Prediker 12 – HTB & CST

Het Boek

Prediker 12:1-14

Denk in je jonge jaren aan je Schepper

1Laat de verrukking van het jong-zijn u er niet toe verleiden uw Schepper te vergeten. Eer Hem in uw jeugd, voordat de moeilijke jaren aanbreken waarin u niet meer met volle teugen van het leven geniet. 2Dan is het te laat om aan Hem te denken, als u de zon, het licht, de maan en de sterren nauwelijks meer kunt zien met uw oude ogen en u geen zilveren randje meer om de donkere wolken zult kunnen ontdekken. 3Want er komt een tijd dat uw handen zullen beven van ouderdom, uw sterke benen zwak zullen worden, u niet genoeg tanden meer hebt om goed te kunnen eten en u ook langzaam blind begint te worden, 4dat uw oren doof worden en uw stem zachter klinkt, dat u de vogels nog maar nauwelijks kunt horen fluiten. 5U zult hoogtevrees hebben en bang zijn om te vallen, een oude man met witte haren, die zich voortsleept, zonder lichamelijke behoeften. Want de mens staat voor de deur van de dood en nadert zijn eeuwige huis, terwijl de klagers over straat lopen. 6Denk in uw jonge jaren aan uw Schepper, voordat het zilveren koord van uw leven losschiet, de gouden schaal wordt gebroken, de kruik bij de put in stukken valt en het scheprad in de put onklaar raakt, 7voor het stof terugkeert naar de aarde zoals het was, en de geest terugkeert naar God, die hem gaf.

8Alles is betrekkelijk, zegt de Prediker, uiterst betrekkelijk. 9En omdat de Prediker zo wijs was, ging hij verder met het volk te onderwijzen in alles wat hij wist, hij verzamelde spreuken en rangschikte die. 10Want de Prediker was niet alleen een wijs man, maar ook een goede leraar, hij gaf zijn kennis niet zomaar door aan het volk, maar deed dat op een manier die de mensen boeide. 11De woorden van een wijze man zijn als sporen van een ruiter die een paard tot actie aanzetten. Zij bevatten grote waarheden die ons gegeven zijn door één Herder.

12Maar, mijn zoon, wees gewaarschuwd: er komt geen einde aan het schrijven van boeken. Het bestuderen daarvan wordt ten slotte zeer vermoeiend. 13Dit is mijn uiteindelijke conclusie: heb ontzag voor God en volg zijn geboden op, want dat is de opdracht voor ieder mens. 14God zal ons doen en laten namelijk beoordelen, ook alle verborgen dingen, of ze nu goed of slecht waren.

Nueva Versión Internacional (Castilian)

Eclesiastés 12:1-14

1Acuérdate de tu creador

en los días de tu juventud,

antes que lleguen los días malos

y vengan los años en que digas:

«No encuentro en ellos placer alguno»;

2antes que dejen de brillar

el sol y la luz,

la luna y las estrellas,

y vuelvan las nubes después de la lluvia.

3Un día temblarán los guardianes de la casa,

y se encorvarán los hombres de batalla;

se detendrán las molenderas por ser tan pocas,

y se apagarán los que miran a través de las ventanas.

4Se irán cerrando las puertas de la calle,

irá disminuyendo el ruido del molino,

las aves elevarán su canto,

pero apagados se oirán sus trinos.

5Sobrevendrá el temor por las alturas

y por los peligros del camino.

Florecerá el almendro,

la langosta resultará onerosa,

y no servirá de nada la alcaparra,

pues el hombre se encamina al hogar eterno

y rondan ya en la calle los que lloran su muerte.

6Acuérdate de tu creador

antes que se rompa el cordón de plata

y se quiebre la vasija de oro,

y se estrelle el cántaro contra la fuente

y se haga pedazos la polea del pozo.

7Volverá entonces el polvo a la tierra,

como antes fue,

y el espíritu volverá a Dios,

que es quien lo dio.

8Lo más absurdo de lo absurdo,

¡todo es un absurdo!

—ha dicho el Maestro.

Epílogo

9Además de ser sabio, el Maestro impartió conocimientos a la gente. Ponderó, investigó y ordenó muchísimos proverbios. 10Procuró también hallar las palabras más adecuadas y escribirlas con honradez y veracidad.

11Las palabras de los sabios son como aguijones. Como clavos bien puestos son sus colecciones de dichos, dados por un solo pastor. 12Además de ellas, hijo mío, ten presente que el hacer muchos libros es algo interminable y que el mucho leer causa fatiga. 13El fin de este asunto es que ya se ha escuchado todo. Teme, pues, a Dios y cumple sus mandamientos, porque esto es el todo del hombre. 14Pues Dios juzgará toda obra, buena o mala, aun la realizada en secreto.