ik geen kracht meer over

en lichamelijk ga ik alleen maar achteruit.

12Voor hen die het mij moeilijk maken,

ben ik een mikpunt van spot geworden,

vooral voor mijn buren.

Vrienden en bekenden schrikken als zij mij zien.

Wie mij op straat tegenkomt, maakt rechtsomkeert.

13Men denkt niet meer aan mij,

het lijkt wel of ik dood ben voor anderen.

Als gebroken servies ben ik, waardeloos.

14Ik hoor het wel hoe men achter mijn rug over mij praat.

De achterklap: ‘Heb je hém gezien?’

Zij overleggen met elkaar

en maken plannen mij van het leven te beroven.

15Toch is mijn vertrouwen op U gevestigd, Here,

ik spreek het ook tegen U uit:

‘U bent mijn God.

16U bepaalt hoe lang ik leef,

verlos mij van mijn vijanden en achtervolgers.

17Laat uw licht over mij, uw dienaar, schijnen

en bevrijd mij door uw goedheid en trouw.

18Ik roep tot U, Here,

beschaam mijn vertrouwen niet.

Laat hen die zonder U leven,

beschaamd staan.

Breng hen tot zwijgen in het dodenrijk.

19Breng de leugenaars tot zwijgen.

Die spreken toch alleen maar trots en smalend tegen uw volgeling.

20Wat een geweldige rijkdom wacht degenen

die ontzag voor U hebben, allen die bij U schuilen.

Zelfs de ongelovigen zullen het zien.

21U verbergt de uwen en beschermt hen

tegen de aanvallen van de mensen.

U neemt hen op in uw huis waar ze veilig zijn voor roddels.’

22Alle eer is voor de Here,

want Hij heeft mij op wonderbaarlijke wijze

zijn goedheid en liefde getoond.

Vooral toen ik het zo verschrikkelijk moeilijk had.

23Terwijl ik in mijn angst dacht dat U mij vergeten was,

hebt U juist mijn luide smeekbeden gehoord.

U hoorde mij om hulp roepen.

24Dit zeg ik tegen allen die God volgen:

‘Heb Hem van harte lief,

want de Here zorgt voor hen die Hem trouw volgen,

maar Hij rekent grondig af met de hoogmoedigen.

25Wees sterk,

laat uw hart maar sterk en moedig zijn

en blijf altijd op de Here hopen.’

Luganda Contemporary Bible

Zabbuli 31:1-24

Zabbuli 31

Ya Mukulu wa Bayimbi. Zabbuli ya Dawudi.

1Ayi Mukama, ggwe kiddukiro kyange,

leka nneme kuswazibwa.

Ndokola mu butuukirivu bwo.

231:2 Zab 18:2Ontegere okutu kwo

oyanguwe okunziruukirira.

Beera ekiddukiro kyange eky’olwazi

era ekigo eky’amaanyi eky’okumponya.

331:3 a Zab 18:2 b Zab 23:3Nga bw’oli olwazi lwange era ekigo kyange;

olw’erinnya lyo onkulembebere era onnuŋŋamye.

431:4 Zab 25:15Omponye mu mutego gwe banteze;

kubanga ggwe kiddukiro kyange.

531:5 Luk 23:46; Bik 7:59Nteeka omwoyo gwange mu mikono gyo;

ondokole, Ayi Mukama, Katonda ow’amazima.

631:6 Yon 2:8Nkyawa abo abeesiga bakatonda abalala;

nze nneesiga Mukama.

731:7 a Zab 90:14 b Zab 10:14; Yk 10:27Nnaajaguzanga ne nsanyukira mu kwagala kwo,

kubanga olabye okubonaabona kwange

era omanyi ennaku endi ku mwoyo.

831:8 Ma 32:30Tompaddeeyo mu balabe bange,

naye otadde ebigere byange mu kifo ekigazi.

931:9 Zab 6:7Onsaasire, Ayi Mukama, kubanga ndi mu nnaku nnyingi;

amaaso gange gakooye olw’ennaku;

omwoyo gwange n’omubiri gwange nabyo binafuye olw’obuyinike.

1031:10 a Zab 13:2 b Zab 38:3; 39:11Obulamu bwange buweddewo olw’obunaku n’emyaka gyange

ne giggwaawo olw’okusinda.

Amaanyi gampweddemu olw’okwonoona kwange,

n’amagumba ganafuye.

1131:11 Yob 19:13; Zab 38:11; 64:8; Is 53:4Abalabe bange bonna bansekerera,

banneetamiddwa.

Nfuuse ekyenyinyalwa mu mikwano gyange,

n’abandaba mu kkubo banziruka.

1231:12 Zab 88:4Nneerabiddwa ng’eyafa edda;

nfuuse ng’ekibumbe ekyatifu.

1331:13 a Yer 20:3, 10; Kgb 2:22 b Mat 27:1Buli ludda mpulirayo obwama

nga bangeya;

bye banteesaako

nga basala olukwe okunzita.

1431:14 Zab 140:6Naye nneesiga ggwe, Ayi Mukama;

nga njogera nti, “Oli Katonda wange.”

1531:15 Yob 24:1; Zab 143:9Entuuko zange ziri mu mikono gyo;

ondokole mu mikono gy’abalabe bange

n’abangigganya.

1631:16 Kbl 6:25; Zab 4:6Amaaso go ogatunuulize omuweereza wo;

ondokole n’okwagala kwo okutaggwaawo.

1731:17 a Zab 25:2-3 b Zab 115:17Ayi Mukama tondeka kuswazibwa,

kubanga nkukoowoola;

leka abo ababi baswale,

era bagalamire emagombe nga basirise.

1831:18 a Zab 120:2 b Zab 94:4Akamwa kaabwe akayogera eby’obulimba

kasirisibwe,

kubanga boogera ebitaliimu ku batuukirivu bo,

nga babyogeza amalala n’okunyooma.

1931:19 a Bar 11:22 b Is 64:4Obulungi bwo,

bwe waterekera abo abakutya nga buyitirivu,

n’obuwa mu lwatu

abo abaddukira gy’oli.

2031:20 a Zab 27:5 b Yob 5:21Obalabirira n’obawonya enkwe z’abalabe baabwe,

n’obakuuma bulungi mu nnyumba yo,

n’ennyombo z’abantu

ne zitabatuukako.

2131:21 a Zab 17:7 b 1Sa 23:7Mukama atenderezebwenga

kubanga yandaga okwagala kwe okungi,

bwe nnali mu kibuga kye baali bazingizza.

2231:22 a Zab 116:11 b Kgb 3:54Bwe natya ennyo

ne njogera nti, “Ngobeddwa mu maaso go.”

Kyokka wampulira nga nkukaabirira

n’onsaasira.

2331:23 a Zab 34:9 b Zab 145:20 c Zab 94:2Mwagalenga Mukama abatukuvu be mwenna!

Mukama akuuma abo abamwesiga,

naye ab’amalala ababonereza mu bujjuvu.

2431:24 Zab 27:14Muddeemu amaanyi mugume omwoyo

mmwe mwenna abalina essuubi mu Mukama.