Psalmen 102 – HTB & CCB

Het Boek

Psalmen 102:1-29

1Deze psalm is het gebed van iemand die in diepe ellende zit, geen raad meer weet en zijn hart uitstort bij de Here.

2Here, luister toch naar mijn gebed,

ik bid dat mijn hulpgeroep U bereikt.

3Verberg U niet voor mij,

nu het mij allemaal te veel wordt,

luister toch naar mij.

Antwoord mij toch snel, nu ik U roep.

4Want ik word zo snel oud

en mijn botten doen zeer, zij gloeien.

5Mijn hart is dor als dood gras

en alle eetlust is verdwenen.

6Door al mijn verdriet

voel ik mij lichamelijk een wrak.

7Ik voel mij als een pelikaan in de woestijn, hulpeloos.

Alsof ik een steenuil ben die in de ruïnes zit.

8Ik kan niet slapen en lijk op een vogel, alleen op een dak.

9Mijn tegenstanders bespotten mij voortdurend.

Mijn naam geldt als een vloek

voor wie mijn bloed wel kunnen drinken.

10Ik eet as in plaats van brood

en mijn tranen mengen zich met het water dat ik drink.

11Dat komt allemaal doordat U

uw toorn en ergernis over mij hebt uitgegoten,

eerst nam U mij op

en toen gooide U mij weer neer.

12Mijn dagen zijn stil en duister

en ik verga.

13Here, U heerst echter tot in eeuwigheid.

Uw naam zal nooit worden uitgewist en blijft altijd bestaan.

14Eens zult U Zich over Jeruzalem komen ontfermen.

De tijd is aangebroken om uw stad genade te geven.

15Uw dienaren houden van deze stad

en hebben medelijden met de puinhopen die er liggen.

16Dan zullen alle volken ter wereld

eerbied en ontzag hebben voor de naam van de Here.

Alle heersers

zullen uw grootheid erkennen.

17Dan zal de Here Jeruzalem herbouwen

en er met zijn grootheid en macht gaan wonen.

18Dan zal Hij de gebeden van de armen aanhoren

en Zich tot hen overbuigen.

19Laten we dit opschrijven voor de komende generaties.

Het volk dat dan leeft, zal de Here prijzen.

20Want de Here heeft hoog vanuit zijn heilige hemel

neergezien op de aarde.

21Hij hoorde het klagen en huilen van de gevangenen

en bevrijdde hen die ten dode waren opgeschreven.

22Daarom zal men in Jeruzalem over de Here vertellen

en zijn naam groot maken.

23Dan zullen alle volken en koninkrijken bij elkaar komen

en de Here dienen.

24Halverwege mijn leven heeft Hij mijn kracht afgenomen.

Ik leef nog maar kort.

25Ik zeg tegen Hem:

mijn God, laat mij nog niet sterven,

ik ben nog veel te jong.

Maar U bestaat al eeuwen.

26In het begin hebt U de aarde gemaakt

en ook de hemel was uw werk.

27Dit alles zal eenmaal verdwijnen,

maar U blijft altijd aanwezig.

Alles slijt weg als oude kleren,

28maar U blijft dezelfde.

Aan uw bestaan komt geen einde.

29De nakomelingen van uw dienaren kunnen veilig leven.

Het volk dat uit hen voortkomt,

zal altijd veilig onder uw hoede blijven.

Chinese Contemporary Bible (Simplified)

诗篇 102:1-28

第 102 篇

患难中的祈祷

受苦之人的祷告,在疲惫不堪时向耶和华的倾诉。

1耶和华啊,求你听我的祷告,

垂听我的呼求!

2我在危难的时候,

求你不要掩面不理我。

求你垂听我的呼求,

赶快应允我。

3我的年日如烟消散,

我全身如火焚烧。

4我的心被摧残,如草枯萎,

以致我不思饮食。

5我因哀叹而瘦骨嶙峋。

6我就像旷野中的鸮鸟,

又像废墟中的猫头鹰。

7我无法入睡,

我就像屋顶上一只孤伶伶的麻雀。

8我的仇敌终日辱骂我,

嘲笑我的用我的名字咒诅人。

9我以炉灰为食物,

眼泪拌着水喝,

10因为你向我大发烈怒,

把我抓起来丢在一边。

11我的生命就像黄昏的影子,

又如枯干的草芥。

12耶和华啊!唯有你永远做王,

你的大名万代长存。

13你必怜悯锡安

因为现在是你恩待她的时候了,时候到了。

14你的仆人们喜爱城中的石头,

怜惜城中的尘土。

15列国敬畏耶和华的名,

世上的君王都因祂的荣耀而战抖。

16因为耶和华必重建锡安

带着荣耀显现。

17祂必垂听穷人的祷告,

不藐视他们的祈求。

18要为后代记下这一切,

好让将来的人赞美耶和华。

19耶和华从至高的圣所俯视人间,

从天上察看大地,

20要垂听被囚之人的哀叹,

释放被判死刑的人。

21-22这样,万族万国聚集、敬拜

耶和华时,

人们必在锡安传扬祂的名,

耶路撒冷赞美祂。

23祂使我未老先衰,

缩短了我的岁月。

24我说:“我的上帝啊,

你世代长存,

求你不要叫我中年早逝。

25太初你奠立大地的根基,

亲手创造诸天。

26天地都要消亡,

但你永远长存。

天地都会像外衣渐渐破旧,

你必更换天地,如同更换衣服,

天地都要消逝。

27但你永远不变,

你的年日永无穷尽。

28你仆人的后代必生生不息,

在你面前安然居住。”