Leviticus 23 – HTB & NUB

Het Boek

Leviticus 23:1-44

Heilige feesten

1-3De Here zei tegen Mozes: ‘Maak aan het volk van Israël bekend dat het jaarlijks een aantal heilige feesten voor de Here moet vieren, gelegenheden waarbij heel het volk bijeenkomt. Zes dagen moet u werken, maar de zevende dag is een dag van volledige rust, die dag zult u in een heilige vergadering bijeenkomen. Houd u aan deze regel, waar u ook woont.

4Hier volgen de heilige feesten die elk jaar op een vaste tijd moeten worden gevierd.

5Het Pesach-offer voor de Here. Dit moet op de veertiende dag van de eerste maand worden gevierd.

6Het Feest van de Ongezuurde Broden. Dit feest begint op de eerste dag na Pesach, dat is de vijftiende dag van diezelfde maand. 7Op de eerste dag van dit feest moet het volk in een heilige samenkomst bijeenkomen en zal het gewone werk niet worden gedaan. 8Hetzelfde moet u doen op de zevende dag van het feest. Op elk van de tussenliggende dagen moet u een brandoffer aan de Here brengen.

9-11Het Feest van de eerste opbrengsten van het land of Oogstfeest. Wanneer u aankomt in het land dat Ik u zal geven en u uw eerste oogst binnenhaalt, breng dan de eerste schoof van de oogst op de dag na de sabbat bij de priester. Hij zal het aan de Here offeren door het omhoog te heffen en de Here zal het aanvaarden als uw geschenk. 12Diezelfde dag moet u de Here een eenjarig lam zonder gebreken als brandoffer brengen. 13Dit offer moet vergezeld gaan van een spijsoffer van vier viertiende liter fijn meel, gemengd met olijfolie, dat ook met vuur aan de Here moet worden geofferd. Dit zal een aangenaam offer zijn in de ogen van de Here. Offer ook een drankoffer van negentiende liter wijn. 14Dit alles moet eerst worden gedaan, voordat u zelf van de oogst—brood, geroosterd of vers koren—eet. Dit is een eeuwige wet voor het hele volk.

15Vanaf die dag, na de sabbat, moet u zeven weken aftellen, tot de dag na de zevende sabbat. 16U moet dus vijftig dagen aftellen en dan de Here een offer brengen van een deel van uw latere oogst (dat is het Wekenfeest, dat ook wel Pinksteren heet). 17Dit zal bestaan uit twee broden, die u uit uw woonplaats moet meebrengen en die door ze omhoog te heffen aan de Here zullen worden geofferd. Bak deze broden van vier viertiende liter fijn meel met zuurdeeg. Het is een offer voor de Here van de eerste opbrengst van uw late oogst. 18Samen met het brood en de wijn moet u de Here als brandoffers brengen: zeven eenjarige lammeren zonder gebreken, een jonge stier en twee rammen. Allemaal brandoffers die aangenaam zijn voor de Here. 19En u moet een bok als zondoffer en twee eenjarige lammeren als vredeoffer aan de Here offeren. 20De priesters zullen deze offers aan de Here offeren door ze omhoog te heffen, samen met de broden die de eerste opbrengsten van uw late oogst voorstellen. Zij zijn heilig voor de Here en zullen als voedsel aan de priesters worden gegeven. 21Die dag zult u allen bijeenroepen voor een heilige samenkomst, laat die dag al het werk rusten. Dit is een wet die van generatie op generatie van kracht blijft. 22En wanneer u de oogst binnenhaalt, bekommer u dan niet te erg om de randen van de akker en het gevallen graan. Laat dat maar liggen voor de armen en voor de buitenlanders die zelf geen land hebben. Ik ben de Here, uw God!

23-24 Het Feest van de Bazuinen. De eerste dag van de zevende maand is een dag van rust voor alle mensen, waarop zij moeten bijeenkomen in een heilige samenkomst. Die dag zal worden aangekondigd met een luid bazuingeschal. 25Doe geen werk op die dag, maar breng de Here een brandoffer.

26-27 De Grote Verzoendag. Deze dag valt negen dagen na het Feest van de Bazuinen. Alle mensen moeten bijeenkomen in een heilige samenkomst voor de Here, met berouw over de zonden die zij deden, zij zullen brandoffers aan de Here brengen. 28Werk die dag niet, want het is een speciale dag om verzoening te doen voor de Here, uw God. 29Degene die deze dag niet berouwvol en ootmoedig doorbrengt, zal worden verbannen. 30-31 Ieder die op die dag toch werkt, zal Ik vernietigen. Dit is een wet voor Israël en voor alle komende generaties. 32Want dit is een sabbat van volledige rust, waarop iedereen moet vasten en zich verootmoedigen met een berouwvol hart. Deze tijd voor verzoening begint op de voorafgaande avond en duurt tot de avond daarop.

