1Een bedevaartslied.
Toen ik in nood zat,
riep ik naar de Here
en Hij gaf mij antwoord.
2Here,
neem mij in bescherming tegen de leugenaars!
3Leugenaars,
wat denkt u van Hem te kunnen verwachten?
4Pijlen van een scherpschutter
en brandend hout van de bremstruik.
Dat doet pijn.
5Ik vind het zo erg
dat ik in een onbekend land moet verblijven
en moet wonen bij een ver en vreemd volk.
6Ik woon al veel te lang tussen deze mensen
die zelfs vrede haten.
7Zelf ben ik altijd op vrede uit,
maar als ik daarover spreek,
worden zij opstandig en willen zij vechten.
Salmo 120
Cántico de los peregrinos.
1En mi angustia invoqué al Señor,
y él me respondió.
2Señor, líbrame
de los labios mentirosos
y de la lengua engañosa.
3¡Ah, lengua engañosa!
¿Qué se te habrá de dar?
¿Qué se te habrá de añadir?
4¡Puntiagudas flechas de guerrero,
con ardientes brasas de retama!
5¡Ay de mí, que soy extranjero en Mésec,
que he acampado entre las tiendas de Cedar!
6¡Mucho tiempo es el que he acampado
entre los que aborrecen la paz!
7Soy un hombre de paz,
pero si hablo de paz, ellos hablan de guerra.