Psalmen 17 – HTB & NVI

Het Boek

Psalmen 17:1-15

1Een gebed van David.

Luister toch, Here,

want ik vraag uw oordeel over een eerlijke zaak.

Schenk mij uw aandacht

en luister naar mijn smeekgebed.

Ik kom bij U met een volkomen eerlijk hart

en spreek oprecht tot U.

2Spreek uw oordeel over mij uit,

want U weet wat goed en rechtvaardig is.

3Beoordeel mijn geweten,

U kunt dat zelfs ʼs nachts doen.

Test mij maar.

U zult niets verkeerds bij mij vinden,

waar ik ook over spreek.

4Zoals U mij hebt geleerd,

ben ik ook nooit op pad gegaan met zondaars.

Daarvoor heb ik gewaakt.

5Integendeel, ik heb alleen uw weg betreden

en daarop liep ik met vaste tred.

6Maar nu roep ik naar U,

juist naar U, mijn God,

omdat ik weet dat U mij zult antwoorden.

Luister alstublieft!

7Laat ook nu blijken

hoe genadig en liefdevol U bent.

Want U bevrijdt de mensen

die bij U schuilen.

8Bescherm mij

zoals een vader zijn geliefde kind beschermt.

Laat ik mij in uw schaduw mogen verbergen.

9Want de ongelovigen

willen mij de baas worden

en mijn aartsvijanden

dreigen mij in te sluiten.

10De stem van hun geweten

leggen zij het zwijgen op

en ze spreken op arrogante toon.

11Zij zijn overal om mij heen,

waar ik ook ben.

Hun enige bedoeling is

mij te vernietigen.

12Mijn vijand lijkt op een leeuw,

klaar om zijn prooi te bespringen.

Of op een roofdier,

weggedoken in zijn schuilplaats.

13Gaat U hem tegemoet, Here,

en sla hem neer.

Red mijn leven door uw zwaard.

14Sla hen met uw eigen hand, Here,

die mannen van deze wereld,

die buiten dit leven niets meer verwachten.

Geef hun maar wat goed voor hen is.

Laat zelfs hun nageslacht er nog last van hebben.

15Ik wil rechtvaardig blijven

en U altijd kunnen aanzien.

ʼs Morgens wil ik,

denkend aan uw goddelijke heerlijkheid,

blij en dankbaar wakker worden.

Nueva Versión Internacional

Salmo 17:1-15

Salmo 17

Oración de David.

1Señor, oye mi justo ruego;

escucha mi clamor;

presta oído a mi oración,

pues no sale de labios engañosos.

2Pronuncia tu sentencia en mi favor;

tus ojos ven lo que es justo.

3Tú escudriñas mi corazón,

tú me examinas por las noches;

¡ponme a prueba,

que no hallarás en mí ningún plan maligno!

¡Mi boca no pecará

4a pesar de lo que hace la otra gente,

pues yo cumplo con tu palabra!

Del camino de la violencia

5he apartado mis pasos;

mis pies no tropiezan en tus sendas.

6Dios mío, a ti clamo porque tú me respondes;

inclina a mí tu oído y escucha mi oración.

7Tú, que salvas con tu diestra

a los que buscan escapar de sus adversarios,

dame una muestra de tu gran amor.

8Protégeme como a la niña de tus ojos,

escóndeme bajo la sombra de tus alas

9de los malvados que me atacan,

de los enemigos que me han cercado.

10Han cerrado su insensible corazón

y profieren insolencias con su boca.

11Vigilan de cerca mis pasos,

prestos a derribarme.

12Parecen leones ávidos de presa,

leones que yacen al acecho.

13¡Levántate, Señor, enfréntate a ellos!

¡Derrótalos!

¡Con tu espada rescátame de los malvados!

14¡Con tu mano, Señor, sálvame de estos mortales

que no tienen más herencia que esta vida!

Con tus tesoros les has llenado el vientre,

sus hijos han tenido abundancia

y hasta ha sobrado para sus descendientes.

15Pero yo en justicia veré tu rostro;

cuando despierte, estaré satisfecho al contemplar tu semejanza.