33-34 Het Loofhuttenfeest. Vijf dagen later, op de vijftiende dag van de zevende maand, moet zeven dagen lang het Loofhuttenfeest voor de Here worden gevierd. 35De eerste dag wordt een heilige samenkomst gehouden, op die dag mag het gewone werk niet worden gedaan. 36Op elk van de zeven feestdagen moet u met vuur een offer aan de Here brengen. Op de achtste dag wordt opnieuw een heilige samenkomst gehouden voor alle mensen en daar zal weer met vuur aan de Here worden geofferd. Het is een vrolijk feest en het gewone werk wordt niet gedaan.

37Dit zijn de jaarlijkse feesten—heilige samenkomsten van het hele volk—waarbij brandoffers aan de Here worden geofferd. 38Deze jaarlijkse feesten worden gevierd naast de normale rustdagen die u elke week hebt. De offers die op deze feesten worden gebracht, komen bij uw gewone offergaven en de normale inlossing van uw beloften. 39Welnu, deze vijftiende dag van de zevende maand aan het einde van de oogsttijd, is het begin van de viering van dit zevendaagse feest voor de Here. Onthoud dat de eerste en achtste dag van het feest dagen van volledige rust zijn. 40Neem op de eerste dag takken van fruitbomen, palmbomen en twijgen van beekwilgen en bouw er loofhutten van en vier zeven dagen lang een vrolijk feest voor de Here. 41Dit jaarlijkse zevendaagse feest is een wet voor alle volgende generaties. 42Gedurende die zeven dagen zal iedere geboren Israëliet in een loofhut wonen. 43Het doel van dit feest is dat het volk Israël van generatie op generatie eraan wordt herinnerd dat Ik het uit Egypte heb bevrijd en het in loofhutten heb laten wonen. Ik ben de Here, uw God.’

44Zo maakte Mozes de feesten van de Here aan de Israëlieten bekend.

Swedish Contemporary Bible

3 Moseboken 23:1-44

Högtider

(2 Mos 12:14-20; 4 Mos 28:16-25; 5 Mos 16:1-8)

1Herren talade till Mose: 2”Säg till israeliterna: ’Dessa är Herrens högtider som ni ska utlysa som heliga sammankomster inför mig.

Sabbaten

3Under sex dagar ska ni arbeta men den sjunde är en vilodag, en sabbat för helig sammankomst. Den dagen får ni inte uträtta något arbete var ni än bor. Det är en Herrens sabbat.

Påsken och det osyrade brödets högtid

4Här följer Herrens heliga högtider, som ni ska utlysa vid bestämda tider:

5Herrens påsk är den fjortonde dagen i första månaden, mellan skymning och mörker23:5 Den exakta betydelsen i det hebreiska uttrycket är osäker men tycks syfta på tidig kväll. På Nya Testamentets tid tros påskoffret ha påbörjats kring kl. 15. Påsk firades i slutet av mars eller i början av april..

6Det osyrade brödets högtid ska firas inför Herren den femtonde i samma månad. Ni ska då äta bröd bakat utan jäst i sju dagar. 7På första dagen ska en helig sammankomst hållas och inget arbete får utföras. 8Under alla sju dagarna ska ni offra eldoffer inför Herren. Sedan ska ni hålla en helig sammankomst på den sjunde dagen och då får ingen arbeta.’ ”

Den första skördens högtid

9Herren talade till Mose: 10”Tala till israeliterna: ’När ni har kommit in i det land som jag ska ge er och ni har bärgat er första skörd, ska ni bära fram den första kärven av skörden till prästen. 11Han ska lyfta upp den inför Herren för att ni ska få hans välbehag. Prästen ska lyfta upp kärven första dagen efter sabbaten. 12Samma dag ska ni som brännoffer till Herren offra ett felfritt årsgammalt lamm av hankön. 13Ett matoffer ska bäras fram tillsammans med detta och det ska bestå av sex liter fint mjöl blandat med olja. Detta är ett eldoffer, en välbehaglig lukt inför Herren. Bär också fram ett dryckesoffer bestående av 1,5 liter23:13 Grundtextens en fjärdedels hin motsvarade ca 1,5 liter (hin=ca 6 liter). vin. 14Innan ni har burit fram denna offergåva till er Gud, får ni inte själva äta bröd eller färska eller rostade ax. Detta är en bestående stadga för alla kommande generationer var ni än bor.

