1Prijs de Here!
Met mijn hele hart prijs ik de Here
te midden van de gelovigen en in de samenkomsten.
2Alles wat de Here heeft gemaakt,
is geweldig groot
en wie Hem liefhebben,
zullen daar voortdurend over nadenken.
3Alles wat Hij doet,
beschrijft zijn macht en heerlijkheid en majesteit.
Hij blijft tot in eeuwigheid de rechtvaardige.
4Hij wil ook dat wij altijd
zijn wonderen in herinnering houden.
De Here is vol genade en liefdevol meeleven.
5Wie ontzag voor Hem hebben,
ontvangen voedsel van Hem.
Nooit zal Hij zijn verbond vergeten.
6Hij toonde zijn volk zijn kracht en grote daden,
door hun het hele land te geven
dat voorheen aan de heidenen toebehoorde.
7Alles wat Hij doet,
bevat waarheid en rechtvaardigheid.
Elk woord dat Hij beveelt,
is betrouwbaar.
8Wat Hij zegt,
staat voor eeuwig vast.
Hij doet het ook
en het is altijd getrouw aan de waarheid
en volkomen oprecht.
9Hij heeft zijn volk bevrijd,
zijn verbond ligt voor eeuwig vast.
Zijn naam is heilig
en alle ontzag waard.
10Het diepe ontzag voor de Here
is de eerste voorwaarde om ware wijsheid te verkrijgen.
Ieder die ontzag voor de Here heeft,
krijgt van Hem verstand en inzicht.
De eer van de Here
wordt voor eeuwig hoog gehouden.
Dwom 111
1Monkamfo Awurade!
Mefi me koma nyinaa mu ama Awurade so
wɔ atreneefo aguabɔ ne asafo no mu.
2Awurade nnwuma yɛ akɛse;
wɔn a wɔn ani gye ho nyinaa susuw ho.
3Ne nnwuma yɛ tumi ne anuonyam,
na ne trenee wɔ hɔ daa.
4Ɔma yɛkae nʼanwonwade;
Awurade yɛ ɔdomfo ne mmɔborɔhunufo.
5Ɔma wɔn a wosuro no no aduan;
ɔkae nʼapam no daa.
6Wakyerɛ ne nkurɔfo tumi a ɛwɔ ne nnwuma mu,
sɛ ɔde aman afoforo nsase ama wɔn.
7Ne nsa ano nnwuma yɛ nokware na ɛteɛ;
nʼahyɛde nyinaa mu wɔ ahotoso.
8Etim hɔ daa daa,
nokware ne trenee mu na ɔyɛe.
9Ɔde ogye maa ne nkurɔfo;
ɔde nʼapam sii hɔ afebɔɔ,
ne din yɛ kronkron na ɛyɛ hu.
10Awurade suro yɛ nyansa mfiase;
wɔn a wodi nʼahyɛde so nyinaa wɔ nhumu pa.
Ɔno na daa ayeyi wɔ no.