Numeri 25 – HTB & JCB

Het Boek

Numeri 25:1-18

De verering van Baäl

1Terwijl Israël in Sittim verbleef, pleegden velen van het volk ontucht met de Moabitische meisjes. 2De meisjes nodigden de Israëlieten uit bij de offerceremonies voor hun afgoden. Zij aten van de offers en bogen zich neer voor de Moabitische afgoden. 3Na korte tijd deed het hele volk mee aan de verering van Baäl-Peor, de afgod van de Moabieten. Toen werd de Here toornig op zijn volk. 4Hij gaf Mozes het bevel: ‘Stel alle stamleiders terecht. Hang hen op in de blakende zon voor de ogen van de Here, zodat zijn vreselijke toorn van het volk wordt afgewend.’ 5En Mozes gaf de rechters de opdracht allen die Baäl hadden aanbeden, op te hangen.

6Maar een van de Israëlieten nam een Midjanitisch meisje mee naar het kamp, voor de ogen van Mozes en het hele volk dat bij de deur van de tabernakel stond te huilen. 7Toen Pinechas—de zoon van Eleazar en kleinzoon van Aäron—dit zag sprong hij overeind, greep een speer en 8rende achter de man en het meisje aan. Hij volgde hen tot in de tent van de man en met zijn speer doorstak hij de lichamen van de man en het meisje, door hun buik. Zo werd de straf tot staan gebracht, 9maar pas nadat vierentwintigduizend mensen waren gestorven.

10-11 Toen zei de Here tegen Mozes: ‘Pinechas heeft mijn toorn van het volk afgewend. Want hij was net zo kwaad als Ik, waar het mijn eer betrof, daarom heb Ik de vernietiging van heel Israël, die Ik Mij had voorgenomen, stopgezet. 12-13 Voor alles wat hij heeft gedaan—zijn ijver voor Mij en zijn verzoening voor het volk Israël—beloof Ik dat hij en zijn nakomelingen voor altijd priester zullen zijn.’

14De man die samen met het Midjanitische meisje was gedood, heette Zimri. Hij was de zoon van Salu, een leider van de stam Simeon. 15Het meisje heette Kozbi, zij was een dochter van Zur, een Midjanitisch stamhoofd. 16-17 Toen zei de Here tegen Mozes: ‘Vernietig de Midjanieten, 18want zij zijn uw vijanden en hebben u met hun listen tot afgodenverering en zonde verleid, zoals het geval was met Kozbi, die daarom werd gedood.’

Japanese Contemporary Bible

民数記 25:1-18

25

ペオル山での偶像礼拝

1さて、イスラエルの民がモアブのシティムに野営していた時のことです。青年たちの何人かが、土地の娘とふしだらな関係を持ち始めました。 2モアブ人の信じる神々にいけにえをささげる儀式に加わるようそそのかされ、彼らは宴会に連なるばかりか、ほんとうの神でない偶像を拝むようになりました。 3やがてイスラエル人は、ペオル山で、進んでモアブの神バアルを拝むほどになったのです。主の怒りが燃え上がったのは言うまでもありません。

4そこで、主はモーセにきびしく命じました。「族長たちを死刑にせよ。白日のもとで、さらし者とするのだ。そうすればあなたがたを赦そう。」

5モーセは、バアルを拝んだ者を一人残らず処刑するよう命じました。

6ところが、人々が幕屋の入口に集まって泣いているところへ、モーセをはじめ国民全員の目の前に一人の男がミデヤン人の娘を連れて来ました。 7エルアザルの子で祭司アロンの孫に当たるピネハスは、それを見るなり槍を取り、 8その男のあとを追いました。天幕の中に駆け込むと、ピネハスは奥で寝ていた二人を間髪を入れず突き刺しました。槍は男の背を抜け、女の腹をも刺し貫きました。これで神罰はやみましたが、 9すでに二万四千もの人が死んでいました。

10-11このことがあってから、主はモーセに告げて言いました。「ピネハスは見上げたものだ。わたしの怒りを思って、悪事に目をつぶらず、手加減もしなかった。それでわたしの怒りも治まり、これ以上罰を下すのはやめたのだ。 12-13だからわたしは、彼に約束しよう。彼の子孫は永遠に祭司の職に就く。あんなにもわたしのことを思い、勇気を出して人々のいのちを救ったからだ。」

14ところで、ミデヤン人の娘といっしょに殺された男はジムリといって、シメオンの族長サルの息子でした。 15女のほうはミデヤン人の王子ツルの娘で、コズビといいました。

16-17主はモーセに命じました。「ミデヤン人を打ち滅ぼしなさい。 18向こうもあなたがたを滅ぼそうと策略をめぐらしているからだ。彼らはバアルを拝ませて道を誤らせようとしている。コズビの事件がいい例だ。」