Pingsten

(4 Mos 28:26-31; 5 Mos 16:9-12)

15Räkna sedan sju hela veckor från dagen efter sabbaten, den dag då ni bar fram kärven som lyfts upp som ett offer. 16Räkna femtio dagar fram till dagen efter den sjunde sabbaten. Då ska ni bära fram ett matoffer av säd ur er senaste skörd till Herren. 17Var ni än bor ska ni bära fram två brödkakor att lyftas upp som ett offer inför Herren. Baka brödet på sju liter fint mjöl med surdeg. Detta är ett förstlingsoffer till Herren. 18Tillsammans med brödet ska ni bära fram sju felfria årsgamla lamm, en tjur och två baggar. De ska offras som brännoffer till Herren med matoffret och dryckesoffret som ett eldoffer, en välbehaglig lukt inför Herren. 19Ni ska offra en bock som syndoffer och två årsgamla lamm som gemenskapsoffer.

20Prästen ska lyfta upp dessa offer inför Herren tillsammans med skördens första brödkakor och de två lammen. De är heliga inför Herren och tillhör prästen. 21Den dagen ska en helig samling utlysas. Den ska vara helig för er och då får ingen utföra något arbete. Detta är en bestående stadga från generation till generation var ni än bor. 22När ni bärgar skörden i ert land, får du inte ta säden närmast åkerrenarna eller plocka upp sädesax som tappats. Lämna kvar det till de fattiga och till främlingarna. Jag är Herren, er Gud.’ ”

Nyårshögtiden

(4 Mos 29:1-6)

23Herren talade till Mose: 24”Säg till israeliterna: ’På första dagen i sjunde månaden23:24 I september eller oktober, då det judiska nyåret infaller. Det fanns dock också en annan högtidskalender enligt vilken nyåret inföll två veckor före påsk. ska ni ha en dag av sabbatsvila, en minnesdag med hornstöt och en helig sammankomst. 25Arbeta inte då utan frambär eldoffer till Herren.’ ”

Försoningsdagen

(4 Mos 29:7-11)

26Herren talade till Mose: 27”Försoningsdagen infaller på tionde dagen i den sjunde månaden. Ni ska då samlas till en helig sammankomst, ödmjuka er och bära fram eldoffer till Herren. 28Arbeta inte den dagen, för det är en försoningsdag då ni ska försonas inför Herren, er Gud. 29Den som inte ödmjukar sig den dagen ska utrotas ur sitt folk. 30Och jag ska utrota från folket den som arbetar på den dagen. 31Ni ska inte utföra något arbete. Detta är en bestående stadga från generation till generation var ni än bor. 32Det här är nämligen en vilosabbat för er och på den ska ni ödmjuka er. Denna sabbat ska ni hålla från kvällen den nionde i månaden till kvällen därpå.”

Lövhyddefesten

(4 Mos 29:12-39; 5 Mos 16:13-17)

33Herren talade till Mose: 34”Säg till israeliterna: ’Lövhyddefesten ska firas på femtonde dagen, också i den sjunde månaden. Den ska firas inför Herren under sju dagar. 35Den första dagen är en helig sammankomst. Arbeta inte den dagen. 36Under sju dagar ska ni bära fram eldoffer till Herren och på den åttonde dagen ska det vara en helig sammankomst och bäras fram ett eldoffer till Herren. Detta är en högtidssamling då inget arbete är tillåtet.

37Dessa är alltså Herrens högtider som ska utlysas som heliga sammankomster och då eldoffer ska bäras fram till Herren, liksom brännoffer och matoffer, slaktoffer och dryckesoffer varje dag i enlighet med föreskrifterna. 38Därtill kommer Herrens sabbater och era gåvor, löften och era frivilliga offer som ni ger åt Herren.

39På femtonde dagen i den sjunde månaden, vid slutet av er skördetid, ska ni fira en högtid under sju dagar inför Herren. Den första och den åttonde dagen i högtiden är vilodagar. 40Den första dagen ska ni ta frukt från era praktfulla träd liksom palmkvistar och lövrika grenar och pilkvistar och sedan glädja er inför Herren, er Gud, i sju dagar. 41Fira denna årliga Herrens sjudagarshögtid från generation till generation som en bestående stadga alltid i sjunde månaden. 42Under dessa sju dagar ska ni israeliter alla bo i hyddor 43för att era efterkommande ska känna till att jag ledde israeliterna ut ur Egypten och lät dem då bo i hyddor. Jag är Herren, er Gud.’ ”

44Mose talade så till Israels folk om dessa Herrens högtider.