1Een bedevaartslied.
Ik kijk omhoog naar mijn God,
die in de hemel woont.
2Zoals knechten wachten op het bevel van hun meester
en een dienstmeisje wacht op het teken van haar meesteres,
richten wij onze ogen op de Here, onze God,
en verwachten van Hem genade.
3Geeft U ons genade, Here, en helpt U ons.
Want wij hebben al te veel minachting ontmoet.
4Wij werden overladen met spot van ongelovigen
en trotse mensen hebben ons met minachting behandeld.
Meer kunnen wij niet verdragen.
Salmo 123
Cántico de los peregrinos.
1Hacia ti dirijo la mirada,
hacia ti, cuyo trono está en el cielo.
2Como dirigen los esclavos la mirada hacia la mano de su amo,
como dirige la esclava la mirada hacia la mano de su ama,
así dirigimos la mirada al Señor nuestro Dios,
hasta que tenga piedad de nosotros.
3Ten piedad de nosotros, Señor, ten piedad.
Estamos cansados de tanto desprecio,
4del escarnio de los arrogantes
y del menosprecio de los orgullosos.